Direct naar artikelinhoud

Ivan Van de Cloot Onze lijdensweg met Dexia is niet ten einde

edereen die dacht dat de zaak - de ontsporing van het grootste hefboomfonds ter wereld - al rustig geklasseerd kon worden, werd gisteren nog eens wakker geschud. Wat bij Dexia is gebeurd, en gebeurt, is volstrekt onaanvaardbaar tegenover de belastingbetaler. De Franse kranten kopten dat het verlies van 11,6 miljard euro een nieuw record vestigde in de Franse geschiedenis van bancaire fiasco's.

In de bijzondere Kamercommissie is elke verantwoordelijke doodleuk komen verkondigen dat hem niets te verwijten valt. Het vertrouwen in de goede werking van de democratische instellingen mag zowat het heiligste zijn dat we te verdedigen hebben, toch denken velen dat ze kosteloos het parlementaire werk kunnen dwarsbomen over Dexia - een bank met een balanstotaal van meer dan de waarde van alle goederen en diensten waarvoor de Belgen samen twee jaar lang dienen te werken. Wie denkt dat dit de geloofwaardigheid van de politiek geen schade berokkent, heeft het grondig mis.

Het antwoord dat je krijgt bij de vraag om volledige opheldering is dat het allemaal niets meer uithaalt omdat het kalf toch al verdronken is. Dat is een redenering die ervan uitgaat dat de bevolking geen recht heeft om te weten wat er met haar belastinggeld gebeurt. Ten tweede gelden hopelijk ook hier principes van rechtvaardigheid. Als er iemand vermoord wordt, zeggen we toch ook niet: wat haalt een onderzoek uit, hem terugbrengen lukt toch niet meer? Ten slotte is het niet zo dat we ervan kunnen uitgaan dat alle schade al geleden is. De belastingbetaler wordt in het perscommuniqué van gisteren gevraagd om de vergoeding voor de waarborgen voor het volledig losgeslagen vehikel - dat nog steeds een financieringskloof kent van 88 miljard - zo laag mogelijk te houden. Nochtans eist de Europese Commissie tot nader order dat risico's die door de staten gedekt worden, marktconform vergoed worden.

De rekening voor wat eerder beschreven werd als 'een bankenredding waar we geld aan gingen verdienen', loopt al fel op. We hebben met zijn allen al 4 miljard euro opgehoest voor de overname van Dexia Bank en 54 miljard euro aan staatswaarborgen voor de Dexia-holding uitgeschreven. Daar stopt het helaas niet bij, omdat de Belgische belastingbetaler ook nog geroepen werd om een gat te dichten van 700 miljoen euro dat voortvloeit uit de vereffening van de Gemeentelijke Holding, een cheque van 1 miljard euro uit te schrijven voor de Arco-coöperanten en 180 miljoen euro voor een obligatielening die Ethias niet op de markt geplaatst kreeg. Elke dag brengt nieuws over het dossier maar helaas valt het meeste daarvan tegenwoordig negatief uit. Zo verloopt de verkoop van de Turkse Denizbank, waar zoveel hoop op werd gevestigd, helemaal niet vlot. Ook bij Dexia Bank België, die op zoek is naar een nieuwe naam, is de stemming ondertussen onder nul gezakt bij de nieuwe politiek benoemde bestuurders. In de wandelgangen hoor je dat de nagelnieuwe raad van bestuur al op zijn eerste vergadering moest debatteren over verschillende ingrepen om de bank te versterken. Hierbij is ook al de intussen heilige drievuldigheid van kapitaalverhoging, staatswaarborgen en zelfs het oprichten van een bad bank ter sprake gekomen. In het huidige klimaat impliceert elke van die drie opties een nieuwe inbreng vanwege de belastingbetaler.

Di Rupo en Sarkozy

Vandaag bezoekt premier Di Rupo de Franse president Nicolas Sarkozy en zijn premier François Fillon. Misschien een gepast moment om aan te dringen om het herschikken van de verdeling van de risico's inzake de restbank. Hopelijk is onze eerste minister goed gebriefd over alle nieuwe feiten die de orginele verdeling - waarbij België 60,5% van de waarborgen op zich moest nemen - in een nieuw daglicht stellen. Het recentste daarbij is dat, zoals deze krant eerder berichtte, de waardering van het Franse filiaal volgens auditbureau Deloitte ernstig overschat werd.

Di Rupo kan misschien ook informeren wat de Franse parlementaire commissie opgeleverd heeft terwijl in eigen land onverschilligheid troef is. In Parijs wordt blijkbaar het stellen van verantwoordelijkheden in een van de grootste bankfiasco's ooit niet als populisme beschouwd maar als iets waar de burger recht op heeft. Zo maakte de woordvoerster van de Franse regering bekend dat men zal proberen om een halt toe te roepen aan de erg gunstige pensioenregeling van oud-CEO Pierre Richard van 600.000 euro per jaar, waarvoor Dexia maar liefst 11 miljoen euro diende te voorzien.