Direct naar artikelinhoud

Japanse export overleeft dure yen

De Japanse economie herstelt sneller dan verwacht van de schade die de aardbeving in maart heeft aangericht. Nieuwe problemen dienen zich echter aan. De waardestijging van de yen en de wereldwijde economische neergang remmen de export.

De Japanse economie is voor het derde kwartaal op rij gekrompen, heeft het Japanse kabinet bekendgemaakt. Positief nieuws, vonden analisten, want de neergang in het tweede kwartaal pakte een stuk minder ernstig uit dan verwacht.

Japan produceerde 1,3 procent minder dan in het voorjaar van 2010, terwijl economen op een terugval van 2,5 procent hadden gerekend. In het eerste kwartaal kromp de economie nog met 3,5 procent.

De relatieve meevaller is voornamelijk te danken aan overheidsinvesteringen, die met 3 procent stegen. De Japanse overheid, die vóór de aardbeving aan het bezuinigen was geslagen, heeft de uitgaven sindsdien opgekrikt om de wederopbouw te bespoedigen. Wederopbouw na rampen en oorlogen is altijd een stimulans voor de economie. Volgens het Japanse ministerie van Financiën zal de Japanse economie in het derde kwartaal weer groeien.

Hoe lang die groei aanhoudt, valt nog te bezien, want de vooruitzichten zijn voorts allesbehalve gunstig. De regering heeft alle grote bedrijven op elektriciteitsrantsoen gezet. Omdat sinds de aardbeving een groot aantal kerncentrales voor onbepaalde tijd is gesloten, moeten de bedrijven hun stroomverbruik met minstens 15 procent beperken.

De Japanse export wordt bovendien bedreigd door de crisisachtige sfeer in Europa en de Verenigde Staten. Als deze belangrijke afnemers van Japanse producten in een tweede recessie belanden, zal de vraag naar Japanse importgoederen afnemen.

Maar Japans grootste probleem is de voortdurende waardestijging van de yen, die ondanks de astronomische staatsschuld van Japan nog steeds als een relatief veilige belegging wordt beschouwd. De dure munt maakt dat Japanse producten voor Europeanen en Amerikanen prijziger worden. De yen is het afgelopen half jaar 8,6 procent in waarde gestegen ten opzichte van de dollar, en 3 procent ten opzichte van de euro.

Een sterke yen is voor Japan extra nadelig, omdat het land zeer afhankelijk is van export. Japanners zijn een spaarzaam volk, dat traditioneel relatief weinig consumeert. De binnenlandse consumptie is het afgelopen kwartaal zelfs licht afgenomen.

Nuancering

De centrale bank van Japan probeerde op 4 augustus voor het eerst sinds maart de koers weer eens te drukken door yens te verkopen, maar dat hielp nauwelijks. De koers is bijna terug op het oude niveau.

De wisselkoers van de dollar stond gisteren rond de 76,75 yen, vlak bij het naoorlogse record van 76,25 yen. Japanse bedrijven hebben hun winstverwachtingen voor dit jaar gebaseerd op een gemiddelde koers van 80 tot 83 yen. Autofabrikant Toyota heeft laten weten dat elke yen die de dollar aan waarde verliest, het bedrijf 34 miljard yen (310 miljoen euro) kost. Toyota is begin dit jaar uitgegaan van een wisselkoers van 80 yen per dollar.

Bij een recente enquête onder 105 grote Japanse ondernemingen zei ruim de helft te overwegen zijn productie deels naar het buitenland te verplaatsen om de hoge yenkoers te omzeilen.

Het geklaag over de dure yen behoeft overigens wel enige nuancering. Economen van de Japanse centrale bank wezen er in februari op dat de productiekosten van Japanse bedrijven in de afgelopen decennia juist zijn gedaald.

In tegenstelling tot de westerse economieën kampt Japan al bijna twintig jaar met deflatie, wat betekent dat de yen ook binnenlands steeds meer waard wordt. Personeel, grondstoffen en machines worden voor Japanse bedrijven daardoor relatief steeds goedkoper, terwijl die kosten voor hun buitenlandse concurrenten door inflatie blijven stijgen. Tegelijkertijd hebben Japanse bedrijven de prijzen van de producten die ze in het buitenland slijten de afgelopen jaren wel gestaag verhoogd.

Bovendien heeft de yen niet ten opzichte van alle valuta terrein gewonnen. Vergeleken met de euro is de waardestijging veel geringer dan in vergelijking met de dollar. In verhouding tot de Zwitserse frank heeft de yen de laatste twee jaar zelfs aan waarde ingeboet.

Kostenbesparingen

De Bank van Japan heeft de 'reële effectieve wisselkoersontwikkeling' van de yen berekend aan de hand van de ontwikkeling van de consumentenprijzen (een graadmeter voor de inflatie) in 54 landen met 42 valuta. De relatieve prijsstijging van de yen blijkt dan veel lager uit te vallen dan de nominale.

Uit een analyse van Barclays Capital bleek dat de winstmarge van Japanse exportbedrijven in het eerste decennium van deze eeuw niet daalde, maar steeg als de yen meer waard werd ten opzichte van de dollar. Barclays opperde als mogelijke verklaring dat Japanse bedrijven meer aan kostenbesparingen doen als de yen aan kracht wint ten opzichte van de dollar.

Een sterke munt en afzetlanden in crisis zijn meestal niet erg bevorderlijk voor de uitvoer. Toch gaat de Japanse economie weer groeien.