Direct naar artikelinhoud

Oproer bij ArcelorMittal

Nadat maandag de onderhandelingen met de directie op niets waren uitgedraaid, begonnen de vakbonden van de Luikse vestigingen van staalconcern ArcelorMittal een staking. Ontevreden arbeiders drongen het hoofdkantoor in Flémalle binnen en gijzelden zes directieleden.

Pas tegen 17 uur gisteravond konden de zes directieleden het gebouw verlaten onder politiebegeleiding. De vrijlating kwam er pas nadat de vakbondsafgevaardigden met veel moeite hun boze achterban hadden kunnen overtuigen. De staking in de Luikse vestigingen ging onverminderd voort.

Het conflict draait om de naleving van een akkoord uit 2004 over het behoud van loon bij technische werkloosheid. "Wij vragen dat de zondagspremie ook aan de technisch werklozen uitgekeerd wordt, zodat ze hun inkomen op normaal niveau kunnen houden", zegt Jordan Atanasov, regionaal secretaris van CSC-Metea. "Wij willen ook het behoud van het aantal tijdelijke contracten en uitzendkrachten."

Zonder de tijdelijke werknemers kunnen de stilgelegde hoogovens van ArcelorMittal in Seraing en Ougrée niet heropgestart worden. Daarom eisen de vakbonden dat de directie zich uitspreekt over de toekomst van ArcelorMittal in Luik. "De hoogoven van Seraing ligt al drie jaar stil, die van Ougrée sinds augustus", zegt Atanasov. "De directie moet klaarheid scheppen over wat ons te wachten staat."

Die toekomst ziet er niet rooskleurig uit. Vorige maand kondigde voorzitter Lakshmi Mittal besparingen aan door een aantal Europese sites stil te leggen en de productie te verhuizen naar goedkopere alternatieven. De site in Luik wordt bevoorraad met staal vanuit de vestiging in Duinkerke in Frankrijk. In Luik wordt het staal dan gewalst en geleverd aan de klant.

De Luikse site van ArcelorMittal was vorig jaar goed voor een staalproductie van 900.000 ton. Dat is een hemelsbreed verschil met de vestiging in Zelzate, het vroegere Sidmar, met een productie van 4,3 miljoen ton. Daarmee tekende Zelzate op zijn eentje voor zowat de helft van de totale Belgische staalproductie van 9 miljoen ton.

Volgens kenners is Zelzate zeer rendabel omdat de hele productieketen zich op één geïntegreerde vestiging bevindt en de grondstoffen gemakkelijk vanop zee aangevoerd kunnen worden. Luik, daarentegen, ligt landinwaarts en om historische redenen liggen de verschillende productiefasen kilometers uit elkaar. "Het product moet voortdurend rondtoeren", zegt een goede bron. "Dat kost heel wat geld. Luik is rendabel als de staalmarkt goed zit. Als de markt tegenzit, is er weinig of geen winst. ArcelorMittal zal zijn rekening moeten maken."

Wat niet het einde hoeft te betekenen van de Waalse staalindustrie. Via zijn filiaal Industeel produceerde ArcelorMittal vorig jaar 240.000 ton staalplaten in Charleroi. "Het neusje van de zalm," zegt een sectorkenner, "met veel engineering." Via zijn inoxpoot Aperam produceerde het concern ook 500.000 ton roestvrij staal in Châtelet.