Direct naar artikelinhoud

Straffe verhalen uit het stadhuis

Canvas duikt in de historiek van de gemeentepolitiek. Meneer de burgemeester schetst een beeld van Vlaanderen zoals het vroeger was.

Met Meneer doktoor scoorde Canvas drie jaar geleden een onverwachte hit. De grijzende heren en hun sappige verhalen boeiden week na week honderdduizenden kijkers: warme televisie waar je wat van opstak, maar die ook amusant was. Een van de opmerkelijkste getuigen uit die reeks, dokter Buytaert, bracht maker Peter Vandekerckhove op het idee om hetzelfde procedé te herhalen met burgemeesters.

"Buytaert was niet alleen dokter maar ook burgemeester in Dudzele", vertelt Vandekerckhove. "Hij vertelde me dat hij als burgemeester eigenlijk niets moest doen. De gemeentesecretaris deed alles voor hem. Als die de burgemeester nodig had, kwam hij gewoon tussen de patiënten in de wachtzaal zitten tot het zijn beurt was." Dokter Buytaert overleed eind 2009, maar Vandekerckhove vond nog meer dan genoeg andere burgemeesters om over het verleden te vertellen. Veertien mannen en een vrouw, mooi verdeeld over alle kleuren en standen, met als meest opvallende naam Gaston Onkelinx, vader van Laurette en van 1988 tot 1994 burgemeester van Seraing. De selectie is ook een mix van verschillende achtergronden, zodat je zowel een ongeschoolde burgervader als een burgemeester met universitair diploma ziet. Drie van hen zijn onlangs herverkozen.

Eén iets hebben ze gemeen: ze zijn niet meer van de jongsten. De jongste, Hugo Marsoul uit Diest, is al 67 jaar oud. "Het gros van de vertellingen gaat over de jaren 60, 70 en 80", legt Vandekerckhove uit. Hij koos ervoor de reeks in 1964 te laten starten, het jaar waarin Meneer doktoor eindigde. "Toen vond de doktersstaking plaats, waardoor de dokters van hun piëdestal vielen. De bevolking reageerde gechoqueerd op die staking. De maatschappij is toen echt veranderd."

Bij de burgemeester uitte dat zich onder meer in wie de sjerp mocht omgorden. "Je kreeg een breed palet van burgermeesters, niet alleen uit de rijkere klasse. We zijn ze ook gaan opzoeken in boerderijen en arbeidershuizen. Er waren toen ook burgemeesters die maar tot hun veertiende naar school waren geweest."

Maar hoe verschillend hun achtergrond ook is, allen delen dezelfde drive. "Voor het geld moesten ze het niet doen. Tot 1999 verdienden ze bijna niets. Dat was lang niet voldoende om alle pinten te betalen die ze op café of feesten trakteerden. Het enige wat ze in ruil kregen, was roem en respect."

Alomtegenwoordig

"Het zijn schijnbaar allemaal kleine verhalen, maar die veelheid geeft een zedenschets van hoe Vlaanderen geweest is", meent Vandekerckhove. En daar hoort ook het dienstbetoon bij: de burgemeester die tussenkwam om een van zijn kiezers een sociale woning te bezorgen of ergens een goed woordje deed voor een job. "Op dat vlak zijn ze erg eerlijk en geven ze allemaal toe dat ze eraan meededen", zegt Vandekerckhove. "Maar ze betreuren niet dat dat nu voorbij is. Er is geen enkele nostalgie naar dat soort foefelarij."

Na de democratisering van de jaren 60 is de slinger intussen weer de andere kant uitgegaan. "Het is opnieuw meer elitair geworden", meent Vandekerckhove. "Zonder universitair diploma kan je bijna geen burgemeester meer worden. Maar wat die burgemeesters van toen misten aan competentie, maakten ze wel goed door hun alomtegenwoordigheid en aanspreekbaarheid. Zij die tot nu burgemeester gebleven zijn, geven ook zonder schroom toe dat ze een sterke gemeentesecretaris naast zich hebben die alle dossiers opvolgt. Of zoals de burgemeester van Zedelgem het zei: 'Laat mij maar met mijn mensen zijn.'"

Meneer de burgemeester, vanavond om 20.40 uur op Canvas. Het boek wordt uitgegeven bij Manteau.