Direct naar artikelinhoud

Tien Duvels op een avond: hoezo, een probleem?

Studenten drinken en vaak drinken ze erg veel. Excessief zuipen of binge drinking hoort nu eenmaal bij de studentencultuur, heet het vergoelijkend. Maar is het wel zo normaal dat honderden jongeren zich een paar keer per week laveloos drinken? 'Het probleem is niet dat sommigen elke dag zes pinten drinken', stelt Ilse Bernaert van de Vereniging voor Alcohol- en andere Drugsproblemen (VAD). 'De kwestie is dat niemand dat abnormaal vindt.'

Door Cathy Galle

Geen betere plaats om zatte studenten te zien dan de Gentse Overpoortstraat op een donderdagavond. Hier vind je de ene studentenkroeg naast het andere fuifzaaltje. Auto's kunnen er amper voorbijrijden en moeten voorzichtig groepjes uitgelaten jongeren proberen te ontwijken. In de Overpoort zijn de studenten koning. Zeker op donderdagavond. Zo gaat het al decennia lang.

De hoeveelheid alcohol die op zo'n avond geconsumeerd wordt, is moeilijk te schatten. Een cafébaas lacht wanneer we hem de vraag stellen. "Hopen bier, dat kan ik je zeggen. Meer niet, anders kom ik in de problemen." Feit is wel dat alcohol drinken overal gestimuleerd wordt. Gratis vaten, happy hours en fuiven gesponsord door biermerken. Zwaar drinken hoeft in de Overpoortstraat met andere woorden niet eens duur te zijn. Je moet als student al stevig in je schoenen staan om aan al dat lekkers te weerstaan.

"Daar zit voor een aantal jongeren inderdaad een probleem. Zwaar drinken zit volledig ingebakken in de studentencultuur. Het lijkt wel alsof het zo hoort dat je veel drinkt", merkt ook Ilse Bernaert. Zij is coördinatrice onderwijs bij de Vereniging voor Alcohol- en andere Drugsproblemen (VAD) en werkte mee aan een grootschalig onderzoek bij Antwerpse studenten. De resultaten werden deze week bekendgemaakt. Een op de tien mannelijke studenten vertoont duidelijke risico's op problematisch alcoholgebruik. Een op de zes studenten doet één keer per week aan binge drinking: meer dan zes glazen alcohol per gelegenheid. Een kleine minderheid, zo'n driehonderd, doet dat elke dag.

Het onderzoek maakt niet meteen indruk op de studenten in de Gentse uitgaansbuurt. "Wat is problematisch?", vraagt Stijn Debrouwere zich af. Hij is negentien jaar en hoofdredacteur van het studententijdschrift Schamper, een blad dat er in Gent overigens om bekendstaat gemaakt te zijn door redacteurs die behoorlijk wat af kunnen drinken. "Klopt", lacht hij. "En ik moet toegeven dat ik sinds ik bij Schamper zit ook meer ben beginnen te drinken. Je komt tussen grotere drinkers terecht en je past je blijkbaar automatisch aan."

Zelf drinkt hij graag een trappist, of liever veel trappisten. "Laten we zeggen dat ik zo'n drie keer per week uitga en dan zes à zeven trappisten drink, al hang ik dat nu niet graag aan de grote klok. Ik ben wel eens poepzat ja, en dan krijg ik ook wel eens reacties van anderen. 'Man, ge waart gisteren vreselijk zat, ge zijt van uw stoel gevallen. Vree wijs.' Maar is dat problematisch? Akkoord, ik geraak 's anderendaags wat later uit mijn bed, maar echt last heb ik er niet van."

Dat laatste vindt hij een essentieel element in de hele discussie. "Die onderzoekers zeggen dat je vanaf zes glazen per dag problematisch bezig bent. Onzin. Als je gewoon met vrienden naar een film kijkt en daarbij iets drinkt, dan zit je al rap aan drie of vier glazen. Dan ben je nog niet eens uit geweest. Voor mij is het pas problematisch gedrag wanneer het je leven beïnvloedt. Ik zie mensen in mijn omgeving zwaar drinken, maar 's anderendaags staan ze er wel om hun ding te doen, en dat ook nog eens goed te doen."

Ook Peter Vandevoorde, eerstejaarsstudent burgerlijk ingenieur, ziet niet echt een probleem. Hij noemt zichzelf een eerder 'gematigde' drinker. "Een doorsneedonderdagavond ziet er zo uit. We spreken met een aantal vrienden af rond een uur of zes. Dan koken en eten we samen en we gaan daarna uit. Tussen zes uur en pakweg vijf uur 's nachts drink ik ongeveer tien Duvels. Dat voel je amper, omdat er zoveel tijd tussen zit. Op andere avonden drink ik wel minder, twee tot drie Duvels en mogelijks nog wat gewone pintjes. Dat lijkt misschien veel, maar het valt best mee. Als ik zie wat anderen soms binnenkappen."

Problematisch alcoholgebruik wordt onder meer gemeten aan de frequentie en hoeveelheid. Bij mannen ligt de lat op 21 glazen per week, bij vrouwen op 14. Wie geregeld aan binge drinking doet, verhoogt zijn risico op problematisch alcoholgebruik. Maar er is meer.

"De studenten die op onze vragenlijst aangaven veel te drinken, gaven ook aan dat ze daar negatieve gevolgen van ondervinden. En dat heeft ons zo ongerust gemaakt", stelt Ilse Bernaert. "Gevolgen op korte termijn. Bijvoorbeeld: één op de zeven zegt zelf al dronken met de wagen te hebben gereden. Een zevenhonderdtal studenten zegt dat zelfs al meer dan tien keer te hebben gedaan."

Een grotere groep, 1.600 ondervraagden, geeft aan dat het drinken een impact heeft op de studies. Eén op de zes leed al eens geheugenverlies ten gevolge van drinken. Eén op de tien had dat al meerdere keren voor.

En dan zijn er nog de gevolgen op langere termijn. Bernaert: "Het risico om een echte probleemdrinker te worden, is reëel. Men denkt vaak: 'Och dat drinken, dat hoort bij het studentenleven en eenmaal student-af gaat dat wel over. Dat is waar voor een groot deel van de studenten, maar voor een aantal is dat niet het geval. Meer nog, heel wat studies hebben al aangetoond dat zwaar drinken tijdens de studententijd een goeie indicator blijkt de zijn voor probleemdrinken op latere leeftijd."

Risico's genoeg dus, alleen is het probleembesef bij de studenten zelf blijkbaar erg laag. Terwijl één op de vijf studenten aangeeft al eens een opmerking te hebben gekregen over zijn alcoholverbruik, heeft nog maar één op de twintig eens gedacht dat er een probleem zou kunnen zijn. "Daar zit net de knoop: niemand ziet het probleem", stelt Ilse Bernaert. "Al geven ze zelf signalen van negatieve nevenwerkingen, toch lijken ze niet te beseffen dat ze op zijn minst eens zouden moeten nadenken over wat ze aan het doen zijn."

En dat komt vooral door de omgeving waarin de studenten zich bevinden, stelt Bernaert. "In het studentenmilieu hoort het bij het sociale gebeuren dat er alcohol wordt gedronken. Dat hoort de facto bij het studentenleven. Dat merk je aan alles. Kijk maar eens hoeveel studentenactiviteiten er gesponsord zijn door bierbrouwers. Zelfs bij het welkomstpakket aan de universiteiten zit vaak een pintje. Dat hoeft niet per se slecht te zijn, maar we maken ons zorgen over die kleine groep studenten bij wie het wel een probleem kan worden."

Studenten overtuigen, lijkt dan ook vechten tegen de bierkaai. Dat beseffen ze bij de VAD maar al te goed. Sensibilisering, dat is het codewoord. Bernaert: "Er is een tekort aan correcte informatie. Het viel ons bij het onderzoek op dat vele studenten overschatten wat hun medestudenten drinken en daardoor ook meer gaan drinken. De gematigde drinkers, in realiteit de meerderheid van de studenten, is ervan overtuigd dat matige drinkers een minderheid vormen. Daarom is het belangrijk om hen juiste cijfers te geven. Zoveel drinkt een gemiddelde mannelijke student en zoveel een vrouwelijke."

Aangezien het studentenmilieu ook een grote rol speelt, moet daar ingegrepen worden. "Alcohol duurder maken zal niets uithalen. Dan vinden ze wel andere mogelijkheden om aan drank te geraken. Wat wel kan, is bijvoorbeeld het serveren van dranken met laag alcoholgehalte samen met niet-alcoholische dranken voor een goede prijs."

Belangrijk is vooral de vroeg-interventie: de problematische drinkers opsporen wanneer ze nog risicogevallen zijn. "We zijn volop bezig met het opstellen van zelftests, die we willen verspreiden via het internet. Jongeren kunnen die dan zelf invullen en krijgen er ook persoonlijke feedback op. Niet betuttelend bedoeld, wel om hen te doen nadenken. Hen bewust te laten worden van waar ze mee bezig zijn."

Andere maatregel is volgens Bernaert het beperken van het aantal cafés in de buurt van een school of universiteit. Een voorstel dat wellicht een beetje moeilijk ligt. "De Overpoortstraat in Gent afschaffen is uiteraard niet onze bedoeling. Dat zou ook weinig uithalen. Maar het stadsbestuur zou er bij een aanvraag voor een nieuw studentencafé wel over kunnen nadenken of dat wel opportuun is."

Iets wat ze in Gent een beetje verregaand vinden. "We hebben daar geen beleid rond en hebben daar ook nog niet over nagedacht. Maar als iemand met het voorstel zou komen om erkenningen van nieuwe cafés te weigeren, denk ik niet dat hij het zou halen", stelt schepen van Onderwijs Rudy Coddens (sp.a). "Het klopt natuurlijk theoretisch wel: je moet de kat zo weinig mogelijk bij de melk zetten. Maar sommige dingen zijn nu eenmaal de individuele verantwoordelijkheid van de personen in kwestie. Je moet als overheid niet in alles willen ingrijpen."

Een studentencafé dient ook nog voor andere dingen dan zuipen, meent de schepen. "De cafés zijn een plaats waar jongeren elkaar ontmoeten en uit de bol gaan. En akkoord, daar hoort vaak alcohol bij, maar het lost het probleem niet op als er minder cafés zijn. Wat wel kan helpen, is het weerbaarder maken van onze jonge mensen. Dat geldt voor de hele drugsproblematiek."

Die onderzoekers zeggen dat je vanaf zes glazen per dag problematisch bezig bent. OnzinIlse Bernaert, Vereniging voor Alcohol- en andere Drugsproblemen:

Daar zit net de knoop: niemand ziet het probleem. Al ontdekken ze zelf signalen van negatieve nevenwerkingen