Direct naar artikelinhoud

Ongevallen in verkeer kosten 6,8 miljard

Verkeersongevallen kosten de Belgische staat jaarlijks 6,8 miljard euro. Amper 1 procent van de wegen is verantwoordelijk voor een zevende van die financiële schade. Dat meldt mobili-teitsorganisatie Touring, die de kostprijs van de onge-vallen in kaart bracht.

Elke dag vallen twee dodelijke slachtoffers op de Belgische weg. Die ongevallen veroorzaken niet alleen veel menselijk leed, maar ook grote financiële schade. België betaalt zich blauw aan verkeersongevallen, becijferde mobiliteitsorganisatie Touring. In 2011 liep het kostenplaatje op tot 6,8 miljard euro, of 1,8 procent van het bruto nationaal product (bbp). Dat is een veelvoud van de ruim 900 miljoen euro die de drie gewesten in de wegen investeren.

Touring baseert zich op het aantal doden en zwaargewonden in 2011 en de maatschappelijke kost die daaraan vast hangt. Die wordt bepaald door verschillende factoren: medische hulp, productieverlies, materiële schade, verzekeringskosten, files en de afhandelingskosten van politie, brandweer en gerecht. "Op basis van die cijfers kost elke zwaargewonde de maatschappij 861.182 euro en elk dodelijk slachtoffer 2,38 miljoen euro", zegt de woordvoerder van Touring.

Dodenwegen

Opmerkelijk is het aandeel van de 'dodenwegen', de banen waarop de meeste fatale ongevallen gebeuren. Zo is volgens Touring amper 1 procent van de 152.000 kilometer aan Belgische wegen verantwoordelijk voor een zevende van alle financiële schade. Ze hebben een aantal gemeenschappelijk kenmerken. "Meestal zijn dat tweebaanswegen zonder middenberm, zonder vangrails, met aan de zijkant bomen en verlichtingspalen. Soms gaat het ook om onoverzichtelijke bochten en gevaarlijke kruispunten."

De overheid moet veel efficiënter investeren, vindt Touring. "Door die 1 procent aan te pakken, kan de overheid een bom geld besparen. Gericht en rationeel investeren in veilige structuur loont echt de moeite."

In 2005 werd de schade van de verkeersongevallen in ons land nog op 12,5 miljard euro geraamd. België heeft dus al een lange weg afgelegd. "Dat komt onder meer dankzij de forse investeringen van Vlaanderen om zwarte punten weg te werken", zegt professor Tom Brijs van de onderzoeksgroep Verkeersveiligheid van de Universiteit Hasselt. "Al is er nog veel werk aan de winkel, want het aantal verkeersdoden per 1.000 inwoners is nog altijd dubbel zo hoog als in Nederland, Zweden of het Verenigd Koninkrijk."

Volgens Brijs moeten de gewesten orde scheppen in hun wegennetwerk. "We moeten een duidelijk verschil maken tussen lokale, secundaire, primaire wegen en hoofdwegen. Daarnaast moeten we ervoor zorgen dat voor alle wegen van dezelfde categorie ook dezelfde snelheid en inrichting geldt. Alleen zo kun je duidelijkheid scheppen. Een 'zelfverklarende weg' maakt elke chauffeur duidelijk welk gedrag wordt verwacht."

Toch voegt Brijs eraan toe dat niet alle verantwoordelijkheid bij onze weginfrastructuur ligt. "De handhaving van de regels en de mentaliteit van de burger zijn minstens even belangrijk. Ook op dat vlak kan België nog vooruitgang boeken."