Direct naar artikelinhoud

'Geen lofzang op Jommekesland'

Was u ooit al in Skopje geweest?

"Nee, ik was nog nooit in Skopje, de hoofdstad van Macedonië, geweest. Ik kon mij daar ook niet echt een goed beeld bij vormen, bij Skopje. Ik dacht eerder aan een soort superzoete aardbei dan aan een stad."

Wat was uw eerste indruk? En wat was uw slotindruk?

"Ik kwam aan in een krot van een luchthaven en vertrok een goeie veertien dagen later in een gloednieuwe luchthaven. De prijskaartjes hingen letterlijk nog aan de splinternieuwe roltrappen. Het onafhankelijke Macedonië bestond net twintig jaar toen ik er aankwam en dat was de reden voor veel feesten en een verhoogde bouwwoede. Onder andere dus ook die nieuwe luchthaven, die zoals alle andere nieuwe bouwwerken, de originele naam 'Alexander de Grote' meekreeg. Alexander de Grote is de nationale held van Macedonië en wordt te pas en te onpas ingezet door de regering om het nationale gevoel aan te zwengelen. Wel grappig als je weet hoe homofoob het land is en hoe homofiel de man zelf was. Alexander de Grote, de überhomo, schittert op een soort suikertaart van een piëdestal in het midden van Skopje als lichtend voorbeeld voor alle Macedoniërs. Mijn slotindruk was een verdere verdieping van mijn eerste indruk: Skopje is een bevreemdende, verscheurde stad van een volk dat al honderden keren veroverd en platgewalst is. De avond voor ik vertrok in september, om 11u 's avonds was het nog veertig graden, vierden de Macedoniërs uitbundig dat zij als David de Goliath Griekenland verslagen hadden, in basketball."

Als u vrienden zou moeten rondleiden in Skopje, wat zou u hen dan zeker tonen?

"De totale verscheurdheid. De rivier Vardar splijt de stad letterlijk in twee. Aan de ene kant van de brug is er het oude gedeelte met veel Ottomaanse sporen, aan de andere kant proberen ze in het modernere stadsgedeelte een Disneyworld van beeldhouwwerken, malls en nieuwe kitscherige, pseudo-classicistische gebouwen op te richten. De stad zit vol sporen van vroegere machthebbers doordat een aardbeving in 1963 de hele stad platlegde. Ik zou vrienden ook de monsterlijke hoeveelheden sla tonen die ze in Skopje vierentwintig uur per dag eten, indrukwekkend."

Wat zou u hen zeker NIET tonen?

"De binnenkant van de koelkast in mijn hotel."

Bent u een reiziger of verlaat u zelden uw thuisstad?

"Een reiziger. Meer bepaald een roadtripper en tegelijkertijd een sedentaire reiziger. Ik ben heel graag on the road, en dan nog liefst met een krotkar zodat ik mij geen zorgen hoef te maken voor ongelukken. Maar ik kan ook enorm genieten van hyperluxueuze verblijven die minstens een paar weken aanslepen. Vreemd genoeg werkt dat zeer gunstig op mijn verbeelding. Wat ik daarentegen niet fijn vind, zijn van die blitzbezoeken waarbij je in een paar uren of dagen een tournée générale van een land of een gebied voorgekauwd krijgt. Daar blijft bij mij niets van hangen, behalve hoofdpijn."

Wat zijn uw favoriete reisbestemmingen?

"Landen waar ik nog niet eerder geweest ben of landen die mij vasthouden. Ik wil zeker nog terug naar Israël omdat het mij achtergelaten heeft met een heel dubbel gevoel: Israël is een prachtig land met een constant gevoel van dreiging, een soort tremor die nazindert. Ik ben ook een grote fan van de bestemmingsloze reizen zoals ik die nu maak: vertrekken zonder een idee waarheen."

Welke boeken neemt u mee op uw volgende reis?

"Tea Obreht, Dave Eggers, Jonathan Lethem, Howard Jacobson, Hrabal."

Ligt het genre van het korte verhaal u nauw aan het hart of blijft het bij gelegenheidswerk?

"Ieder verhaal is een kort verhaal, het ene al wat langer dan het andere."

Waar bent u nu, op professioneel vlak, mee bezig?

"Ik heb de voorbije maanden nauw samengewerkt met beeldend kunstenaar Arne Quinze aan twee boeken en twee films die in september verschijnen. Ik heb een hele reeks korte verhalen geschreven bij zijn werk Rock Strangers (Oostende) en My Secret Garden (Rotterdam). Nu heb ik me net terug volledig op mijn volgende boek gesmeten. Daarnaast ben ik ook heel veel aan het tekenen."

In hoeverre is het verhaal dat u schreef gebaseerd op feiten?

"Vijftig procent waar, vijftig procent opgeblazen. Ik heb de Macedonische realiteit via de omweg van de satire benaderd. Het heeft geen zin om je kop in het zand te steken en een lofzang op een lieflijk klein Jommekeslandje zonder problemen neer te pennen. Dat doet de Amerikaanse spionne Joycelyn in dit verhaal wel. Zij is de Pangloss van het verhaal. Ik gebruikte Candide, ou l'optimisme van Voltaire als inspiratiebron. Joycelyn toont hoe je met een ongebreideld optimisme blind kan worden voor de strijd van een land. Een Macedonische die het verhaal las, vertelde me dat het haar deed huilen van ontroering en pijn. Voor mij was dat een groot compliment omdat ik inderdaad de verscheurdheid en toch de gelaten poëtische kant van de Macedoniërs heb proberen te vangen in mijn verhaal."