Direct naar artikelinhoud

De poëzie van Remco Campert zit vol vitaliteit

De poëzie van Remco Campert heeft altijd al een natuurlijke lichtheid gehad. Soms is die bijna ondraaglijk, omdat de melancholie als een schaduw over de ongedwongen geformuleerde observaties schuift. Zo ook in Nieuwe herinneringen, waarop we tien jaar moesten wachten.

Door Paul Demets

Campert nadert stilaan de tachtig. Dan zou je mijmerende poëzie kunnen verwachten, maar Campert doorprikt dat beeld en laat zien dat zijn werk nog vol vitaliteit zit. Je merkt het al aan de titel van zijn bundel: zelfs wanneer een gebeurtenis oud is, kan de herinnering haar vernieuwen. De Franse filosoof Henri Bergson verduidelijkte dat het geheugen niet een soort opslagplaats, maar iets dynamisch is. Het bewustzijn zet het verleden voort waarmee het in het heden binnendringt. Dat laat Remco Campert bijvoorbeeld gebeuren in een gedicht over mei 1940, het moment waarop de Duitsers binnenvielen in Nederland: 'Een windvlaagje/ streek langs mijn slapen/ ik was weer tien/ jij mijn oma/ er was iets gebeurd dat mij ontging.' Het verleden, hier opgeroepen door niets meer dan een windvlaagje, behoudt zichzelf door het geheugen. Dat is natuurlijk niet altijd een aangename vaststelling. In de slotregels maakt Campert dit duidelijk: 'onbegrepen verdriet/ vulde mijn wereld/ dat bleef zo/ dat gaat pas over/ als ik niet meer op je let.' Er ontstaat in de gedichten, ook al gaan ze vaak over de dood, een dynamiek die weinig met mijmeren te maken heeft, doordat Campert ervaringen uit het heden en belevenissen uit het verleden tot poëzie maakt en er op die manier duur aan verleent, precies om alles tegen het verdwijnen te bewaren. Het hoogtepunt van de bundel is daarom het lange gedicht 'Solo in een drankzuchtige aprilnacht', omdat Campert zichzelf ertoe aanzet om onbevangen te schrijven en ons, als in een jazzimprovisatie, door de grenzen van tijd en ruimte heen meeneemt naar een prachtig Javaans landschap, maar net zo goed naar de oorlogstijd, wanneer 'een belichter in Neubabelsberg' aan de knopen van zijn gulp zit. Campert heeft een voorkeur voor intense, lichamelijke ervaringen. Niet verwonderlijk dat hij graag de beleving van de liefde vasthoudt: 'in alle Best Westerns/ het knipperlicht van de televisie/ op haar lieve slapende gezicht/ van weer heel jong meisje zijn.' Maar hoe Campert door zijn poëzie ook tijdsduur tot stand weet te brengen, hij beseft wel dat de gedichten na zijn dood de werkelijke ervaring nooit meer zullen kunnen evenaren: 'alleen de woorden resten/ die aan iets herinneren/ waar geen oog meer weet van heeft.'

Remco Campert

Nieuwe herinneringen

De Bezige Bij, Amsterdam, 72 p., 17,50 euro.