Direct naar artikelinhoud

Ergste bloedbad sinds einde van de apartheid

Bij het gevecht tussen stakende mijnwerkers en de politie in de Lonminmijn in Marikana, Zuid-Afrika, zijn 34 doden en 78 gewonden gevallen. Zuid-Afrikaanse media en de oppositie noemden het gevecht het ergste bloedbad sinds het einde van de apartheid.

Tijdens een persconferentie zei politiecommissaris Riah Phiyega dat de politie niet anders kon dan zich te verdedigen tegen de stakers. De mijnwerkers hadden zich verzameld met speren, bajonetten en stokken. De politie vuurde rubberen kogels en traangas op hen af, maar toen de opstandelingen door de verdedigingslinie drongen, schoten de officieren met kogels, aldus Phiyega.

"Het is nu niet de tijd om naar elkaar te wijzen", zei Phiyega. De commissaris noemde het bloedbad een zwarte dag.

Behalve de 34 doden van donderdag vielen er eerder deze week al tien doden, waaronder twee politieagenten. Sinds 10 augustus zijn de mijnwerkers in staking. Zij eisen meer salaris, meer dan een verdubbeling van wat ze nu verdienen, en betere arbeidsomstandigheden.

Tikkende tijdbom

Maar het was volgens waarnemers en getuigen vooral een gevecht tussen vakbonden. Het AMCU, een nieuwe, radicale vakbond, wantrouwt het gevestigde NUM. NUM heeft altijd nauwe banden met de regeringspartij van president Zuma gehad (het ANC). Volgens de aanhangers van AMCU doet NUM niets voor de laagbetaalden in de mijn en kiezen zij in plaats daarvan partij voor de rijke blanken. Het NUM beweert dat de hogere salariseis juist uit hun koker komt.

Zuid-Afrika is een 'tikkende tijdbom', schreef een landelijke krant gisteren. Sinds de afschaffing van de apartheid in 1994 hoopt de verarmde onderklasse vrijwel tevergeefs op een verbetering van hun leefomstandigheden. Protesten tegen het ANC vinden bijna dagelijks plaats. Demonstranten verwijten het ANC dat zij samenspannen met de blanke minderheid om zichzelf te verrijken, maar dat de zwarte minderheid daaronder lijdt.

Niet zelden maakt de politie met harde hand een einde aan de protesten, maar niet sinds de omverwerping van het racistische bewind vielen er zoveel doden.

President Zuma keerde gisteren direct terug van een bezoek aan Mozambique om het gebied waar het vuurgevecht donderdag plaats had gevonden te bezoeken. De platinamijn bij Marikana ligt 70 kilometer ten noordwesten van Johannesburg. Zuma veroordeelde het geweld, maar bekritiseerde niet openlijk een van beide partijen.

Willekeurig schieten

De oppositiepartijen eisen onmiddellijk een onderzoek naar het gevecht. Kritiek kwam van het Zuid-Afrikaans Instituut voor Rassenverhoudingen. Volgens het instituut was er 'duidelijk bewijs dat politieagenten willekeurig op de menigte in schoten'. Kranten berichtten over de staking met koppen als 'mijnslachtpartij'. De premier van de noordwestelijke regio, Thandi Modise, zei dat het gevecht voorkomen had kunnen worden, als de partijen zich aan de wet hadden gehouden.

De aandelen in Lonmin, het bedrijf dat de platinamijnen exploiteert, zakte gisteren direct. Zuid-Afrika is de grootste producent van platina ter wereld. De delving ligt vrijwel stil sinds de protesten zijn begonnen.

In 2011 was er ook een staking bij de Marikanamijn. Lonmin ontsloeg daarop 9.000 werknemers.