Direct naar artikelinhoud

Te laat: 200.000 ton vers zout voor winterprik

De timing is pijnlijk. Nu de winterprik alweer weken achter de rug ligt, bereikt een enorme berg van bijna 200.000 ton zout onze contreien. Het gaat om 170.000 ton zout via de Gentse haven, bovenop de noodbestelling van 28.000 ton door het Vlaamse Agentschap Wegen en Verkeer via Rotterdam.

Zout is geen grondstof als een ander. Een nijpend productieprobleem is er niet. Het kan uit de zee of uit de vele zoutmijnen ter wereld komen. Zout kost daardoor bijna niets op zich, het zijn de transportkosten die de factuur bepalen. Het komt er vooral op aan het zout op het juiste moment op de juiste plaats te brengen. En daar knelt het schoentje. Aangezien het transport vaak met logge supertankers gebeurt, is soepel inspelen op plotse vraagpieken niet altijd mogelijk.

In de haven van Gent zijn dit weekend twee mammoetschepen met zout aangekomen voor de gespecialiseerde handelaar Zoutman, meldt Radio 1. Ze komen van ver. Het gaat om een schip met 50.000 ton uit Zuid-Amerika en een met 73.000 ton uit Australië. Dat laatste schip werd gisteren uitgeladen in Terneuzen. Het zeezout zal bewerkt worden tot strooizout, voedingszout en zout voor de chemie. De gigaleveringen zijn niet alleen bestemd voor de Belgische markt, maar ook voor andere Europese landen.

Dat is nog niet alle zout dan dezer dagen geïmporteerd wordt. Tussen 25 januari en 10 februari zal er in totaal 170.000 ton zout arriveren in Gent, meldt de verantwoordelijke zouthandelaar Zoutman. Bovendien kwam er eind januari in Rotterdam ook al een schip aan uit de Bahama’s, met de 28.000 ton strooizout die het Vlaamse Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) samen met de steden en gemeenten had besteld.

Al dat zout was goed van pas gekomen in de ondergesneeuwde maand december, toen er een schrijnend gebrek aan strooizout was. Maar vroeger ging niet. Het is voor zoutvervoerders vrijwel onmogelijk om op vraagpieken in te spelen, zeker als het per schip gaat. Een schip vertrekt alleen als het vol zit. Het gaat steevast om meerdere duizenden ton, die niet in een wip te transporteren zijn. Het traject Australië-België duurde bijvoorbeeld 38 dagen. Het tijdsschema ligt soms maanden op voorhand vast.

“Er komt veel bij kijken. Er moet een schip gevonden worden voor de lading en je moet daarna de laaddata vastleggen in de havens van vertrek en aankomst. Je moet rekenen op minimaal twee maanden, vanaf het moment van de bestelling”, zegt Bart Sobry van Zoutman. Lang op voorhand gokken op een mogelijke piek in de bestellingen doet hij niet. “Dan ben je opportunistisch bezig.”

Het West-Vlaamse bedrijf zal de lading nu gedeeltelijk verwerken tot strooizout en leveren aan een aantal steden en gemeenten in Vlaanderen en Wallonië, zodat die hun tekorten kunnen aanvullen. Het AWV doet hetzelfde. Via kleine schepen en vrachtwagens wordt het zout zo snel mogelijk aan steden en gemeenten geleverd.

De bestelling van het AWV is overigens niet onbesproken. Het aangekochte zout uit de Bahama’s komt van Esco, een divisie van de Duitse groep K+S. Die leverancier is in de bewuste rampmaand december in gebreke gebleven en kon zich niet houden aan de leveringsafspraken. Vlaams volksvertegenwoordiger Marino Keulen (Open Vld) klaagde eerder aan dat de prijs die het AWV ervoor betaalt, 80 euro per ton, te hoog is. Dat is duurder dan de prijs bij een normale levering, 50 à 60 euro per ton. Volgens het AWV kon op het moment van de bestelling echter geen lagere prijs gevonden worden. (EVB)