Direct naar artikelinhoud

Oeverloos gepalaver over water

In tegenstelling tot de zondvloed van vorige week bleef het gisteren droog buiten, maar in het Vlaams Parlement was het huilen met de pet op. Wat een debat ten gronde over de recente watersnood hoorde te zijn, verzandde in een welles-nietesspelletje waarbij de spaarzame beredeneerde tussenkomsten het moesten afleggen tegen technische uiteenzettingen en dorpspolitieke argumenten.

Met Kris Peeters, Hilde Crevits, Joke Schauvliege (allen CD&V) en Philippe Muyters (N-VA) waren vier bevoegde ministers opgedaagd voor het actualiteitendebat over de overstromingen van vorig weekend. Klaar om zich te weren tegen het spervuur van verwijten dat de oppositie, maar ook enkele leden van de meerderheidspartijen, voor hen in petto had. Minister-president Peeters probeerde echter van bij het begin de kritiek te counteren door erop te wijzen dat iedereen op het terrein meer dan zijn best had gedaan en de klaagzang bijgevolg misplaatst was.

Zijn vroegtijdige repliek kwam hem op een standje van Vlaams Belang-fractieleider Philip Dewinter te staan. “Gebruik de hulpverleners niet als alibi”, snauwde Dewinter, die Peeters erop wees dat hij voor zijn beurt sprak en zo het debat hypothekeerde. “Ik kan ook binnen twee uur terugkomen”, reageerde de minister-president geërgerd. Een uitspraak die Hermes Sanctorum van Groen! dan weer niet over zich heen liet gaan. “Twee uur later komen? Het is wel de bedoeling dat u luistert naar ons”, merkte hij fijntjes op.

Meteen was de toon gezet voor een urenlange bitse discussie waarbij het meermaals tot opstootjes kwam. Ondertussen verwaterde het debat inhoudelijk omdat dorpspolitieke belangen steeds vaker de bovenhand haalden. Aangezien het Vlaams Parlement bevolkt wordt door tientallen burgemeesters, schepenen en gemeenteraadsleden, kon elk parlementslid immers wel een waterloop, beek of riool uit de eigen achtertuin opnoemen waar het wassende water schade had aangericht, of net niet. De discussie tussen Mia De Vits (sp.a) en Tinne Rombouts (CD&V) over het goede dan wel slechte onderhoud van de grachten in hun respectieve gemeentes was al hemeltergend, maar toen Kathleen Deckx (sp.a) ook nog eens de aanwezigheid van radioactief slib in de Molse Nete (!) in de discussie betrok, was de relevantie van het debat helemaal zoek. Ook de anders zo op discipline hamerende voorzitter Jan Peumans leek het schouwspel op den duur moedeloos te aanschouwen.

‘Leer er mee leven’

Ei zo na liep de plenaire sessie volledig uit de hand toen Open Vld-parlementslid Gwenny De Vroe de kritiek van haar partij opentrok naar het hele beleid van de Vlaamse regering, daarbij een veelbesproken en aan minister van Leefmilieu Joke Schauvliege toegeschreven quote parafraserend. “Water in uw woning? Leer er mee leven. Wachtlijsten in de kinderopvang? Leer er mee leven. Geen geld voor scholenbouw? Leer er mee leven. Het lijkt wel het nieuwe motto van de Vlaamse regering”, sneerde De Vroe.

“Het populisme van Open Vld? Leer er mee leven”, kaatste CD&V’er Robrecht Bothuyne de bal terug, waarna partijgenoot Carl Decaluwé de liberalen van “demagogie en volksverlakkerij” beschuldigde. Toen Decaluwé even later zijn pijlen op gewezen minister van Ruimtelijke Ordening Dirk Van Mechelen (Open Vld) richtte, was het hek helemaal van de dam.

Tussen de schermutselingen door werden gelukkig ook gegronde bedenkingen geformuleerd. Zo herhaalde Bart Martens (sp.a) zijn vraag om het Rubiconfonds te reanimeren. Dat fonds staat lokale besturen bij in de financiering van waterbeheersingsprojecten, maar moet het wegens besparingen sinds 2009 zonder bijdrage uit de Vlaamse begroting doen. Martens wees ook op de tekortkomingen van de watertoets, het beleidsinstrument dat bij het toekennen van een bouw- of verkavelingsvergunning nagaat wat de effecten zijn op de lokale waterhuishouding. Verschillende parlementsleden hekelden daarnaast het versnipperde waterbeleid in Vlaanderen, waarbij de aanpak die onze noorderburen hanteren steevast als schoolvoorbeeld naar voren werd geschoven.

Voor minister van Leefmilieu Joke Schauvliege een reden om er in haar tussenkomst op te wijzen dat het vorige week in Nederland een pak minder had geregend dan bij ons. “De piekmeting in de Dender bedroeg 118 kubieke meter per seconde tegenover 82 kubieke meter per seconde bij de overstromingen in 2002. Zo’n situatie komt statistisch maar eens in de 100 jaar voor”, betoogde de minister. Bovendien had de overvloedige regenval op het einde van de zomer ervoor gezorgd dat de bodem al vanaf september verzadigd was. “Het huidige grondwaterpeil kennen we normaal pas na de winter”, illustreerde Schauvliege de extreme weersomstandigheden.

De minister wees daarnaast uitvoerig op de plekken waar de wateroverlast tot een minimum werd beperkt dankzij de ingrepen die de overheid de voorbije jaren had uitgevoerd. Schauvliege engageerde zich in naam van de hele Vlaamse regering het investeringsritme inzake waterbeheer op peil te houden en de nodige lessen te trekken uit de overstromingen van vorige week. “De strijd tegen water geven wij niet op. Vandaag niet, maar ook morgen niet”, besloot ze na 3,5 uur oeverloos gepalaver.