Direct naar artikelinhoud

Cuba houdt eerste partijcongres in veertien jaar

De Communistische Partij van Cuba (PCC) houdt voor het eerst in 14 jaar opnieuw een congres. Het Zesde Partijcongres is bepalend voor de economische toekomst van het eiland.

Tot in de late jaren negentig kwam de PCC om de vijf à zes jaar in congres bijeen, maar na 1997 gebeurde er niets meer. Op zo’n congres worden doorgaans de krijtlijnen voor de toekomst uitgezet en worden de grote sociale, economische en politieke doelstellingen vastgelegd. Nu er om onduidelijke redenen twee beurten overgeslagen zijn, is de aandacht voor de vandaag beginnende, vierdaagse vergadering extra groot.

Samenvallend met het congres vindt in Havana ook een indrukwekkende legerparade plaats, de jongste jaren ook al een zeldzaamheid. De optocht moet de 50ste verjaardag opluisteren van de invasie van de Varkensbaai door Cubaanse ballingen. De revolutionaire troepen wisten het door de CIA gesteunde huurlingenleger in de pan te hakken, waarna Fidel Castro het socialistische karakter van de revolutie afkondigde.

Cubaanse dissidenten zeggen dat het machtsvertoon van vandaag een poging is om tegenstanders van het regime af te schrikken. Maar dat Havana taferelen ziet zoals in de Arabische wereld, is onwaarschijnlijk, al is het maar omdat Cuba een ‘westerse’ bevolkingspiramide heeft. De gemiddelde leeftijd ligt er op 38 jaar, niet 23 zoals in Egypte. Als het even kan, emigreren Cubaanse jongeren naar de vlakbij gelegen VS. Op gezette tijden organiseert Washington een loterij die officiële migratie mogelijk maakt.

Economie aanpassen

Het neemt niet weg dat Cuba er economisch erg slecht voor staat, waardoor zeer drastische aanpassingen op stapel staan. Op het congres zullen de ‘Grote lijnen van het economische en sociale beleid’ worden goedgekeurd die de voorbije maanden in de lokale en provinciale partijafdelingen zijn besproken en geamendeerd.

Hoewel dit jaar alleen al een half miljoen mensen uit overheidsdienst ontslagen wordt, blijft het privé-initiatief op Cuba uiterst beperkt. Behalve kappers, schoonheidsspecialisten en schoenmakers behoren tot het 150-tal recentelijk ‘geliberaliseerde’ beroepscategorieën ook die van vulpen- en aanstekerherstellers.

Alhoewel het regime van Raúl Castro tot zware besparingen gedwongen wordt, liggen politieke openingen niet in het verschiet. Ook een langverwachte opheffing van het reisverbod of herstel van het privé-eigendom zit er niet aan te komen. Het partijcongres is belangrijk, ja, maar omdat het regime niet van verrassingen houdt, zijn alle initiatieven vooraf doorgepraat. (LD)