Direct naar artikelinhoud

Harde linkse oppositie? EEN KARIKATUUR

De harde oppositie van de linkse partijen berust op een mythe. In het parlement stemmen ze namelijk vaak mee met de centrumrechtse partijen van de regering-Michel. Dat blijkt uit een onderzoek in het sociaaldemocratische maandblad Sampol.

Het geluid van de laarzen weerklinkt in de regering. Dat verwijt gooit PS-fractieleidster Laurette Onkelinx bij de start in 2014 voor de voeten van premier Charles Michel (MR), die voor de camera's zijn regeerverklaring voorleest. Onkelinx eist meteen het ontslag van Theo Francken en Jan Jambon (N-VA) vanwege foute mails en uitspraken over collaboratie.

Sindsdien doet 'Laurette Mitraillette' haar reputatie alle eer aan en neemt ze de Zweedse coalitie stevig onder vuur. Haar Vlaamse collega's van Groen en sp.a staan doorgaans naast haar in de frontlinie. Zij laten geen kans onbenut om de rechtse regering te wijzen op haar asociale beleid.

Maar ondanks de publieke verontwaardiging blijkt het toch nogal mee te vallen met die hardvochtige regering. Dat blijkt uit een analyse door Frederik Verleden, gastdocent aan de faculteit sociale wetenschappen van de KU Leuven, in het links-politieke maandblad Sampol.

Scherpe debatten

"Het beeld van een compromisloze socialistische oppositie is niet meer dan een karikatuur", stelt Verleden. Van 2014 tot 2016 konden sp.a en PS zich vinden in het gros van de wetgeving. In de 276 stemmingen onthield sp.a zich in 16 procent van de gevallen en stemde ze in 17 procent tegen. De PS scoort met respectievelijk 15 procent onthoudingen en 20 procent tegenstemmen in dezelfde grootteorde. Een gelijkaardige tendens ziet hij bij de groenen.

Er is één duidelijke uitzondering: de extreem-linkse PTB. Die stemt slechts in 60 procent van de stemmingen niet mee met de meerderheid of onthoudt zich. Een ideologische keuze, want aan de aanwezigheid van de twee PTB'ers ligt het niet. Hun minifractie heeft nog nooit een stemming gemist.

Zijn de andere oppositieleden makke lammetjes? Eigenlijk valt dat best mee, zegt Verleden. Aangezien het soms louter om technische aanpassingen gaat, is het normaal dat een deel wetgeving zonder tegenstellingen passeert. In omstreden dossiers zoals de indexsprong, de taxshift of de hogere pensioenleeftijd is er totaal geen sprake van een wapenstilstand tussen meerderheid en oppositie.

Volgens Groen-fractieleider Kristof Calvo schept de studie terecht een genuanceerd beeld over de werking van het parlement. "Uiteraard zijn er scherpe debatten, maar er zijn ook momenten van consensus en samenwerking."

Niet alles valt tot cijfers te herleiden, maar Calvo ziet een groot verschil tussen het parlement tijdens de huidige en de vorige legislatuur. "Dit parlement is veel actiever en benut beter de parlementaire mogelijkheden. Dat zie je bijvoorbeeld aan de opgerichte commissies rond Optima, de aanslagen en dieselgate. De inhoud van de debatten is ook fundamenteler. Gek genoeg was er onder de tripartite minder sociaal-economisch debat dan onder deze regering."

Rebellen

Die analyse wordt ondersteund door de statistieken. Ondanks haar eigen gekibbel houdt de regering-Michel haar parlementaire basis sterk in de hand. In 99,3 procent van alle stemmingen over wetgeving treedt de meerderheid van de regering-Michel op als een solide blok.

"Historisch gezien is dat indrukwekkend", aldus Verleden. Qua tucht doet de N-VA tijdens haar eerste federale regeringsdeelname niet onder voor de klassieke partijen.

Om een idee te geven van de ijzeren hand van Michel: op 127.803 uitgebrachte stemmen weken er slechts 124 (0,1 procent) af van de rest van de fractie. Daarmee is de verhouding onder Michel vergelijkbaar met die onder Verhofstadt. Politieke rebellen hebben geen plaats in de Belgische politiek. Zeker niet nu er binnen de huidige meerderheid, met haar 85 leden op 150, weinig ruimte is voor parlementaire dissidentie.

Meer breuken

In die zin hoeft het niet te verwonderen dat steeds meer parlementsleden naar vrijheid snakken. De voorbije weken kwam het tot een breuk tussen verschillende Kamerleden en hun partij. Deze week was er CD&V-Kamerlid Sarah Claerhout, eerder N-VA-Kamerleden Hendrik Vuye en Veerle Wouters. Op het Vlaamse niveau was er de breuk tussen Hermes Sanctorum en Groen.

Dat kan wel een moedige keuze zijn, maar helaas ziet hun toekomst er niet rooskleurig uit. Als het Belgische systeem namelijk iets leert, dan is het dat je zonder partijsteun niets gedaan krijgt.

"Het zijn de fracties die de spil van het parlementaire systeem vormen", schrijft Verleden. Als parlementslid heb je enkel invloed op de aanvangsfase van een beslissing, wanneer de teksten worden geschreven binnen de werkgroepen en op kabinetten. Een groot netwerk is dan cruciaal.

Misschien kunnen Claerhout en co. wel iets leren van Eric Van Rompuy (CD&V), al 30 jaar parlementslid. Hij bracht sinds de verkiezingen van 2014 geen enkele dissidente stem uit. Toch heeft hem dat niet belet om het beleid van financiënminister Johan Van Overtveldt (N-VA) veelvuldig op de korrel te nemen.

Bekijk het volledige onderzoek op www.sampol.be