Direct naar artikelinhoud

Discussie over 'oudste vuur' verhit vooral de gemoederen

Er is wel rook, maar is er ook vuur? Die vraag stellen archeologen zich, nu er aanwijzingen zijn dat oermensen een miljoen jaar geleden al vuur gebruikten. Het bewijs dat onze verre voorouders al konden koken, vindt het ene kamp. Gewoon een toevallig vuurtje, vinden de critici, aangevoerd door de Nederlandse archeoloog Wil Roebroeks.

De lont in het kruitvat komt uit de grot Wonderwerk in het noorden van Zuid-Afrika. Nadat eerder onderzoek er al verbrande botresten had opgeleverd, meldt een internationaal team nu op basis van microscopische stukjes as en verkoolde botsnippers dat men in de grot langdurig vuur gebruikte. Dat bewijst "dat de mensachtigen op deze plek een miljoen jaar geleden kennis van vuur hadden", schrijven de onderzoekers onder leiding van de Amerikaan Francesco Bern in het vakblad PNAS.

Dat is zeshonderdduizend jaar eerder dan het tot dusver oudst bekende gebruik van vuur en zou een openbaring zijn. De mensen in de grot waren immers geen moderne mensen, maar eenvoudige oermensen van de soort homo erectus.

De inzet is hoog. Drie jaar geleden opperde de Brit Richard Wrangham dat de mens grote hersenen kreeg omdat hij de kookkunst onder de knie kreeg, een techniek die extra calorieën vrijmaakt uit voedsel. Maar dan moeten onze verre voorouders wel vuur hebben gehad: tussen de 'groeispurt' van ons brein en het eerste onomstreden gebruik van vuur zit een gat van liefst anderhalf miljoen jaar. "Dit is het meest overtuigende bewijs tot dusver voor Wranghams kookhypothese", vindt Berna nu.

Maar Roebroeks is niet overtuigd. Zo wijst hij erop dat er in de grot wel verbrande spullen, maar geen prehistorisch haardvuur opdook. "Dan had je verhitte grond moeten vinden", zegt hij.

Roebroeks erkent dat er iets gebrand heeft in of vlakbij de grot. "Maar voordat we kunnen zeggen dat men destijds het vuur beheerste, zijn er veel meer observaties nodig, en moet er een patroon zijn."

Zo kan het dat de grotbewoners een brandende tak hadden meegenomen van een natuurbrandje, of dat er brandend materiaal toevallig de grot is binnengewaaid, zegt Roebroeks.