Direct naar artikelinhoud

Nieuwe behandeling voor hepatitis C

Zo'n 100.000 Belgen lijden aan hepatitis C, een virale leverontsteking. Een vaccin is er nog niet, maar een nieuwe behandeling kan de genezingskans gevoelig verhogen.

Elk jaar worden 2.000 nieuwe gevallen van hepatitis C vastgesteld. De ziekte wordt via het bloed doorgegeven. "Voor de jaren 90, toen er nog geen tests waren om de ziekte op te sporen, leidden vooral bloedtransfusies en operaties tot besmetting", zegt hematoloog Hendrik Reynaert (VUB). "Nu treedt het virus nog op bij drugsgebruikers die hun naalden niet proper houden en zomaar uitlenen. En bij homoseksuelen, na onbeschermde seks."

De huidige behandeling is een combinatie van twee medicijnen. Reynaert: "Enerzijds: een spuit interferon, een stof die we ook zelf aanmaken als ons lichaam in contact komt met een virus. Anderzijds: een antivirale pil. Met deze combinatie is 40 à 50 procent van de patiënten geholpen."

De nieuwe therapie kan die genezingskans gevoelig verhogen, tot 80 procent. "De bestaande behandeling wordt aangevuld met een derde medicijn. Het extra, antivirale middel moet ervoor zorgen dat het virus zich niet meer kan vermenigvuldigen."

Hepatitis C is een aandoening met maar weinig symptomen. "Vermoeidheid is de voornaamste klacht", weet de VUB-professor. De ziekte sluimert doorgaans tientallen jaren in het lichaam, zonder dat de patiënt het merkt. Dat het virus zich vaak pas na 25 jaar laat voelen, kan ernstige gevolgen hebben, zoals levercirrose en leverkanker. "Het komt erop aan om patiënten snel te behandelen", stelt Reynaert. "Nu duurt de behandeling één jaar. De nieuwe therapie zouden we bij veel patiënten kunnen terugdringen tot zes maanden."