Direct naar artikelinhoud

Demonische driften van een ijzeren lady

Met De schone slaper laaft Allard Schröder zich gulzig aan een decadente traditie. Deze donkere fabel over de onverbiddelijke zakenvrouw Sélène en haar nakende ontsporing mist zijn effect niet.

Roman.

Is de Nederlandse schrijver Allard Schröder (°1946) ontsnapt uit het fin de siècle? Dood en decadentie en geparfumeerde, ruisende zinnen vol doem, daar weet hij alleszins raad mee. Schröder is dol op duistere geschiedenissen die uitpuilen van het geës-thetiseerd verval. Zijn statige profielfoto op de achterflap van De schone slaper versterkt de indruk van een man die in het verkeerde tijdperk is geboren en voortborduurt op Joris-Karl Huysmans, Oscar Wilde of Barbey d'Aurevilly.

Maar vergis je niet: deze roman mag dan geënt zijn op de mythe van de Griekse maangodin Selene die de jongeling Endymion in zijn slaap kust, De schone slaper is wel degelijk hedendaags.

Zoals wel vaker bij Schröder, kampen zijn hoofdpersonages met ambigue strevingen, in dit geval de spanning tussen een ijzeren zelfbeheersing en het toegeven aan bijna demonische aandriften.

Zijn hoofdpersonage, de platinablonde, statige Sélène Richter, is een vrouw die het ver heeft geschopt. Ze staat aan het hoofd van een internationaal 'Concern'. Haar carrière gaf ze voorrang op het ware leven. Sélènes werknemers sidderen wanneer ze voorbij schrijdt. Ze houdt er de bijnaam 'De Haai' aan over, tuk als de narciste is op het lijden van anderen.

Ouder geworden en teruggetrokken levend in West Palm Beach, 'in een stad vol gigolo's', vraagt ze zich af of ze de juiste keuze heeft gemaakt en zichzelf veronachtzaamde. Wanneer haar jonge neef Endy (!) - eerst tegen haar zin - een poos bij haar komt inwonen, verschrompelt haar ijzigheid en raakt ze getoucheerd door zijn schoonheid. Meteen borrelen er wrede fantasieën op en cultiveert Sélène haar sadistische trekjes. 'Misschien verdraag ik andermans onschuld niet.'

Als ze bovendien het pad kruist van Justine, een bandeloos schepsel ontsnapt uit de boeken van markies De Sade, viert genotzucht plots hoogtij. Voor het zover is, evoceert Schröder de van liefde gespeende, door religie overheerste jeugdjaren van Sélène. Toen vond ze soelaas bij haar broer, met wie ze ooit een incestueuze band had. Tot hij spoorloos verdween.

Schröder omkranst De schone slaper met royale symboliek, puttend uit schilderkunst, mythologie en literatuur. Af en toe legt hij het er te dik op, zodat je naar zuurstof moet happen bij de zoveelste welluidende volzin. Toch sluit deze allesbehalve anorectische taal vol fijne modulaties perfect aan bij zijn zwart-romantische thema's. Sélènes onderdrukte emoties en vreemde gesmacht naar genegenheid, resulterend in 'een kwijnende blik', leiden naar een troebel universum waarin voyeurisme, schijngestalten én dood de dienst uitmaken.

In deze bizarre, maar bijzonder goed geschreven roman laat ceremoniemeester Schröder niets aan het toeval over.