Direct naar artikelinhoud

'Blij en boos omdat we Aleppo moeten afstaan'

In het Syrische Aleppo is de evacuatie van burgers met horten en stoten gestart. 's Ochtends viel er nog een dode toen een ambulance werd beschoten, maar nadien kon toch een eerste duizendtal mensen vertrekken. Of daar ook de weeskinderen bij waren van wie de noodkreet ondertussen de hele wereld beroert, staat echter niet vast.

"Het is misschien de laatste keer dat jullie mijn stem kunnen horen en mijn gezicht kunnen zien." Zo spreekt de tienjarige Yasmeen Qanouz in een videofilmpje dat gisteren de wereld rondging. Het werd gemaakt tijdens de laatste dag van gevechten in het oosten van Aleppo, in het weeshuis 'Moumayazoun'. Het meisje woont daar al twee jaar, sinds ze haar ouders verloor aan een bombardement. "Help ons om hier uit te geraken, want ook wij willen leven", zo smeekte ze woensdag tussen vijftig lotgenootjes, terwijl het regeringsleger de wijk nog volop met bommen bestookte.

Niemand kon gisteren zeggen of de kinderen ongedeerd uit die laatste golf van aanvallen kwamen en of ze al op een bus zijn gezet.

De zo verhoopte evacuaties begonnen gisteren dan toch, maar niet zonder slag of stoot. Toen hulpverleners 's ochtends begonnen met het samenbrengen van gewonden, werd een ambulance onder vuur genomen door regeringsgezinde soldaten. Daarbij viel één dode en geraakte ook de chef van de 'Witte helmen' gewond - het vrijwilligerskorps dat voor de Nobelprijs genomineerd werd. Geschat wordt dat er in het voormalige rebellengebied nog veertig- tot zestigduizend mensen ingesloten zitten. Zij krijgen nu de keuze om naar het regeringsgebied uit te wijken of met de overgebleven verzetslui naar het rebellengebied in de provincie Idlib te worden verhuisd.

Ooit komen we terug

Volgens ooggetuigen zouden zo'n twintig bussen uit het oosten van de stad gereden. Bij een kruispunt stopten ze waarna Rode Kruis-medewerkers instapten. Ze worden begeleid door politie- en legervoertuigen. Een tweede konvooi met vijftien bussen stond hierna op het punt te vertrekken. Volgens een functionaris van de wereldgezondheidsorganisatie WHO verliep de aftocht zonder problemen.

Het Syrische leger heeft een veilige aftocht gegarandeerd. Russische soldaten begeleiden de konvooien. Volgens het ministerie van Defensie in Moskou heeft president Poetin persoonlijk opdracht gegeven tot deze beveiligingsoperatie. De soldaten maken deel uit van de interventiemacht die sinds een jaar in Syrië is. Ze waren de afgelopen dagen ook betrokken bij het verstrekken van voedsel aan bewoners die de oostelijke rebellenbolwerken hadden verlaten.

In ruil voor die vrijgeleide stonden rebellen gisteren ook toe dat er met de evacuatie van burgers uit twee omsingelde regimebastions in Idlib begonnen werd. Voor de burgers van Aleppo was het met gemengde gevoelens dat ze vertrokken. "We zijn wel blij dat we veilig kunnen ontkomen", gaf leraar Engels Wissam Zarqa toe. "Maar we zijn ook boos omdat we worden gedwongen om onze stad af te staan."

Her en der werden nog vlug slogans op de muren gespoten: 'Aleppo, ooit komen we terug!' - en één van de geëvacueerden schreef die woorden ook nog met zijn vinger in het stof op de ruit van de bus.

Veiligheid niet gegarandeerd

Het is trouwens hoogst onzeker of de mensen die zich naar Idlib laten brengen, daar lang veilig zullen zijn. Het verzet in die provincie wordt steeds meer gedomineerd door jihadisten die gelinkt zijn aan Al Qaida en de kans is groot dat zij het doelwit worden van een volgend offensief.

Verschillende bronnen maakten gisteren zelfs al gewag van luchtaanvallen door het regime op het platteland ten zuidwesten van Aleppo, precies op de plek waar het eerste konvooi met geëvacueerden op dat moment het rebellengebied binnenreed. Die berichten vielen echter niet te verifiëren en ze werden door andere bronnen al gauw weer ontkend.