Direct naar artikelinhoud

'Ook ellende moet in de markt gezet worden'

Terwijl Nederland vlot zijn portemonnee voor de Filippijnen trekt, houden de Belgen de vinger op de knip. Voor u zich zorgen maakt: dat heeft niet te maken met een gierige volksaard, wél met de PR-machine van de goede doelen.

Er stond bij onze noorderburen maandagavond 18.506.023 euro op de teller bij het afsluiten van hun nationale hulpactie voor de Filippijnen. Wij blijven voorlopig hangen op een schamele 2,4 miljoen euro.

Als verklaring voor onze vrekkigheid wordt de late start van de campagne van het consortium 21-21 naar voren geschoven. Uit angst om de kwakkelende inzamelactie voor Syrië (nog meer) in het gedrang te brengen, zou 21-21 te lang getreuzeld hebben, waardoor bij veel geefgrage Belgen de sense of urgency verdween. Maar is dat ook zo? Zijn wij, Belgen, niet gewoon gierig van aard, in tegenstelling tot die gulle Nederlanders?

Mediabereik

"Het povere resultaat van de Belgische inzamelactie is geen uiting van gierigheid of egoïsme", zegt Theo Schuyt, professor filantropie aan de Universiteit van Amsterdam. "De vrijgevigheid van Belgen, Nederlanders of andere nationaliteiten heeft niets met 'volksaard' te maken. De voornaamste reden waarom mensen anno 2013 voor een goed doel geven, is dat ze 'het moeten weten'. Dat klinkt een beetje raar, maar als mensen er niet van op de hoogte zijn dat er een grote ramp is en ook niet weten dat er geld wordt opgehaald, zal de vragende organisatie niet veel ontvangen."

Een van de redenen waarom Nederland bij inzamelacties vaak goed scoort, is volgens professor Schuyt de historische band die er tussen goede doelen en de media gegroeid is. "Ontzettend veel bekende Nederlanders die vaak op televisie verschijnen, zijn ook nog eens ambassadeur voor een of ander goed doel en pakken daar graag mee uit."

Erik Todts, voorzitter van 21-21, heeft dus gelijk als hij stelt dat de Belgen niet in hun buidel tasten omdat er geen grote gezamenlijke solidariteitsactie van alle kranten en tv-zenders was? Theo Schuyt: "Natuurlijk. Vorige week was er in Italië een sms-actie voor de Filippijnen via een telecomprovider. Dat leverde wel wat centen op, maar ook daar ontbrak die extra ondersteuning van de verzamelde media. De Nederlandse zenders hebben een unieke deskundigheid opgebouwd in hoe ze ellende in de markt moeten zetten."

Nederlandse programmamakers weten hoe ze met de keuze van beelden hun landgenoten op het gemoed kunnen werken. "Eerst tonen ze hartverscheurende beelden van onschuldige kinderen of ontheemde ouderen, en daarna zien de kijkers bekende figuren die zich inzetten. Die goede voorbeelden vragen vervolgens hen te volgen", vertelt Schuyt.

"Belgische organisaties kunnen daaruit leren dat ze hun banden met de media stevig moeten aanhalen, aan zenderoverschrijdende acties moeten werken en charismatische bekende mensen moeten inzetten als ambassadeur."

Al zullen sommige acties nooit aanslaan - aandacht of niet. Denk maar aan Syrië, waarvoor zowel in België als Nederland amper gedoneerd wordt. "Het wrange voordeel van een natuurramp is dat het iedereen kan overkomen", zegt Schuyt daarover. "Maar als er oorlog gevoerd wordt, zoals in Syrië, denken mensen: 'Wat zullen ze daar met mijn geld aanvangen?' Ze worden achterdochtig en houden hun centen in hun zak."

Of mensen al dan niet geven, is volgens Theo Schuyt niet te wijten een verharding van de samenleving. "Wat wel een rol speelt, is de drastische daling van de invloed van de kerk." Voor Nederland spreken de cijfers boekdelen: na de tsunami in 2004 brachten de verzamelde protestantse kerken 266 miljoen euro bijeen, nu is hun bijdrage geslonken tot 184 miljoen.

"In Nederland wordt de rol van de kerk wel overgenomen door maatschappelijke organisaties."

Music for Life

"Daarnaast organiseren mensen ook inzamelingen op het werk", zegt Schuyt. "Acties die daarop inspelen en een voorbeeld kunnen zijn voor anderen, zijn jullie Music for Life en onze Serious Request. Zij surfen mee op de tijdsgeest, weten hoe ze hun doel aan het publiek moeten verkopen én hoe ze mensen kunnen enthousiasmeren."