Direct naar artikelinhoud

Tieners sliepen 29 keer in een cel

29 keer heeft een minderjarige vorig jaar in een Antwerpse politiecel moeten overnachten. In de reguliere jeugdzorg was geen plaats voor hen. 'Dit kan niet', klinkt het ook binnen de Vlaamse meerderheid.

In maart 2015 werd een 17-jarig meisje gedumpt aan het Antwerpse justitiepaleis. De psychiatrische kliniek kon haar niet meer opvangen. Omdat er nergens anders plaats was, moest ze een nacht in de politiecel doorbrengen. Geschokt pleegden Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V) en federaal minister voor Volksgezondheid Maggie De Block (Open Vld) spoedoverleg om zulke misstanden te vermijden.

Uit het jaarrapport van de Antwerpse rechtbank van eerste aanleg blijkt dat de resultaten voorlopig uitblijven. In 2016 waren er 29 nachten waarin een minderjarige als noodgreep in een politiecel moest blijven. Een stijging tegenover de voorgaande jaren, stelt het rapport. "Een zeer betreurenswaardige vaststelling", luidt het.

Structureel plaatstekort

De groep van jongeren die in de cel belanden is divers. Het gaat niet enkel om psychiatrische patiënten, soms ziet de rechter de cel als enige manier om bijvoorbeeld een minderjarige in de prostitutie een veilige omgeving te bieden. In andere gevallen worden jongeren opgesloten die een gevaar vormen voor de openbare veiligheid.

Steeds geldt: zij horen eigenlijk thuis in de jeugdzorg of een gesloten instelling. Maar daar is een structureel plaatstekort. "Laat me duidelijk zijn: een minderjarige in de cel is onaanvaardbaar", zegt kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen.

Het is de eerste keer dat deze cijfers worden gepubliceerd, en dan nog enkel met betrekking tot Antwerpen. Voor alle duidelijkheid: het rapport heeft het over 29 nachten, niet jongeren. Vaak belandt eenzelfde jongere meer dan één nacht in de cel.

Wel is duidelijk dat het aantal gevallen in Antwerpen hoger ligt dan in andere arrondissementen. Dat heeft te maken met de specifieke grootstedelijke context, maar ook met het gevoerde beleid. In Gent zal de jeugdrechter eerder een of meerdere nachten wachten tot hij een plaats in een instelling heeft gevonden, alvorens op te treden. Antwerpen kiest voor een directere aanpak.

"Geen van de opties is beter", zegt Elke Van den Brandt, Vlaams Parlementslid voor Groen. "Een nacht in de cel is traumatiserend, maar een nacht zonder bescherming of hulp is gevaarlijk. Er moeten simpelweg structureel meer reguliere opvangplaatsen komen."

Op dat vlak zijn er een aantal inspanningen gedaan sinds 2015. De Block maakte een budget van 27 miljoen euro vrij voor een betere coördinatie per provincie en een betere vroegtijdige detectie van psychologische problemen. Vandeurzen maakte een gelijkaardig bedrag vrij voor extra plaatsen en laagdrempelige hulp.

In de spiegel kijken

Van den Brandt vroeg minister Vandeurzen al verschillende keren naar cijfers voor heel Vlaanderen. De minister liet weten dat hij die zal vrijgeven nadat hij eerst een kwalitatieve studie heeft uitgevoerd.

"Het gaat om een complexe en heterogene groep", zegt hij. "We hebben de indruk dat in Antwerpen de situatie stilaan verbetert, maar afhankelijk van de meetmethode kom je uit bij een ander resultaat. Vorige maand hadden we hierover nog overleg met de sector."

Binnen de meerderheid klinkt kritiek. "Niets tegen extra studies, maar het is zonneklaar dat deze cijfers slecht zijn: dit kan niet", zegt N-VA-parlementslid Lorin Parys. "Er wordt geïnvesteerd, maar de instroom in jeugdhulp is de laatste tien jaar verdubbeld, de vraag naar crisisopvang neemt elk jaar toe. We moeten als maatschappij in de spiegel kijken en ons afvragen hoe dat komt."

► 4