Direct naar artikelinhoud

De krachttour van Luik

Het kostte de provincie Luik veel centen, de départ van de Tour: vier miljoen euro. Maar het leverde ook veel op, honderdduizenden toeschouwers. In 't stad voor de proloog, in 't groen voor de eerste rit: een weekend lang trapte Luik door de boter. 'Hoezo, Boonen doet niet mee?'

Zaterdag, iets na drie uur. Nicolas Deblauwe ziet hoe Philippe Gilbert zich warmtrapt op de rollen voor de BMC-bus. Dikke drommen rond de Belgische tricolore. Boonen won dan wel het BK op de weg, Gilbert is nog altijd nationaal kampioen tegen de tijd. Bij iedere pedaalslag een salvo aan foto's. Nog altijd Sant in eigen land, Phil. Deblauwe kijkt toe: "Voor de tweede keer in amper acht jaar opent Luik de Tour. Dat moet toch wat kosten?"

De vraag is legitiem, het antwoord bekend. De départkost 4,2 miljoen euro. Betaald door de provincie Luik. Daarvan gaat 2,5 naar Amaury Sport Organisation (ASO), de organisator van de Tour. Luik betaalde 626.000 euro om de Tour te promoten en nog eens 1 miljoen euro werkingskosten voor de infrastructuur en de beveiliging van het reizende circus. Een relatief bescheiden bedrag, gezien de geschatte opbrengst. Inclusief de rit van vandaag hoopt de provincie Luik bijna 22 miljoen euro te halen uit de drie dagen durende manie. Ter vergelijking: toen Londen in 2007 Cancellara en co liet voorbijrazen aan Buckingham Palace, leverde dat dik 28 miljoen euro op. Rotterdam deed drie jaar later nog beter met 33 miljoen euro. Met andere woorden: de Tour is een melkkoe. De Tour is een voorrecht.

Rustige vastheid

Waarom krijgt Luik dat voorrecht voor de tweede keer in acht jaar? Echt onlogisch is de toekenning niet. Er is al de prima organisatie van Luik-Bastenaken-Luik, een koers in handen van Toureigenaar ASO. Luik is dikke vriendjes met het machtige sportbureau. De politici zijn gekend in Parijs, op de hoofdzetel. De stad ligt daarenboven dicht bij Frankrijk, er zijn geen zware verplaatsingskosten en over Luik hangt nog altijd een zweem koerssentiment. Door La Doyenne, dat spreekt. De énige Europese stad overigens die de drie grote rondes (Tour, Giro, Vuelta) al mocht openen. En ASO weet ook dat koersen in België de keuze is van de rustige vastheid. Een magneet in een wielergek land. Roulez, roulez. Altijd volk, altijd prijs.

Het begon zaterdag al: de proloog als parade. Want dat is het, een rode loper van iets meer dan zes kilometer. Langs de Maas, over de kinderkoppen van de Place Saint Lambert, een lus voor de renners, een lasso voor het volk. Aan de rennersbussen heerste de idolatrie. Zeg maar de backstage van een festival, zo'n rennersdorp. Rock-'n-roll met velgen en bidons. Dikke rijen volk, gedrukt tegen een dranghek. Om hem toch maar te zien, Mark Cavendish, of Cadel Evans, natuurlijk. En dan hoorde je de vraag, overal: "Meneer, doet Boonen niet mee?"

Renners zijn helden anno 2012. Ach, altijd al geweest. De dood of de gladiolen. Laat Herman Van Rompuy de gele trui omgorden en het volk lacht. Ook in De Haan. Geen lens is te lang aan de start van de proloog, geen blik te diep. Philippe Gilbert die het startpodium oprijdt, een ridder op zijn paard. Kinderen die in bomen kruipen, of op schouders. "Philippe, ici!" En dan de twijfel bij het publiek. Terwijl Gilbert vingers telt en zijn stuur vastgrijpt, passeert Elio Di Rupo. Een rood strikje. Hij kan niet op tegen Phil. Beetje handjes, ja, maar niet dat unisone geklap voor de premier. Geen vocale steun. Het volk wil brood en spelen, geen amendement om BHV.

Geen tijd voor politiek

Dat de Tour in België meer was dan een stoet in Luik, bewees de passage van het peloton in het Waalse Barvaux, nabij Durbuy. Toeters noch bellen, maar veel volk met veel vlaggen. Al vroeg op de dag overigens. Madame Gilman, hoogbejaard, heeft het tijdschema uit La DH geplukt. "15.40u, dan gaat het hier ontploffen, meneer."

Het is aandoenlijk, de kinderlijke drang naar al wat de tourkaravaan uitbraakt. De slang aan publiciteit die door Barvaux glijdt. Dat is het voor kinderen: een carrousel zonder flosj. Blijven draaien. De jacht op de drinkbus op de tune van Rodania, zo was het vroeger. Om dan café De Sportvriend binnen te lopen en ne choco te bestellen. Iedereen Hector. Een choco on the rocks, meneer. Pet op, klep omhoog. Met in de zak een zweetband van La Redoute. Blauw katoen met witte letters.

In Barvaux geen Rodania. Wel Britten. Het zijn er dertien. Een journalistieke delegatie van de BBC, zowaar. Marc Flashman, de kopman van een groep in gruwelijk groen getooide renners. "Cheapest jersey there was." Ze volgen de Tour al acht jaar, telkens in groep. Ze drinken bier en stellen zelf vragen: "Klopt het dat er in de rand van Brussel communautaire spanningen zijn? Dat las ik hier ergens in een krant. Ja, toch hé? Of is het nu het moment niet om over politiek te praten? (lacht). Hier een easy quote:Bradley Wiggins wins the Tour. Huij!" Hij voegt er nog iets aan toe, Flashman: "Trouwens, wat eten jullie eigenlijk in België? Wij vreten hier al twee dagen gehaktballen."

Het valt op. Nooit zoveel nationaliteiten gezien in een Waalse zakdoek als Barvaux. Er zijn Britten, Nederlanders, Duitsers en Fransen. Die zijn er altijd. Maar er zijn ook Japanners, Chinezen en Noren. Ook wielergek, maar niet de furie van een Flandrien. Het roodblauwe kruis steekt er bovenuit. Op de côte de Barvaux zit het volk op de vangrail. Collectief en panne, al twee uur voor de passage van de Grote Helden. "Edvald Boasson Hagen is onze man", zegt Terje Fossum, uit Beitestolen. Hij spreekt ook Frans en Engels. "Ik werk in Bergen, voor de NATO."

Het peloton nadert, zegt een radio. De buren beamen: "Nog een kwartiertje en ze zijn er." Dat hoor je alleen op de koers: kop uit de nek, licht voorovergebogen, de vuisten heftig schuddend: "Ze zijn d'er! Ze zijn d'er!" Terje Fossum kan de gekte niet goed plaatsen. "Wij zien hem graag, onze Edvald. Maar jullie Belgen zijn verslaafd. Jullie zijn gek. Kijk eens rondom u. Dat is uniek."

Côte de Barvaux moet moeite doen om het predikaat 'côte' te verdienen. Vierde categorie, willen maar niet kunnen. En toch leest de helling als een col. Niet fysiek, maar visueel. Caravans al bij de eerste rit in de Tour.

Als de nacht verdwijnt

Walter Van Massenhove is klaar. De spaghetti is verteerd. "Mijn keppe zit binnen." Keppe is West-Vlaams patois voor vrouwlief. Nadine kijkt naar de koers. Walter luistert, buiten in zijn zetel. Hij heeft een roze pet op zijn hoofd die hij kreeg in de Giro. "Ik zit aan 11.000 kilometer dit jaar. Niet op de fiets, maar met de mobilhome." Migrateur staat op de wagen geschreven. "Ik sta hier sinds gisteren 13u. De beste plek van de hele col. Altijd. 11.000 kilometer, dat is Parijs-Nice, de Giro, de Ronde van Denemarken, de Dauphiné Libéré, de Ronde van Zwitserland, nu de Tour en straks de Vuelta." Walter is op pensioen na een leven lang in de haven van Zeebrugge. "De koers zit in mij. Sinds Tom Stubbe een paar jaar geleden meetrok in het zog van Philippe Gilbert van La Française des Jeux naar Lotto. Ik ben van Blankenberge. Stubbe is ook van 't zètje. Was, hij fietst niet meer."

Walter is intussen een bekend figuur. Een vaste figurant, het meubilair van de set. In de Giro gaf Walter cola aan Jelle Vanendert. En Jelle gaf dankbaarheid. Walter: "Schone mens, Jelle."

Aan de zetel hangt een walkietalkie. Radio Tour is formeel: "On arrive à Barvaux". De vangrail is nu leeg, de mensen staan recht. Een dag lang nagelbijten, om het peloton in een fractie van een seconde voorbij te zien vlammen. Eerst het kopgroepje, dwars door een rookwolk(je). Afkomstig van een tot barbecue omgebouwde aanhangwagen.

Dan de mannen van Cancellara die bij het binnenrijden van het dorp het tempo mennen. De gele trui blinkt, Barvaux schreeuwt. Aan de rotonde zingt een kudde jonge leeuwen schlagers. "Als de nacht verdwijnt, en de zon weer schijnt." Er is steun voor Jurgen Van den Broeck. En voor Gilbert. En weer: "Tiens, ik heb Boonen niet gezien."

Het is folklore en het blijft folklore. Je moet niet betalen om ze te zien. Een paar seconden en Barvaux loopt opnieuw leeg. Het is goed geweest. Walter trekt zijn witte beest op gang. De Noren trekken verder. De Britten vegen het schuim van hun lippen. En Madame Gilman gaat terug naar binnen. Vanavond zit in Barvaux iedereen voor de televisie. En vandaag zeggen ze het ongetwijfeld tegen elkaar: "En, gezien? Mijn huis was schoon in beeld hé."

De rit was op zijn lijf geschreven, maar de zegekrans ging niet naar Philippe Gilbert. Cancellara en Sagan, mooie winnaars. De échte zege was afgelopen weekend voor de stad en de provincie. Luik als kopman. De Tour de France werd een Tour de Force.