Direct naar artikelinhoud

Leven en dood in Barcelona

‘Als je God aan het lachen wilt brengen, moet je hem over je plannen vertellen’. Die zin uit Amores Perros had opnieuw gebruikt kunnen worden in dit hevige noodlotsdrama. Biutiful is zeker geen film waar de kijker vrolijk van wordt. Het is harde, rauwe cinema. Intens en emotioneel. Een morele parabel over leven en dood, over schuld en boete. En over vaderschap.

Misschien was regisseur Alejandro González Iñárritu een beetje uitgekeken op de complexe, chronologisch geëxplodeerde structuur van zijn vorige films, met hun diverse, naast en door elkaar lopende verhaallijnen. Of misschien was het zijn manier om de breuk met het zogenaamde ‘multinarratieve drama’ van scenarist Guillermo Arriaga duidelijk te maken.

Met uitzondering van de enigmatische en poëtische proloog, die pas later in het verhaal zijn betekenis vrijgeeft, is Biutiful een lineaire vertelling geworden. Minder ensemblefilm ook, maar dit keer opgebouwd rond één hoofdpersonage, Uxbal (zéér indrukwekkende vertolking van Javier Bardem), die weliswaar omringd wordt door een hele reeks eveneens imposante bijrollen. In tegenstelling tot zijn vorige film Babel - waarvoor Iñárritu op heel uiteenlopende plaatsen (Marokko, San Diego, Tokio) op drie continenten ging draaien - heeft hij zich nu ook tot één locatie beperkt.

Dat is dit keer Barcelona geworden. Het feit dat we Javier Bardem daar al eerder hebben zien rondlopen - namelijk in de romantische komedie Vicky Cristina Barcelona van Woody Allen - is iets wat we ons pas achteraf gerealiseerd hebben. Dit is dan ook een totaal ander en absoluut geen toeristisch Barcelona. Je krijgt geen zin om na het bekijken van Biutiful meteen een citytrip naar de Catalaanse hoofdstad te boeken. Dit verhaal situeert zich in de achterbuurten van Santa Coloma en Badalona, waar tegenwoordig vooral (al dan niet illegale) vreemdelingen uit de vier windstreken een onderkomen hebben gevonden.

Er wonen natuurlijk ook nog Spanjaarden. En Uxbal is een van hen. Hij komt aan de kost als een soort go-between in het milieu van mensenhandel en zwarte markt: Chinese immigranten leveren aan de sweatshops en dan de distributie ervan organiseren via Afrikaanse straatverkopers, waarbij hij ook de contacten met de politie (lees: steekpenningen) voor zijn rekening neemt. Niet meteen een sympathiek personage dus, maar vrij snel blijkt dat Uxbal toch een crimineel met een geweten is.

Hij is ook een toegewijd familieman, die veel tijd en aandacht probeert te besteden aan zijn twee jonge kinderen, het meisje Ana en het jongetje Mateo. Makkelijk is dat niet, vermits hij daarbij niet of nauwelijks kan rekenen op hun moeder Marambra (verbluffende vertolking van de Argentijnse actrice Maricel Alvarez, in haar allereerste filmrol). Die combineert haar manisch-depressieve buien met een drank- en drugsverslaving. Hoewel ze feitelijk gescheiden leven, is toch duidelijk dat Uxbal nog steeds van Marambra houdt. Of toch van de vrouw die ze vroeger geweest moet zijn.

Crimineel met een geweten

En er is nog een facet dat van Uxbal zo’n intrigerend personage maakt. Hij beschikt namelijk over de ‘gave’ om met de geesten van de (pas) overledenen te communiceren, zodat hij, opnieuw als een go-between, hun laatste boodschappen aan de rouwende familieleden kan overmaken. Die zijn graag bereid om hem voor die troostende bemiddelaarsrol te vergoeden. Opmerkelijk in dit verband is dat de film het ‘talent’ van Uxbal ernstig neemt en zeker niet als een vorm van bedrog of oplichterij voorstelt.

Een crimineel met een geweten, een toegewijde vader, een spiritueel bemiddelaar: het is voor Uxbal dansen op de slappe koord om al die uiteenlopende besognes enigszins in evenwicht te houden. En hoe zit het met die plannen waarvan hierboven sprake? De plannen die God aan het lachen zouden brengen? Wel, die hebben te maken met de manier waarop Uxbal op die verschillende terreinen, maar vooral in verband met zijn kinderen, orde op zaken probeert te stellen. Definitief. In het begin van de film heeft het noodlot hem namelijk een bezoek gebracht. Met een doodvonnis. Uxbal krijgt te horen dat hij kanker heeft. Er resten hem nog enkele maanden.

Om een complex personage als Uxbal op een geloofwaardige manier tot leven te brengen, moest regisseur Alejandro González Iñárritu een beroep kunnen doen op een getalenteerd en charismatisch acteur. En die heeft hij gevonden in de persoon van Javier Bardem, die op onnavolgbare wijze de wanhoop en ontreddering, de pijn en het verdriet, maar ook de koppige volharding en humaniteit van Uxbal tot uitdrukking weet te brengen. Geen film dus waar men vrolijk van wordt, maar wel een zeer intense en aangrijpende kijkervaring.