Direct naar artikelinhoud

Fictiebubbel op springen

We kijken nog steeds massaal naar Vlaamse fictie, maar de hausse van vandaag is niet houdbaar. Een versnipperde financiering, te veel productiehuizen, het skippen van reclame. 'De sector zit op zijn tandvlees.'

Een Vlaamse zender die wil scoren, maakt best een eigen fictiereeks. Van FC De Kampioenen over Witse en Aspe tot Eigen kweek en In Vlaamse velden: de Vlaamse kijker krijgt er niet genoeg van. In de top tien van best bekeken programma's van 2013 staan dan ook niet toevallig zes Vlaamse fictiereeksen. Daarom ook dat Eén, VTM en - in veel mindere mate - VIER graag hun eigen reeksen maken.

Alleen is de hausse moeilijk houdbaar, blijkt uit een rapport van communicatiewetenschappers Tim Raats, Olivier Braet (VUB- SMIT) en Tom Evens (UGent - Mict). Zij brachten op vraag van aftredend minister van Media Ingrid Lieten (sp.a) de financiering van Vlaamse fictie in kaart.

Doorspoelen maar

Die financiering blijkt een steeds complexere zaak te worden. Terwijl de omroepen vroeger meestal de volledige reeks betaalden, moet het geld nu uit verschillende potjes komen. Het procentuele aandeel van de omroepen in de financiering van tv-reeksen daalde de voorbije jaren, maar dat komt omdat er nu andere financieringsbronnen bijgekomen zijn. In 2014 betaalden ze gemiddeld 1,6 miljoen voor een serie of 42 procent van het totale budget. Dat betekent niet dat de omroepen in totaal minder geld geven aan fictie, integendeel zelfs. Ze spreiden hun geld nu over meer fictieprojecten. In vergelijking met andere landen investeren de omroepen nog steeds veel geld in fictie.

Het overige geld kwam de voorbije jaren vooral van het Mediafonds en de tax-shelter, een instrument om op fiscaal voordelige manier te investeren in fictie. Steden en gemeenten steunen daarentegen steeds minder fictiereeksen: hun besparingen zoeken ze vaak in de budgetten voor citymarketing. Productplacement blijkt evenmin een vetpot: één op de vijf producties gebruikt die, goed voor gemiddeld 117.681 euro.

De grote investeringen van de omroepen en de steunmaatregelen van de overheid zorgden voor flink wat succesverhalen, maar het ecosysteem is fragiel, waarschuwen de onderzoekers. Voor je het weet verandert een vruchtbare oase in dorre woestijn.

De versnipperde financiering komt immers op een moment dat het traditionele tv-kijken onder druk staat. Zeker fictiereeksen worden uitgesteld bekeken, waarbij de reclameblokken doorgespoeld worden. Daardoor komen de budgetten nog meer onder druk te staan: minder reclame betekent dat de omroepen minder willen investeren. Hun winst moet immers op peil blijven. "In het slechtste geval dreigt de situatie dat fictie enkel nog interessant wordt als imagostrategie van de omroepen."

Voor de vele productiehuizen die fictie willen maken, is dat slecht nieuws omdat hun marges zo steeds maar dalen. Nu moeten ze twee of drie producties maken om dezelfde marges te behalen als met één productie enkele jaren geleden. En dat dreigt slecht af te lopen, vrezen de onderzoekers. "Te veel spelers op een kleine markt, waarna op termijn een matige, beperkte markt overblijft." Ex-Woestijnvissers die allemaal hun eigen productiehuisje oprichten om fictie te maken: het mag dan al sympathiek ogen, op lange termijn is het niet houdbaar.

De nieuwe manieren van tv-kijken, met meer betaalkanalen en onlineplatformen als Netflix, kunnen voor vers geld zorgen. Ook Telenet verwees daar begin deze week naar toen het de helft van de aandelen van De Vijver Media kocht: de nieuwe platformen maken nieuwe businessmodellen mogelijk. Die inkomsten uit on-demand en previews zullen inderdaad toenemen, maar zaligmakend zullen ze niet zijn. De inkomsten daaruit zullen de verliezen van andere inkomstenbronnen onvoldoende compenseren, vrezen de onderzoekers. "De afhankelijkheid van omroepfinanciering en overheid blijft cruciaal, vooral in een kleine markt als de Vlaamse."

Als omroepen en/of overheid minder geld uittrekken voor fictie "zal dat drastische gevolgen hebben voor de kwaliteit van het genre en de leefbaarheid van de sector". Telenet alleen, laat staan Netflix, zal dat nooit kunnen tegenhouden. Als reeksen niet gratis op open net komen, zal de aandacht voor en hype rond de Vlaamse fictie snel dalen.

Krachten bundelen

Hoeft het slecht af te lopen voor de Vlaamse fictie? Nee, is de conclusie van het rapport, als er maar met een aantal zaken rekening gehouden wordt. Cruciaal is datde Vlaamse overheid in zijn zoektocht naar besparingen niet knipt in het budget van het Mediafonds. Maar ook de omroepen en producenten denken best eens na. Niet alleen moeten ze meer en beter samenwerken, ook met distributeurs, ze moeten vooral eens kijken of ze nog wel zoveel fictie moeten maken. Iets wat VTM al aankondigde: op een bepaald moment zond het vier reeksen uit, en dat was van het goede te veel.

Schaalvergroting is het ordewoord, concludeert het rapport. Een optie is dan om minder reeksen te maken, maar ook om de producenten structureel te laten samenwerken. Als de makers de krachten bundelen, krijg je meer expertise en knowhow. Bovendien is er zo ook meer geld, want het moet over minder producties gespreid worden. "We willen ons graag meten met Amerikaanse series als House of Cards, maar zulke reeksen kosten dikwijls het tienvoud van een Vlaamse prestigieuze reeks. Zelfs reeksen als Borgen en The Bridge zijn een pak duurder dan de gemiddelde Vlaamse reeks."

Door minder te maken, kan de Vlaamse Borgen misschien ook ooit lukken: een eigen topreeks die ook internationaal potten breekt, waardoor je een substantiële extra financiering krijgt. Alleen zal de Vlaamse kijker dan met minder tevreden moeten zijn.