Direct naar artikelinhoud

Zeven aankomsten bergop in Giro 2011

De Ronde van Italië probeert al enkele jaren de Tour de France de loef af te steken. Qua uitstraling en sportieve impact een bij voorbaat verloren strijd, maar qua moeilijkheidsgraad heeft de Giro zijn Franse broer intussen achter zich gelaten. Straks in mei liggen er veertig cols op het parcours (tegenover 23 in de Tour). En maar liefst een derde van de ritten, 7 op 21, eindigt met een aankomst bergop.

“Ik geef dit parcours een negen op tien”, zegt Vicenzo Nibali. De Italiaan eindigde dit jaar als derde in de Giro na ploegmaat Ivan Basso, won vorige maand de Vuelta en start volgend jaar in mei als topfavoriet. “Ik heb driemaal de Giro gereden en de editie die ze nu hebben uitgetekend, is veruit de moeilijkste die ik ooit gezien heb.”

De Giro 2011 begint met een ploegentijdrit in Turijn en krijgt 3.496 kilometer verder zijn beslag in de schaduw van de Dom van Milaan, na een individuele tijdrit van 32,8 kilometer. Maar de drie weken die rit 1 van rit 21 scheiden, hebben ongetwijfeld gigantisch veel spektakel in petto. De eerste aankomst bergop volgt in de zevende rit in Montevergine di Mercogliano. Twee dagen later moet het peloton naar de top van de Etna, eerst via de zuidelijke flank (18 km aan 6,1%) om vervolgens een tweede keer via de noordelijke flank (19,4 km aan 6,3%) naar de finish op 1.904 meter te klimmen.

In een rotvaart gaat het dan via drie ritten en twee transfers van het uiterste zuiden naar de Dolomieten in het noorden. Drie opeenvolgende dagen ligt de aankomst boven op een col: de Oostenrijkse Grossglockner, vervolgens de verschrikkelijke Monte Zoncolan en rit 15 biedt een slotklim van 6,2 kilometer aan gemiddeld 10 procent met pieken tot zestien. En alsof het dan nog niet genoeg is geweest, wacht de renners die laatste week nog een klimtijdrit naar het skioord Nevegal en op de voorlaatste dag een aankomst boven in Sestrière met onderweg de Finestre: 18,5 kilometer aan gemiddeld 9,2 procent en de tweede helft van de klim over onverharde wegen. (KBo)