Direct naar artikelinhoud

Alexander De Croo: ‘Het akkoord over de financiering is als het oordeel van een waarzegster’

Opluchting dinsdagavond aan de onderhandelingstafel. Met het principeakkoord over een herziening van de financieringswet omzeilden de zeven partijvoorzitters immers een lastige klip op weg naar de echte regeringsvorming. Open Vld-voorzitter Alexander De Croo is heel wat minder onder de indruk.

“Het akkoord is zoals het oordeel van een waarzegster. Die vertelt ook een verhaal waarin iedereen wel iets terugvindt waar hij voor staat.De opdracht van de onderhandelaars bestond erin water en vuur te verzoenen, maar nu lijkt het er toch op dat men ze apart houdt. Het is makkelijk om te zeggen dat de regio’s meer verantwoordelijkheid moeten krijgen maar tegelijk niet mogen verarmen. In een periode van weelde kun je zo’n redenering misschien verantwoorden, maar het zal heel moeilijk worden om de afspraken concreet te maken als men op zoek moet naar 25 miljard euro.”

Het feit dat er sprake is van meer responsabilisering en fiscale autonomie moet u toch gunstig stemmen?

“Principes zijn een ding, maar bij een hervorming van de financieringswet zijn de details belangrijk. Met de beginselen die nu voorliggen is er geen sprake van dat de goede leerlingen van de klas beloond worden, en de slechte leerlingen bestraft. Dit is geen bonus-malussysteem, maar enkel een bonussysteem.”

Ondertussen probeert men een oplossing voor B-H-V te vinden. De laatste poging, waarbij u mee aan tafel zat, mislukte. Hoe schat u de slaagkansen deze keer in?

“Ik hoor toch een aantal zaken die zeer gevoelig liggen. Bijvoorbeeld de discussie over de voogdij over de drie niet-benoemde Franstalige burgemeesters (zie boven). Daar had ik het in april al heel moeilijk mee. Vlaanderen zou dan wel bevoegd blijven, maar het kan geen sancties treffen.”

Ziet u nog andere knelpunten?

“Ja: wat is men van plan met de apparentering? Bij Dehaene werd er gesproken over apparentering in alle richtingen. B-H-V wordt dan wel gesplitst, maar de lijsten van Brussel, Vlaams- en Waals-Brabant zouden allemaal verbonden worden. Zo creëert men een soort B-H-V-plus, dat kan niet.”

De compensaties die uw voorganger Guy Verhofstadt in 2005 op tafel legde, gingen toch een stuk verder.

“Dat is vijf jaar geleden, een eeuwigheid in de politiek. Vandaag is de situatie anders. Wij zijn nog altijd bereid een staatshervorming te steunen vanuit de oppositie, maar als ik voortga op de elementen die nu op tafel liggen, is dat geen optie.”

Er wordt nu al gespind dat eens Bart De Wever zijn staatshervorming beet heeft, hij op socio-economisch programma zal moeten inbinden.

“Voor de verkiezingen waarschuwde ik al voor een ‘linkse belastingsregering’ en die vrees heb ik nog altijd. Als je ziet welke toegevingen de Franstalige partijen moeten doen, zullen zijn op socio-economisch vlak hún programma willen uitvoeren. De N-VA zal het dus heel moeilijk krijgen.”

De toekomstige oppositieleider in u wet nu al de messen om het de N-VA erg lastig te maken.

“Nu gaat u ervan uit dat er al een regering is. Daar zijn we nog lang niet. Bovendien doe ik niet aan politiek tegen een partij, maar ga ik voor een aantal principes die ik tijdens de campagne zelf heb uitgedragen en zal blijven verdedigen.” (tm)