Direct naar artikelinhoud

IJselijk ongeluk, bevroren verdriet

Op de Winterspelen van 2010 in Vancouver verongelukte de olympische rodelaar Nodar Kumaritashvili. De familie wacht nog altijd op antwoorden.

Het kleine skidorpje Bakuriani in Georgië is uitgehouwen in de noordelijke flank van de Trialti-bergen. Om er te raken, moet je een reeks haarspeldbochten trotseren die je meer dan 1.700 meter boven zeeniveau brengen. Als het sneeuwt - wat vaak het geval is - kan de tocht vanuit de hoofdstad Tbilisi bijna drie uur duren.

Dodo Kumaritashvili doet de reis heen en terug bijna elke week. Haar dochter heeft zelf een dochtertje gekregen, en dus gaat ze haar helpen in Tbilisi. Toen ze onlangs weer thuiskwam, ging Dodo binnen en riep ze: "Ik ben thuis, zoon." Waarna ze begon te koken.

Dodo's zoon, Nodar, is bijna vier jaar dood. Maar nog elke dag maakt ze eten voor hem, meestal fruit of cake of vlees, maar nooit soep, zelfs niet op de koudste dagen. Haar zoon haatte soep. Als ze klaar is met koken, gaat ze met het eten in de kamer van haar zoon zitten, tussen de foto's en de trofeeën en de posters tegen de muur. Een paar uur later neemt ze het eten weg om het aan de buurkinderen te geven.

Tijd staat stil

Nodar Kumaritashvili stierf op 21-jarige leeftijd bij een rodelongeval aan de vooravond van de Olympische Winterspelen van Vancouver in 2010. De tragedie schokte de sportwereld, want hij was de eerste atleet sinds 1964 die omkwam in het kader van de Olympische Spelen. Het ongeval noopte de organisatoren van de Spelen in Sotsji in Rusland ertoe het ontwerp van de rodelbaan te herbekijken. Die van Sotsji, waarop vandaag voor het eerst gereden wordt, is bewust trager gemaakt, met drie hellinkjes, een primeur.

Ook al haalde het ongeval vier jaar geleden de krantenkoppen, toch bleef de dood van Nodar Kumaritashvili niet echt hangen. De verbijstering over het verongelukken van een relatief anonieme atleet werd snel de kop in gedrukt door olympische bonzen die de aandacht van de kijkers weer op de Spelen wilden richten. De rodelcompetitie ging door zoals gepland.

Maar hier in Bakuriani lijkt de tijd te hebben stilgestaan. Op een zondag niet lang geleden kijkt Dodo Kumaritashvili door een kier in de deur in de kamer van haar zoon. Het is stil in de kamer. Het is stil in huis. "Sinds die avond heb ik niet meer geslapen", zegt ze. "Kan ik niet. Ze geven me nog altijd pillen. Ik kan nog altijd niet gewoon in slaap vallen."

In de vier jaar na de dood van haar zoon heeft Dodo twee keer geprobeerd uit het leven te stappen. Eén keer, zegt ze, stond ze op tijdens een slapeloze nacht en stapte ze de ijskoude duisternis in. Ze deed niet de moeite om schoenen en een jas aan te doen. "Ik was van plan te blijven stappen tot ik dood was", zegt ze.

De tweede keer, In Tbilisi, sprong ze uit een rijdende auto. In het begin, zegt ze, was ze kwaad omdat haar zelfmoordpogingen mislukt waren. Nu aanvaardt ze gewoon haar lot. "Er is geen seconde, geen minuut, waarin ik ontsnap aan de tragedie", zegt ze. "Er blijft minder dan één procent over van de persoon die ik was. Ik dwing mezelf om te glimlachen, om door te gaan - maar telkens als er iets goeds gebeurt, kom ik terug en vertel ik het verhaal aan Nodar. Aan mijn zoon."

Ongeveer twee minuten voor hij zijn vriend zag sterven, herinnert Levan Gureshidze zich, was hij gelukkig. Hij was net gaan trainen op de rodelbaan van het Whistler Sliding Centre in Vancouver. Een paar uur later zou de openingsceremonie van de Winterspelen van start gaan. Nodar, zijn jeugdvriend, kwam achter hem de berg af.

Gureshidze bekeek de rit van Kumaritashvili van net buiten de aankomstzone. Toen Kumaritashvili veilig door de dertiende bocht was - een verraderlijke draai die zo gevaarlijk was dat hij fifty-fifty genoemd werd, zo groot was de kans om er te crashen - keek Gureshidze weg. Toen hoorde hij een vreemd geluid.

Er was beroering bij de mensen op het parcours. Gureshidze strekte de nek, maar zag Kumaritashvili's slee niet. Toen keek hij naar het videoscherm langs de baan en werd hij misselijk; de wedstrijdverantwoordelijken hadden de camera's afgezet.

Gureshidze sprintte de trappen langs de baan op tot hij Kumaritashvili zag. Hij lag op zijn rug naast de baan, zijn linkerbeen in de lucht, zijn linkervoet tegen de wand. Hij bewoog niet.

Gureshidze probeerde dichterbij te komen, maar officials hielden hem tegen. Iemand gaf Kumaritashvili hartmassage. Overal rondom waren mensen aan het huilen. Hij bleef wringen om dichter bij zijn vriend te komen, maar niemand liet hem door.

Die avond was er een minuut stilte voor Kumaritashvili tijdens de openingsceremonie. Er was een staande ovatie toen de Georgische delegatie de piste betrad.

Gureshidze was er niet bij. Hij trok zich terug uit de Spelen en vloog een paar dagen later van Vancouver naar Frankfurt, van Frankfurt naar München en van München naar Tbilisi. Het leek wel alsof heel Bakuriani naar de luchthaven was gekomen om hem te ontvangen. Toen Dodo Gureshidze zag, omhelsde ze hem en snikte ze in zijn oor. "Waar is Nodar?", vroeg ze. Gureshidze draaide zijn hoofd naar het vliegtuig, hij had 11.000 kilometer gevlogen met het lichaam van zijn vriend in de laadruimte.

Jongensdroom

Vier jaar later begint Gureshidze zijn ochtend met de typische klusjes in de gezinswoning. Hij ruimt de woonkamer op, pookt het vuur in de kachel op en helpt zijn moeder met de voorbereidingen om eventuele gasten te ontvangen. Het huis van de Gureshidzes heeft net zoals dat van de Kumaritashvili's en vele anderen in Bakuriani gastenkamers voor skitoeristen.

Als het harder begint te sneeuwen, gaat Gureshidze naar binnen en neemt hij de computer. Hij kijkt naar oude foto's van hem en Kumaritashvili die deelnemen aan een rodeltoernooi voor jongeren, de voorbereiding op Vancouver, lachende gezichten.

"We waren vrienden van toen we twee waren", zegt hij. "Kleuterschool, lagere school: dezelfde klas. En later: dezelfde sport."

Kumaritashvili was meer uitgelaten, Gureshidze meer gereserveerd. Als tieners gaven ze beiden skilessen op de berg. Op een dag zagen ze een groep giechelende meisjes. Kumaritashvili wilde ze versieren, maar wat moesten ze zeggen? Toen skiede Kumaritashvili op hen af, en, wijzend naar de ski's die de meisjes gehuurd hadden, zei hij: "Die ski's zijn zó oud. Kom mee met ons, we zullen jullie eens mooie, nieuwe ski's bezorgen."

Zittend voor zijn computer moet Gureshidze zacht lachen om de anekdote. "Toevallig stond de kerel die hen de ski's verhuurd had vlakbij, en hoorde hij wat Nodar zei", zegt hij. "Hij begon natuurlijk met hem te discussiëren. Dat was niet zo goed."

Kumaritashvili en Gureshidze skieden graag, maar het rodelen zat hen in het bloed. Hun vaders hadden wedstrijden gereden in de Sovjettijd. Kumaritashvili's oom, Felix, was ook een toprodelaar, hij is momenteel coach van het Georgische rodelteam. De vader van Felix, Aleko, introduceerde de sport in Georgië.

Kumaritashvili en Gureshidze kenden die geschiedenis. Ze kenden ook de obstakels op hun pad: het Georgisch Olympisch Comité heeft nauwelijks geld over voor het rodelen, en het land heeft geen trainingsbaan. "De eerste trainingen vonden plaats in Duitsland en Oostenrijk", zegt Gureshidze. "Het was vier à vijf dagen reizen. Vooral in de winter duurde het langer. We reisden via Turkije, Griekenland, Italië, Oostenrijk en Duitsland. En via dezelfde route terug."

Maar ze droomden. Ze keken samen naar de Winterspelen in Turijn, hadden het met elkaar over de Rus Albert Demtsjenko, die de zilveren medaille won. Ze dreven hun training op, waren constant onderweg. Kumaritashvili kwalificeerde zich eerst voor de Spelen van Vancouver. Gureshidze kreeg later een plek en voegde zich een paar weken voor de Spelen bij Kumaritashvili. "Hij was zo gelukkig", zegt Gureshidze. "We moesten dit samen doen."

Gureshidze twijfelt over zijn toekomst in de rodelsport. Een jaar na de dood van Kumaritashvili keerde hij terug naar de baan, maar hij nam niet vaak deel aan wedstrijden. Hij zegt dat hij geprobeerd heeft zich te kwalificeren voor Sotsji, dat ongeveer 400 kilometer van Bakuriani ligt, maar in november liep hij bij een crash een hoofdwonde op. Georgië vaardigt geen rodelaars af.

Sinds zijn blessure heeft Gureshidze niet meer geracet. "Ik kan niet zeggen dat ik nog hou van deze sport", zegt hij.

Een kwestie van schuld

Van de drie olympische sleesporten - rodelen, bobsleeën en skeleton - wordt rodelen algemeen beschouwd als de gevaarlijkste. Rijders liggen op hun rug op een slee en zoeven naar beneden terwijl ze door de ruimte tussen hun voeten kijken. Om te sturen manipuleren ze de glij-ijzers met hun benen en schouders. Ze halen snelheden tussen 128 en 145 kilometer per uur. Ongevallen komen vaak voor, maar volgens de Internationale Rodelfederatie (FIL) waren er op de Whister-baan niet meer incidenten dan op andere banen in de wereld. In de drie jaar voor de Spelen waren er 203 crashes op 30.000 ritten rodelen, bobslee en skeleton samen, meldde de FIL.

Toch was de baan van Whistler anders. De snelheid lag bij alle atleten hoger en de kans op een ernstig ongeval leek groter. Armin Zoeggeler, de Italiaanse legende die twee olympische medailles won, had op dezelfde dag als Kumaritashvili een zeldzaam ongeval. Een rodelaarster uit Roemenië had twee dagen eerder een zware crash en verloor het bewustzijn.

Een jaar voor de Olympische Spelen vestigde een rodelaar met 154 kilometer per uur een nieuw wereldrecord in Whistler. Josef Fendt, voorzitter van de FIL, was openhartig. "Dit baart me zorgen", zei hij.

Na het ongeval van Kumaritashvili legde de FIL de start van de olympische wedstrijden lager, maar dat was naar eigen zeggen niet om veiligheidsredenen, wel omdat de atleten het emotioneel moeilijk zouden hebben met een start helemaal bovenaan.

Volgens familieleden van Kumaritashvili wijst die beslissing erop dat de Whistler-baan onveilig was. Ze vinden dat de resultaten van het onderzoek van de FIL over de crash van Kumaritashvili, die in april 2010 werden vrijgegeven, te veel de schuld bij hem leggen.

Volgens dat rapport maakte Kumaritashvili stuurfouten, die ervoor zorgden dat hij de slee niet meer onder controle had. Als een slee tegen een wand botst, dan breekt ze meestal of wordt de rijder naar de andere wand gedreven. In beide gevallen blijft de rijder op de baan. Maar Kumaritashvili vloog uit de baan en botste op een metalen pilaar. De doodsoorzaak volgens de patholoog-anatoom, waren "meervoudige verwondingen" na een "botsing met een onbeweeglijke structuur".

Svein Romstad, secretaris-generaal van de FIL, benadrukte dat vele factoren bijdroegen tot het ongeval, maar het rapport van de patholoog-anatoom stelt dat "het relatieve gebrek aan ervaring" van Kumaritashvili met de baan "een groot nadeel" was.

Anderen hebben soortgelijke gevoelens. Christian Niccum, een Amerikaan die in Sotsji zijn derde Spelen betwist, zegt: "Het is zo verschrikkelijk om te zeggen dat het zijn fout was; het is zo veel makkelijker te zeggen dat het de fout van iemand anders of van de baan is. Maar uiteindelijk zit hij wel op die slee." En, zegt hij: "Zijn slee vloog er niet uit, hij liet de slee los. Een noodsituatie."

David Kumaritashvili, de vader van Nodar, zegt dat hij niet geïnteresseerd was in een rechtszaak. Fendt, het hoofd van de FIL, kwam naar Bakuriani en gaf toe dat het ongeluk "hun fout was, de baan was niet correct gebouwd", zegt hij. Voor hem volstond dat, want een proces "had mijn kind niet weer tot leven gewekt".

Kumaritashvili's jongere zus Mari heeft meer twijfels. "Als het Nodars fout was en hij een onervaren sportman was, waarom blesseerden zo veel andere atleten zich dan?", zegt ze. "Ik heb nog altijd het gevoel dat we in de toekomst misschien een rechtszaak zullen aanspannen."

Volgens Mari oefenden Georgische officials druk op de familie uit om niet te procederen. Haar vader ontkent dat, maar Mari stelt dat de connecties van de familie met het nationaal olympisch comité - uiteindelijk is Felix Kumaritashvili nog altijd de nationale rodelcoach - de beslissing van David misschien beïnvloedden. De familie kreeg meteen na het ongeluk ook de belofte dat in Bakuriani een rodelbaan gebouwd zou worden die de naam Kumaritashvili zou dragen.

Vier jaar later is de bouw nog niet aangevat.

Leri Khabelov, voorzitter van het olympisch comité van Georgië, geeft toe dat het geld dat het Internationaal Olympisch Comité ter beschikking stelde wel degelijk is aangekomen, maar wijt het uitstel aan de onstabiliteit van de Georgische regering. "Er zijn een paar bureaucratische kwesties", zegt hij.

De rodelbaan is een pijnlijk onderwerp voor Kumaritashvili's familie en zijn vrienden, maar de frustratie gaat verder. Er is ook de kwestie van zijn graf. Kumaritashvili werd begraven aan de Heilige Kerstmiskerk in het centrum van Bakuriani. Zijn graf ligt achter de kerk, onder een gedenksteen waarop hij afgebeeld staat onder de olympische ringen. Rond het graf staat een krakkemikkig hek, en het gebeurt soms dat varkens en vee erover stappen op hun weg naar het dorp.

Volgens de familie van Kumaritashvili beloofde de Georgische regering dat ze de gedenksteen zou beschermen door een steviger hek te bouwen of het domein van de kerk uit te breiden. Geen van beide is gebeurd.

"Het duurt zo lang", zegt Gureshidze. "Alles duurt zo lang."