Direct naar artikelinhoud

Magistraten tegen vervroegde vrijlating

Magistraten en meerdere balies van advocaten sluiten zich aan bij de kritiek tegen het wetsontwerp dat de regels voor de voorwaardelijke vrijlating wijzigt. Vandaag onderzoekt de minister-raad het ontwerp.

Verenigingen van magistraten en verschillende balies van advocaten scharen zich nu achter het standpunt van de mensenrechtenverenigingen. "Het is erg ongewoon dat wij - magistraten, advocaten, mensenrechtenorganisaties en samenleving - uit een mond spreken", klinkt het. Allen willen ze de regering oproepen niet overhaast te werk te gaan.

"Ons systeem van voorwaardelijke vrijlating dateert van 1888 en de wet-Lejeune. De eerste wijziging, na rijp beraad, stamt uit 2006", zegt de nieuwe Brusselse stafhouder Michel Vlies. "Vandaag wil men, onder emotionele druk, een systeem wijzigen dat globaal gezien goed werkt", betreuren de verenigingen. Ze roepen op tot een globale reflectie waarbij alle actoren van justitie betrokken worden.

De Liga voor Mensenrechten stelde eerder deze week dat de verstrenging van de voorwaardelijke invrijheidstelling, zoals voorgesteld door het kernkabinet, in strijd is met de grondwet en met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Volgens de Liga maken de nieuwe regels de vrijheidsberoving willekeurig.

Dat is in strijd met het Europees Verdrag, dat zegt dat een "onafhankelijke en onpartijdige rechter moet beslissen over de wettigheid van de gevangenhouding en de invrijheidstelling". Bovendien is de verstrenging in de praktijk niet haalbaar, meent de Liga, omdat ze op korte termijn "een bijkomende en belangrijke gevangeniscapaciteit vergt". Dat gaat de draagkracht van de gevangenissen, die nu al overbevolkt zijn, ver te boven, luidt het.

De Liga stelt zich ook vragen bij de terugwerkende kracht van de verstrenging en verwijt het kernkabinet dat het "louter ingaat op de roep van het volk".

"Op welke studies baseert de overheid zich om te concluderen dat langere straffen de maatschappij ten goede komen?", luidt het. "We beleven een veiligheidsopbod tussen de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken", stelt Liga-voorzitter Alexis Deswaef.

Ook het Internationaal Observatorium van de Gevangenissen (OIP) toonde zich al bezorgd, "wetende dat er al erg weinig voorwaardelijke vrijlatingen zijn". In 2010 genoten 688 gedetineerden, of 3,9 procent van de gevangenisbevolking, van een voorwaardelijke vrijlating. Datzelfde jaar zaten 627 gedetineerden de volle duur van hun straf uit.