Direct naar artikelinhoud
InterviewVranckx en Atari

YouTubers Rudi Vranckx en Yassine Atari praten met jong Europa: ‘De neofascisten in Rome zagen ons graag komen’

Vranckx en Atari: ‘Mensen dromen van een roemrijk verleden dat nooit heeft bestaan.’Beeld Damon De Backer

Hoe verdeeld is de Europese jeugd? Voor hun project Breaking Europe toerden Rudi Vranckx (59) en Yassine Atari (22) vier weken langs de breuklijnen van ons continent. ‘Jongeren willen dat er naar hen geluisterd wordt.’

Een maand lang in een minibusje door Europa cruisen: er zijn al voor minder relaties gesneuveld. Die tussen Rudi Vranckx en Yassine Atari daarentegen doorstond de test met glans. Verschillen zijn er nochtans genoeg. In leeftijd bijvoorbeeld. Vranckx is met zijn 59 jaar al jaren dé referentie wanneer het over buitenlandse conflicthaarden gaat; Atari komt op zijn 22ste nog maar pas piepen. Een generatiekloof die zich ook wat muzikale voorkeuren laat voelen. De oudste helft van het duo houdt wel van een vleugje Bach om aan de hectiek te ontsnappen, terwijl het voor de jongste wat meer uptempo mag zijn. En dus bleef de autoradio van het busje vier weken lang stil. Atari is praktiserend moslim, Vranckx heeft niet zo veel met religie. Maar zoals in elk goed huwelijk werd ook wat dat betreft een compromis gezocht en gevonden. Vranckx: “Ik dronk ’s avonds een pint, Yassine kwam er met zijn zak snoep bij zitten.”

Alleen wat haarstijlen betreft krijgen Vranckx en Atari de violen, ook na vier weken on the road, niet gestemd. Vranckx: “Toen ik bij de VRT begon, kreeg ik constant opmerkingen over mijn slordige haar. Ik kan dus wel wat hebben. Maar het kapsel van Yassine is van een totaal ander niveau.” Al zijn er verzachtende omstandigheden. “Ik had voor ons vertrek geen tijd meer om naar de kapper te gaan”, zegt Atari. “En ik was mijn haarproducten vergeten. Dan durft mijn kapsel er na vier weken al wat wilder uitzien.”

Bruinkoolmijnen

Wat journalistiek betreft zitten ze gelukkig wel op hetzelfde spoor. “Ik herken de drive die Yassine heeft”, vertelt Vranckx. “Het er bij willen zijn. Het willen tonen wat er echt aan de hand is.”

Dat tonen doen beide heren vanaf maandag. Onder de noemer Breaking Europe gaan ze in Het journaal, in Terzake en op YouTube op zoek naar wat Europese jongeren verbindt of juist verdeelt.

Vranckx: “Er is binnen Europa heel wat gaande. Je hebt de migratiecrisis met daaraan gekoppeld de verkiezingswinst van een figuur als Matteo Salvini die geen migranten meer in ‘zijn’ Italië wil. Er is de opkomst van populisme in landen als Hongarije en Polen. En dichter bij huis heb je dan weer de klimaatmarsen en de woede van de gele hesjes. Maar waar komen die verschillende stromingen vandaan? En denkt iedereen er in die landen hetzelfde over? Dat waren vragen waar we een antwoord op wilden.”

Atari: “Er wordt bij dat soort thema’s vaak met grote woorden gegoocheld. Maar er is maar één manier om te begrijpen wat er echt gaande is: met de mensen zelf gaan praten. Ik heb met jonge Poolse mijnwerkers gebabbeld over de klimaatcrisis. Als je dan hoort dat zij al generaties lang in die bruinkoolmijnen werken en eigenlijk nooit iets anders hebben gekend, dan begrijp je beter waarom zij niet meteen wakker liggen van de negatieve impact van bruinkool op het klimaat.

“Of neem nu de neofascisten in Rome die openlijk dwepen met Mussolini. Dat lijkt onbegrijpelijk, tot je eens gaat kijken in wat voor omgeving die gasten opgroeien. Buitenwijken waar niets te beleven valt maar criminaliteit welig tiert. Die gasten voelen zich in de steek gelaten. Als er dan een aantal dubieuze figuren opduikt die hen onder de vleugels neemt en hun het gevoel geeft belangrijk te zijn, kan het heel snel mislopen. In die zin is wat daar gebeurt heel vergelijkbaar met wat we een aantal jaar geleden in Antwerpen zagen met Sharia4Belgium.”

Boezemt dat jullie angst in?

Rudi Vranckx: “Ik ben daar bang voor, ja. Mensen kennen hun geschiedenis niet meer. Ze dromen van een roemrijk verleden dat nooit heeft bestaan. Die fascisten zeggen: ‘De geschiedenis zoals ze nu staat beschreven klopt niet, we gaan ze herschrijven.’ Dan wordt het gevaarlijk. Het systematisch verspreiden van dat soort leugens is misschien wel de grootste bedreiging voor Europa. Als de problemen complex zijn, is het makkelijk om met simpele slogans uit te pakken. Kijk naar de brexit, die beslissing is ook voor een groot stuk genomen op basis van foutieve informatie.”

Zijn jullie dan pessimistisch over de toekomst van Europa?

Vranckx: “Neen, integendeel. De Europese jeugd lijkt meer op elkaar dan je op het eerste gezicht zou denken. Of het nu klimaatbetogers in Brussel of neofascisten in Rome zijn, jongeren willen dat er naar hen geluisterd wordt. We hebben ook gemerkt dat we overal nog welkom waren en dat we met iedereen konden praten. Daar begint het mee. Toegegeven, toen Yassine bij die neofascisten wilde langsgaan, was ik aanvankelijk wat bang dat hij met een koek op zijn oog zou terugkomen. Omdat hij nu eenmaal het prototype is van het soort mensen dat die gasten niet in hun stad willen.”

Yassine Atari: “Het tegenovergestelde was waar. Ze waren oprecht blij dat er eindelijk iemand de moeite deed om naar hen te komen luisteren.”

Vranckx: “Dat we daarvoor vanuit het kleine België helemaal naar Rome waren gereden, hielp natuurlijk ook. Ik vrees dat Yassine meer moeite zou hebben om een soortgelijk portret te draaien bij een uiterst rechtse betoging in Ninove.”

Hoe werden jullie aan elkaar gekoppeld?

Vranckx: “Ik wilde absoluut de baan op met iemand die zelf nog tot die jongere generatie behoort. Je moet je leeftijd en je plaats kennen. Terwijl Yassine met die jongeren ging praten, had ik de kans om een paar wijze oude apen op te voeren. Iemand als Lech Walesa (Pools politicus, oud-vakbondsleider, ex-president en Nobelprijswinnaar voor de Vrede, red.) bijvoorbeeld, die iets betekend heeft in Europa en op de een of andere manier nog steeds op de barricades staat. Of Leoluca Orlando, de burgemeester van Palermo die naam maakte door de maffia in zijn stad buiten te werken. Hoewel hij een stuk in de zeventig is, blijven jongeren massaal op hem stemmen. Een absoluut fenomeen.

Vranckx: “Gasten als Yassine tonen waar het met de journalistiek naartoe moet. Daar moet je als media voor open staan. Doe je dat niet, dan word je irrelevant.”Beeld Damon De Backer

“Het was bovendien van bij het begin de bedoeling dat we dit project op verschillende platformen zouden uitspelen. Dan neem je maar beter iemand mee die zijn weg op YouTube kent. Yassine is zo iemand.”

Vranckx pikte er Atari niet zomaar als reisgezel uit. De twee hebben al langer een band. Ze liepen elkaar een paar jaar geleden voor het eerst tegen het lijf in een Syrisch vluchtelingenkamp net over de Libanese grens. Vranckx kwam daar verslag uitbrengen, Atari was er fotograaf van dienst tijdens een inleefreis met een aantal jongeren uit Borgerhout. Om op die manier ook zijn portfolio als fotograaf uit te bouwen, vertelt hij: “Ik had net daarvoor de Nederlandse fotograaf Tom Daams leren kennen. Hij is helemaal van nul begonnen maar is ondertussen een gerespecteerd oorlogsfotograaf. Dat wilde ik ook. Ik heb een camera geleend en ben eropuit getrokken. Op zoek naar verhalen.”

Atari trok naar Nepal na de verwoestende aardbevingen die het land in 2015 troffen. Hij zocht de separatisten in Zuid-Thailand op, was er bij toen de vluchtelingen uit ‘de jungle van Calais’ werden gejaagd en ging in Myanmar op de koffie bij de Rohingya-rebellen.

Maar de definitieve klik kwam er op 22 maart 2016. Atari moest die dag het vliegtuig op, richting Istanbul. Toen hij aan de gate stond te wachten, ontploften in de inkomhal twee bommen. “Ik heb meteen mijn camera uit mijn tas gehaald en ben beginnen foto’s maken. Natuurlijk was ik bang, net als iedereen die op dat moment in de buurt van de luchthaven was. Er was sprake van een derde bom en van een schutter die nog op vrije voeten was. Maar tegelijk besefte ik dat dit een historisch moment was en wilde ik zo veel mogelijk foto’s maken. Die aanslag was een soort openbaring. Na die dag wist ik: ‘Dit is mijn job. Dit is wat ik wil blijven doen.’”

Bruinkoolmijnen
Beeld Damon De Backer

Een verhaal dat Vranckx bekend in de oren klinkt. “Toen ik ten tijde van de burgeroorlog naar Roemenië trok, overviel me ook plots het gevoel: ‘Dit is wie ik ben.’ Dat gevoel is na de Eerste Golfoorlog alleen maar sterker geworden. Eigenlijk is dat heel mooi. Sommige mensen blijven hun hele leven zoeken naar datgene wat ze echt willen doen.”

Yassine, had jij aanvankelijk niet voor het humanitaire werk gekozen?

Atari: “Klopt, ik ben naar Lesbos getrokken om daar te helpen bij de opvang van bootvluchtelingen. Maar ik besefte al snel dat ik door rijstzakken uit te delen het verschil niet zou maken. Als ik echt impact wilde hebben, kon ik beter foto’s maken om zo veel mogelijk mensen te laten zien wat daar gebeurde. Dat is niet altijd makkelijk. In Indonesië kwam ik in een dorp terecht dat getroffen was door een aardverschuiving. De inwoners waren nog volop lijken aan het ruimen. Wat doe je dan? Maak je foto’s of help je lijken uit de modder trekken?”

Vranckx: “Dat is het eeuwige dilemma. Ik worstel daar al mijn hele carrière mee. Maar ik heb geleerd dat de dingen tonen de beste manier is om mijn steentje bij te dragen. Niets belet je trouwens om die foto te maken of die reportage te draaien en daarna die mensen waar mogelijk te helpen.”

Atari: “Iedereen heeft zijn rol in zo’n situatie. Die van mij is informeren. Maak je die foto’s niet, dan komt er misschien nooit hulp van buitenaf. Mijn camera helpt me om afstand te bewaren. De lens werkt als een soort filter.”

Heb jij ook zo’n filter, Rudi?

Vranckx: “Wat ik zie en wat ik meemaak, komt nog altijd binnen. Ook na dertig jaar.”

Atari: “Bij mij gebeurt dat pas zodra ik thuis ben. Terwijl je ter plaatse bent, doe je je werk. Dan gaat alle aandacht daar naartoe. Pas wanneer dat wegvalt, begin ik goed te beseffen wat ik heb gezien en meegemaakt.”

Vranckx: “Dat gevoel herken ik wel. Op het moment zelf, ter plaatse, moet je functioneren. Alleen in mijn eigen bed kan ik wakker liggen van wat ik heb gezien. ”

Praten jullie daar met elkaar over?

Vranckx: “We hebben het daar nog nooit over gehad. Ik praat sowieso bijna nooit over wat ik meemaak. Wanneer je dat aan een of andere cafétoog doet, begint dat al heel snel op snoeverij te lijken. Daar heb ik een grondige hekel aan. Ik vind het ook niet respectvol tegenover de mensen wier miserie je hebt gezien.”

Atari: “Ik praat daar ook niet graag over. Vooral omdat ik wil dat de inhoud van mijn reportages centraal blijft staan. Niet de verhalen over hoe moeilijk het was om ze te maken. Ik heb met wat ik in het buitenland beleef, moeten leren omgaan. Nu kan ik die dingen in perspectief plaatsen. Ik heb in mijn hoofd een soort sorteermechanisme zitten waardoor alles in aparte vakjes belandt. Het is voor mij heel belangrijk die klik te kunnen maken. In het veld ben ik een ander persoon dan thuis.”

Vranckx: “Ik heb ook jarenlang gedacht dat ik die knop kon omdraaien. Maar dat lukt me niet meer. Als ik hier ben, denk ik aan ginderachter. Als ik ginder ben, denk ik aan hier. Voor mij lopen beide werelden constant door elkaar.”

Yassine draait op zijn 22ste reportages voor de VRT. Rudi, weet jij nog wat jij op die leeftijd deed?

Vranckx: “Ik was toen hier en daar wat aan het werk. Allemaal kleine jobs. Maar net als Yassine wilde ik de wereld zien. Ik ben toen onder andere naar Indonesië en Thailand getrokken. Vanuit dat laatste land heb ik toen clandestien de grens overgestoken naar Birma, waar rebellen actief waren. Ik heb daar toen een artikel voor Knack voor geschreven. Dat was mijn allereerste journalistiek product.

“Maar dan hebben we het echt over de prehistorie. De wereld is ondertussen veranderd. Het belang van het internet is amper te onderschatten. Vroeger had je een zender nodig om je verhalen te vertellen. Tegenwoordig heb je een immense speeltuin ter beschikking waar je die verhalen via verschillende kanalen aan de wereld kunt laten zien. En je hebt er amper iets van materiaal voor nodig.”

Atari: “Ik ben in oktober, na de tsunami, naar Indonesië getrokken. Alle voorzieningen lagen plat, er was amper internet. Ik heb alles met mijn smartphone gedaan. Zelfs de reportages voor Het journaal zijn toen op mijn iPhone gedraaid en gemonteerd.”

Vranckx: “Door die manier van werken koop je ook tijd. Yassine is voor Labels, het merk waaronder hij onlinereportages draait voor Studio Brussel, een portret gaan maken van een aantal jongeren uit de woonblokken van Nieuw Gent. Wanneer je daar met een grote cameraploeg neerstrijkt, kun je er nooit vijf volle dagen blijven. Dat kost gewoon te veel geld. Maar door het met kleine camera’s te doen, is tijd plots veel minder een probleem.”

Je zou als journalist voor minder wensen dat je anno 2019 aan het begin van je carrière staat.

Vranckx: “Vraag je nu of ik graag opnieuw 22 zou zijn? Natuurlijk wel. Niet alleen op journalistiek vlak trouwens. (lacht) Kijk, ik heb tijdens mijn carrière een ongelooflijk interessante periode meegemaakt in de geschiedenis van de journalistiek. Je hoort mij niet klagen. Maar ik vind het geweldig om te zien hoe gasten als Yassine hun ding kunnen doen. Zij tonen waar het met de journalistiek naartoe moet. Daar moet je als media voor open staan. Doe je dat niet, dan word je irrelevant.

Atari: “Als mensen inhoudelijke opmerkingen hebben, dan hoor ik het graag. Zolang het maar niet persoonlijk wordt.”Beeld Damon De Backer

“De openheid waarmee die jonge gasten naar de wereld kijken, spreekt me aan. Hun manier van vertellen ook. Breaking Europe is het eerste project van de nieuwsdienst waarbij we rond hetzelfde journalistiek idee zowel voor Het journaal, Terzake als YouTube dingen gaan doen. We weten niet wat dat gaat geven. Het zijn stenen die je in het water gooit om te zien hoever de rimpels dragen. Voor mij is het simpel. Ik wil mijn verhalen op zo veel mogelijk manieren vertellen. Ik heb zelfs ooit met de studenten van Sint-Lucas een strip gemaakt. Ik sta open voor alle extra manieren om mensen te bereiken.”

Kan dat jeugdig enthousiasme niet gevaarlijk zijn in jullie sector?

Vranckx: “Toen Yassine voor Vranckx op zaterdag naar de Filipijnen trok om te gaan kijken hoe het daar met IS stond, hebben we serieus over die risico’s doorgeboomd. Maar uiteindelijk moet je mensen ook kansen geven. Bij heel wat andere journalisten had ik het licht waarschijnlijk niet op groen gezet. Maar bij Yassine had ik het gevoel dat hij zijn plan wel zou trekken. Dat heeft met zijn ervaring te maken, met zijn bereidheid dingen op te pikken. Maar het blijft een moeilijke afweging. Ik kan altijd voor mezelf beslissen of ik wel of niet naar een bepaalde plek ga. En ik leef in de illusie dat ik beter dan iemand anders bepaalde situaties kan inschatten. Maar als je er zo’n jonge gast op uitstuurt, heb je de touwtjes niet meer zelf in handen.”

Is dat je ergste nachtmerrie? Dat een van de journalisten van de Vranckx-redactie tijdens een opdracht iets overkomt?

Vranckx: “Absoluut. Al besef ik ook dat je niet te hard op de rem mag gaan staan. Ik ben zelf voor mijn eerste opdracht als een onnozelaar naar Roemenië gelift toen daar een burgeroorlog uitbrak. Mocht er nu een van mijn journalisten met zo’n voorstel komen aanzetten, zou dat meteen een njet zijn. Er waren er hier ook een paar die in volle IS-crisis zeiden: ‘Geef me een camera mee en ik raak Syrië wel binnen.’ Die voorstellen worden uiteraard meteen van tafel geveegd als zijnde compleet geschift. Maar op die leeftijd had ik waarschijnlijk net hetzelfde voorgesteld.” (lacht)

Atari: “Terwijl het absoluut geen zin heeft om als een kip zonder kop naar dat soort gebieden te trekken. Maar dat besef komt meestal later pas. Ik heb vroeger ook wel eens meer risico genomen dan eigenlijk hoefde. Toen ik een reportage maakte over de separatisten in Zuid-Thailand bijvoorbeeld, had ik er geen idee van hoe gespannen de situatie daar was. Tot ik een paar dagen na mijn vertrek daar hoorde dat twee mensen zich hadden opgeblazen in het supermarktje waar ik tijdens mijn verblijf elke dag ging winkelen. Ik ben daar ook zonder voorbereiding naartoe getrokken. Ik had geen risico-analyse gemaakt. Mijn contactpersoon ter plaatse was een gast die ik gewoon online had leren kennen. Nu zou ik dat nooit meer op die manier doen.”

Vranckx: “Je aan een paar simpele regels houden volstaat om die risico’s te beperken. Altijd aan iemand laten weten waar je naartoe gaat bijvoorbeeld. En ervoor zorgen dat je mensen ter plaatse te vertrouwen zijn. Dat is misschien nog de belangrijkste regel. De VRT vraagt ons ook niet om aan de frontlinie te gaan zitten. Dat helpt. Maar er blijft hoe dan ook altijd een tikkeltje geluk mee gemoeid.”

Yassine kan voor tips bij jou aankloppen, Rudi. Bij wie kon jij als beginnend oorlogsjournalist terecht?

Vranckx: “Bij niemand. Dat waren andere tijden. Ik kon wel wat dingen vragen aan Dirk Tieleman. Die had nog in Irak en Afghanistan gezeten. Maar eigenlijk ging men ervan uit dat je zelf je eigen weg zou zoeken.”

Hoe leg je trouwens aan het thuisfront uit dat je als achttienjarige naar Libanon, Nepal of Myanmar vertrekt op zoek naar een goed verhaal?

Atari: “Die eerste keren was elk vertrek moeilijk en gingen er telkens hoogoplopende ruzies aan vooraf. Maar ondertussen ziet mijn moeder ook wel in dat dit hetgene is wat ik echt wil doen. Ik zie dit niet als een job, voor mij is het een roeping. Dat maakt het voor haar makkelijker om te accepteren. Maar een moeder blijft een moeder. Ze zal zich altijd wel zorgen maken. Ook al blijf ik, zoals tijdens onze roadtrip door Europa, relatief dicht bij huis.”

De Vranckx-redactie is uitgegroeid tot een eilandje binnen de nieuwsdienst waar jonge journalisten zoals Yassine uitgebreid kansen krijgen. Heeft de VRT nood aan meer van dat soort eilandjes?

Vranckx: “Ik weet niet of meer eilandjes nodig zijn. Die kansen voor jongens als Yassine moeten er ook in het grotere geheel komen.”

Het valt ook op dat er op het Vranckx-eilandje heel wat journalisten van vreemde origine rondlopen. Is dat een bewuste keuze?

Vranckx: “Absoluut. Een nieuwsvloer moet een afspiegeling zijn van de maatschappij. Je moet dat niet proberen te forceren, maar je kunt op zijn minst de deur openzetten. Dat gebeurt in medialand veel te weinig. Gasten als Yassine komen niet vanzelf je nieuwsredactie binnengewandeld. Je moet hun het signaal geven dat je naar hen wil luisteren, dat je ze kansen zal geven wanneer ze aankloppen met een goed verhaal.”

Met het risico dat ze, wanneer ze dan uiteindelijk op het scherm komen, versleten worden voor ‘huisallochtoon’. Dat verwijt kreeg Yassine na zijn passage in De afspraak op social media naar het hoofd geslingerd. Doet dat pijn?

Atari: “Neen, ik trek me niets aan van opmerkingen die enkel gebaseerd zijn op de klank van mijn naam of de kleur van mijn huid. Ik doe gewoon mijn werk. Als mensen me per se in een vakje willen duwen, dan doen ze maar.”

Vranckx: “Het zou toch al te gek zijn mocht Yassines volledige identiteit bepaald worden door zijn Marokkaanse roots en het feit dat hij moslim is? Terwijl hij gewoon een gast uit Antwerpen is, die foto’s en filmpjes maakt.”

Atari: “Mensen hoeven toch ook niet van elke blanke journalist te weten of hij nu katholiek, protestant of atheïst is?”

Vranckx: “Toen ik dertig jaar geleden bij de VRT binnenstapte, probeerden ze ook te weten of je nu een rode, een blauwe of een katholiek was. Ook toen al waren ze met etiketten bezig. We moeten dat soort zaken echt leren loslaten.”

Dat iedereen zijn mening zonder filter op social media kan gooien, helpt daarbij natuurlijk niet.

Atari: “Ik sta open voor kritiek. Als mensen inhoudelijke opmerkingen hebben, dan hoor ik het graag. Maar als het persoonlijk wordt, dan houdt het op voor mij.”

Vranckx: “Ik ben daar misschien wat naïef in geweest. Ik ging ervan uit dat alle mensen reageren met goede bedoelingen. Maar als je merkt dat dat niet zo is, dan moet je op een bepaald moment een lijn durven te trekken. Mijn social-mediakanalen zijn mijn tuin. En niemand heeft het recht daar onwelvoeglijke dingen te komen doen. Wie dat wel doet, wordt geblokkeerd. Je kunt bij mij gerust een reactie kwijt, maar alleen als je het op een beleefde en correcte manier doet.

“Maar voor Breaking Europe ben ik er wat die kritiek betreft gerust op. Ik durf nu al te voorspellen dat het merendeel van de opmerkingen over het kapsel van Yassine zal gaan.”

Breaking Europe, vanaf maandag 8/4 in Het journaal, in Terzake en op YouTube.