Direct naar artikelinhoud

Alles beweegt

En toen stond België op de kaart van de architectuur. Het begon met stations, en nu is de trein vertrokken. Noem het gerust een inhaalbeweging

Een blik op de belangrijkste projecten die op stapel staan.

p de Dag van de Architectuur, 6 oktober, wordt in Turnhout de Periscoop ingehuldigd, een artistieke interventie van de Brusselse architect/kunstenaar Emilio Lopez-Menchero in een watertoren. In deze watertoren, een beschermd monument en momenteel niet meer in gebruik, liet Lopez-Menchero een periscoop bouwen waarmee je het landschap kunt afspeuren naar andere architectuurprojecten. Een mooie aanleiding om de blik meteen te verruimen naar de rest van het land.

Architectuur of ruimtelijke vormgeving wordt al te vaak met dure woorden bezongen. "Alsof het voorbehouden is voor een klein clubje, terwijl het gaat om de ruimtes waar we dagelijks in of mee leven", liet de Vlaamse Bouwmeester Peter Swinnen al meermaals verstaan. "Architectuur is geen kunst", zo luidt zijn stelling en daar volgen we hem graag in.

Niemand durft er ook nog aan te twijfelen dat architectuur belangrijk is. Dat steden en gemeenten en de mensen die er wonen er bij gebaat zijn; dat een architecturale en stedenbouwkundige visie cruciaal is vóór en in ons leven. Of het daar dan in België te lang aan ontbrak, dat laten we aan de architectuurcritici over.

SPOORWEGKATHEDRALEN

Je hoeft maar met de trein te reizen om te merken dat er een architectuurbeleid op de rails staat. Denderend of niet, de resultaten zijn er. Antwerpen-Centraal is een van de mooiste stations ter wereld, in Luik richt de spoorwegkathedraal van de Spaanse architect Santiago Calatrava zich op als een bolle deltavlieger aan de heuvel van Cointe en in Leuven is er onder meer die monumentale overkapping van architectenbureau Philippe Samyn & Partners én het gebouw van De Lijn van architect Manuel de Solà-Morales Rubio. Sint-Niklaas, Gent en Hasselt ondergaan eenzelfde transformatie waarvan de uitwerking zich stilaan laat voelen en in Mechelen en Genk wordt er nu werk van gemaakt.

Een station wordt beschouwd als dé motor voor een stedelijke ontwikkeling. Dat is een ronkende bewering, maar de resultaten zijn intussen zichtbaar. Toen het project in Leuven werd afgerond, toonde dat volgens architect Marcel Smets - Peter Swinnens voorganger als Vlaams Bouwmeester - aan dat bereikbaarheid en mobiliteit bepalend zijn voor de aard en het opzet van de stedelijke ontwikkeling. "Het illustreert hoezeer de notie van publieke ruimte vandaag samenhangt met verplaatsing en vervoer", zei Smets. "De interventie als geheel onderlijnt het belang van de middenschaal en ze wijst erop dat een samenhangend project op dit schaalniveau de globale structuur van de stad verandert." De architecturale uitwerking vanuit een visie heeft tijd nodig, maar trekt inderdaad een spoor in de stad. In Leuven mag je dat letterlijk nemen. Het station is een verbinding geworden tussen de stad aan de ene kant én de Kop van Kessel-Lo aan de andere kant. Wat beide verbindt is architectuur.

Hetzelfde staat Mechelen te wachten waar de opdrachtgever Euro Immo Star-Eurostation, een dochterholding van de NMBS en zowat betrokken bij elk stationsproject in Vlaanderen, de stad zal laten doorgroeien onder het stationsgebouw. De focus ligt in eerste instantie aan de achterzijde van het station waar eerst een ondergrondse parking zal worden aangelegd. Vervolgens zal een nieuwe ontsluitingsweg als een bypass de hele buurt van een nieuwe impuls voorzien. Tegen 2018 zullen de grootste structurele ingrepen afgerond zijn.

Wat het zorgenkind Brussel Zuid betreft heeft de Franse toparchitect Jean Nouvel een plan bedacht. Een V-vormig dak dat zowel sporen als omgeving reflecteert, getuigt van veel lef en visie maar in tegenstelling tot de andere stationssites is de marge voor de architect om mee te denken over de relatie van het station met de stad een stuk kleiner. Net daar wringt het schoentje, want Nouvel kan heus wel wat adelbrieven voorleggen en zijn plannen voor het Brusselse Zuidstation ogen op papier curatief. Met integratie van onder meer de leegstaande gebouwen van de NMBS en de Post. Maar of het blijvende litteken van het jarenlange mismeesterde stadsweefsel ermee kan worden verholpen, daarover bestaat veel twijfel.

LITTEKENWEEFSEL

"Stationsbuurten in ons land zijn altijd wat stiefmoederlijk behandeld, maar de kentering is een feit. Net op deze te lang verloederde sites treffen we de interessante bouwprojecten", zegt Rik Neven die met de portaalsite Architectura.be de vinger aan de pols houdt van wat er beweegt in de bouw- en architectuurwereld. "Bijna in alle Vlaamse steden ontwikkelt er zich een nieuwe dynamiek met het station als epicentrum. Stationsbuurten waren de littekens van een mank lopend, of gewoonweg ontbrekend, stedenbouwkundig beleid."

Het gaat niet om esthetische chirurgie, al wordt er met de stationssites veel dieper in het stedelijke weefsel gesneden dan men voordien ooit zou aangedurfd hebben. Het lijkt wel of stedenbouwkundigen in hun functie bevestigd worden. Alsof beleidsmakers en beslissingsnemers voor het eerst duidelijk durven te zeggen: doe maar jongens, jullie hebben er voor gestudeerd. Pieter Uyttenhove, docent Theorie en Geschiedenis van de Stedenbouw aan de UGent, omschreef het in het boek Tussen spoor en stad als volgt: "Stedenbouw werd een nevenverschijnsel van grote infrastructuurwerken, van de grotendeels door de overheid gespijsde activiteiten van de bouwsectoren en van de lucratieve vastgoedmarkt." Tegenwoordig ligt de beslissingsmacht veel minder geconcentreerd bij politici en de komst van betere structuren én ook de intrede van Bouwmeesters zorgt voor meer transparantie in het beleid en de daaropvolgende beslissingen. "Alles is voor kritiek vatbaar, maar we mogen stellen dat er in België heel wat beweegt op het vlak van architectuur", zegt Rik Neven met een zelfde optimisme als bondscoach George Leekens over de Rode Duivels zou praten. En eigenlijk ligt daarin misschien de meest treffende vergelijking: architectuur is als voetbal, iedereen houdt er een mening op na en denkt te weten hoe het zou moeten, maar niemand heeft geduld om te wachten op de resultaten. "Het stationsgebouw van Calatrava in Luik getuigt van ambitie. Dat gebouw doet iets. Je moet het bezocht hebben om het te voelen wat het is. Oké, de uitwerking op de omgeving laat nog wat op zich wachten, maar het komt wel goed."

Toppers in Bergen

Liège-Guillemins is onmiskenbaar Calatrava: ingenieus, bolstaand van ambitie en ietwat megalomaan. Architectuurleken en zelfs hardnekkige sceptici erkennen inderdaad gevoelsmatig dat hier zoveel technisch vernuft in schuilt dat het een meesterwerk is. Beton, staal, glas, de breedvoerige overspanning: elk element is kenschetsend, elke lijn van dit bouwwerk werd bedacht op de tekentafel en dat besef doet je versteld staan van zo veel architectenbranie. Te meer omdat de technische uitwerking ervan door het legertje aannemers de mensenmaat lijkt te overstijgen. Dat het veel duurder is geworden dan voorzien, welaan dan. Het weerhoudt er de NMBS-groep en de Société Regionale Wallonne du Transport niet van om Calatrava ook het treinstation van Bergen te laten uittekenen. Het futuristisch bouwwerk ligt in de lijn van Liège-Guillemins met opnieuw een golvende ribbenkast die refereert aan de draak, symbool van de stad. Het Bergense station moet eind 2014 klaar zijn en het prijskaartje dat initieel geraamd werd op 37 miljoen euro, is al opgelopen tot het drievoudige.

Met het aantrekken van Calatrava is Bergen, dat in 2015 Europese Culturele hoofdstad wordt, niet aan zijn proefstuk toe. Nadat eerder al de Franse grootmeester Jean Nouvel het avontuurlijke wetenschapspark Pass uittekenende, krijgt de stad van Elio Di Rupo een congrescentrum van de Amerikaanse architect Daniel Liebeskind. Deze 65-jarige Amerikaans-Poolse toparchitect tekent tevens het nieuwe World Trade Center voor Ground Zero in New York maar wordt voor het Bergense Congrescentrum geruggesteund door het Waalse architectenbureau H2A en Brussels studiebureau Ney & Partners. En waar wordt het bloemvormige gebouw ingeplant? Jawel, vlak naast het nieuwe station.

Charleroi en Knokke-Heist

België lijkt een sterke aantrekkingskracht uit te oefenen op de internationale constellatie aan sterarchitecten. Naast de vernoemde Santiago Calatrava, Daniel Liebeskind en Jean Nouvel - die samen met MDW Architecture de opdracht kreeg een nieuw politiehoofdkwartier in Charleroi te ontwerpen dat als nieuwe landmark kan gelden - hebben we ook Richard Rogers (Antwerpse Justitiepaleis) en het Antwerpse Havenbedrijf schept torenhoge verwachtingen bij het project voor het Havenhuis van de wereldvermaarde Zaha Hadid. Hadid die ook in Knokke aan de slag mag voor - jawel - de ontwikkeling van een stationssite in Heist. Deze plannen zouden nu 'on hold' staan omdat de financiering voor het verschuiven van de stationslocatie, het nieuwe gebouw en aan de overzijde ervan jeugdlokalen en een feestzaal toch niet loopt zoals verhoopt.

"In de mondaine badstad wordt hoog ingezet op architectuur", stelt ook Rik Neven vast. "Men hoopt met de komst van internationale toppers voor een nieuwe dynamiek te zorgen. "Er was al veel te doen over het ontwerp van de Amerikaan Steven Holl voor het Casino annex hotelcomplex als landmark langs de kustlijn, maar normaal moet dat in 2016 klaar zijn." De werken aan het Casino zouden in 2013 kunnen starten en hiervoor werkt Steven Holl samen met BURO II & ARCHI+I. Ook met de nieuwe campus voor het O.L.V. Ter Linden-ziekenhuis zoekt de door cottagestijl gedomineerde badplaats naar een nieuwe dynamiek bij middel van hypermoderne architectuur.

lokale steun

Opvallend is dat de internationale architecten(bureaus) bijna altijd geruggesteund worden door een lokaal bureau en die wisselwerking komt de kwaliteit van de projecten ten goede. Zoals het nieuwe gerechtsgebouw in Hasselt dat in maart 2012 in gebruik wordt genomen, uitgewerkt werd door het ontwerpcollectief Twins en een combinatie is van de Hasseltse bureaus van Bart Lens en a2o samen met de Berlijnse architect Jürgen Mayer. "Laten we niet vergeten dat het Twins-collectief de ontwerpwedstrijd voor de Hasseltse stationsbuurt heeft gewonnen", stipt Rik Neven nog aan. "Eerst ging het om een multifunctioneel kantoorgebouw en pas nadat duidelijk werd dat dit gebouw zou gebruikt worden als gerechtsgebouw, werd het concept aangepast en refereert de vorm van het gebouw aan de typische Hazelarenboom, waaronder vroeger recht werd gesproken."

Dat er heel wat architectuurprojecten op de rails staan, is een understatement. Het fraaie is ook dat een van de belangrijkste spelers in deze ontwikkeling, zoals Euro Immo Star en Eurostation, als ontwikkelaar dusdanig veel expertise opbouwt in eigen land, dat er vanuit het buitenland beroep wordt gedaan op hun expertise.

Zorgsector

"Wees maar zeker dat ze in het buitenland met veel bewondering kijken naar het architecturaal elan in ons land. Nu ligt de focus ogenschijnlijk op stationsbuurten, maar ook in de gezondheidszorg hebben we enkele mooie referentieprojecten. Het Leuvense Gasthuisberg is als een ministad in ontwikkeling met inbreng van verschillende architecten. Neem nu een bureau als VK dat bijzonder veel expertise heeft in de zorgsector. Het staat op de shortlist van het Wolrd Architecture Festival voor de bouw van een ziekenhuis in Vietnam", klinkt het nog.

Nu al is zeker dat na de stationstransformaties ook de zorgsector heel wat bouwprojecten gaat krijgen. Niet toevallig dat de Vlaamse Bouwmeester Peter Swinnen in zijn ambitienota hoog inzet op duurzame projecten in de zorgsector. Dat hij het in diezelfde nota ook heeft over bouwcultuur eerder dan architectuur, toont aan hoezeer de blik verruimd is. Na tien jaar Bouwmeesterschap is het fraai om te zien hoe we stilaan de vruchten kunnen plukken van de coherente visie die de Bouwmeesters bewaken. We oogsten stilaan wat Bob Van Reeth en nadien Marcel Smets hebben gezaaid in Vlaanderen, het architectuurbeleid staat op de sporen. School maken doen we misschien niet, maar we mogen optimistisch zijn. Daarop kan men bouwen.