Direct naar artikelinhoud

BP-ramp kost extra 690 miljard euro

Oliegigant British Petrol moet nog eens 847 miljoen dollar (of 690 miljoen euro) ophoesten om de gerechtskosten te kunnen dekken in verband met de ramp in de Golf van Mexico. Het prijskaartje komt zo op 30 miljard euro.

BP zette een apart fonds op van 20 miljard dollar om de kosten voor schadeclaims na de ramp met het boorplatform Deepwater Horizon te dekken. Eind vorige maand had het bedrijf al 7 miljard euro uitbetaald aan schadeclaims van lokale zakenlui, overheden en bewoners. Naar individuele partijen en zakenlui ging 5,6 miljard euro, 1 miljard naar overheden.

Nadat op 20 april 2010 het Deepwater Horizon-boorplatform ontplofte, vielen 11 doden en ontstond een enorm olielek dat de grootste milieuramp in de Amerikaanse geschiedenis veroorzaakte. Pas drie maanden later slaagde BP erin het lek te stoppen, nadat 779.000.000 liter ruwe olie in zee was gelekt. Zowel de unieke fauna en flora in de Golf van Mexico, de uitgebreide visserij-industrie in de regio en het toerisme kregen zware klappen. Minstens 510 kilometer kust alleen al in de staten Louisiana werd door de olie vervuild. In juli 2011 waren nog altijd 790 kilometer kust in Louisiana, Mississippi, Alabama en Florida met olie besmeurd en in oktober van dat jaar bleek dat twee keer meer dolfijnen en walvissen in het gebied stierven dan gebruikelijk. Er is nog altijd olie in de zee en een alarmerend aantal krabben en garnaalsoorten zijn door de chemische reacties van de olieresten gemuteerd.

BP heeft dan ook veel moeite om zijn zwaar besmeurde imago opnieuw op te blinken, zeker nadat de oliereus onlangs onder vuur genomen werd in een rapport van een Amerikaans regeringspanel dat de veiligheid van chemische operaties onderzoekt. BP was te weinig bezig met risico's op grote schaal. De winstcijfers en beurskoers van BP wankelen dan ook.