Direct naar artikelinhoud

Haal de luchtverkeersleiders uit hun zetel

Marc De Vos doceert aan de UGent en is directeur van denktank Itinera.

De Brusselse verkeersleiders uiten zich als verkeersparasieten. Wat hun bekommernissen ook zijn, hun plotse actie is een dolk in de rug van een luchthavengemeenschap die zich probeert te herstellen van moorddadig terrorisme. Hebben ze echt geen gram empathie, geen greintje respect, voor de biotoop waarvan ze nochtans zelf afhankelijk zijn? Zijn ze totaal gevoelloos voor het land dat hen goed betaalt, dat mondiaal is afgegaan in een terrorismesoap, en dat ze nu eigenhandig in het hemd zetten?

Dat verkeersleiders 'ongeschiktheid' veinzen, grenst aan lafheid. Ze zijn niet collectief door een mysterieus virus geveld. Ze waren niet ziek, niet ongeschikt, maar in staking. Een staking die de nationale luchthaven en dus het hart van het economische verkeer treft. Volgens het Europese recht moeten dergelijke acties grenzen van redelijkheid en legitimiteit respecteren. Ik kan mij geen duidelijker situatie van onredelijkheid voorstellen. De verkeersleiders zijn dan onwettig afwezig en potentieel aansprakelijk voor de schade die ze hebben veroorzaakt.

Wat gaan we hiermee doen? De zoveelste storm in Twitter- en commentaarland, de zoveelste ronde overleg met heethoofden, en dan terug naar af? Na de loodsen, de havenarbeiders en de treinmachinisten, andermaal met lede ogen aanzien hoe een kleine groep geprivilegieerden de samenleving gijzelt voor hun privileges?

Als de verkeersleiders niet langer willen werken, moeten wij ons als samenleving misschien afvragen of we ze nog wel willen tewerkstellen. Waar staat immers geschreven dat verkeersleiders een pluchen ambtenarenstatuut moeten hebben? Ik kan mij voorstellen dat er competente werkwilligen kunnen worden opgeleid die ook zonder de 'Gilde van Luchtverkeersleiders' - de term alleen al ademt het Ancien Régime - de veiligheid van het luchtverkeer kunnen waarborgen.

In 1981 werd de kersverse Amerikaanse president Ronald Reagan geconfronteerd met een grote staking van de Amerikaanse verkeersleiders, toen allemaal federale ambtenaren. De staking was onwettig. De vakbond wou druk zetten op de regering. Dat was een courante praktijk. Niet zo met Reagan. Die eiste het einde van de actie en ontsloeg uiteindelijk duizenden werkonwilligen. De vakbond ging eraan failliet.

1981 is 2016 niet. België is Amerika niet. Zeldzaam zijn politici met de moed om 'gewoon nee' te zeggen. Maar er zijn momenten die breekpunten zijn. België kent een laisser-faire ten aanzien van sociale conflicten. Staken is hier een grondrecht met alleen theoretische grenzen. Overleg moet feitelijke grenzen garanderen. Dat vergt een overlegcultuur. Als die ontbreekt, is een cultuurverandering nodig. Dat kan vrijwillig. Maar het kan dus ook gedwongen.

Langer werken wordt in dit land al decennia aangekondigd, bediscussieerd en voorbereid. We moeten eindelijk, als zowat de allerlaatste in de rij, handelen. De regering moet dus met het volle pond de pensioenhervorming uitrollen. Dat betekent ook een positieve agenda van weerbare pensioenen en betere loopbanen. Bekommernissen over werkorganisatie hebben daarin een plek, maar zijn geen veto. De toekomst van de sociale zekerheid en een kansrijke samenleving voor de jongere generaties kunnen niet worden tegengehouden door het eigenbelang van kleine groepjes met een groot stakingswapen. Laten we in deze legislatuur de vergrijzing eindelijk oplossen.