Direct naar artikelinhoud

Examen op vrijdag: gezakt. Op zaterdag: geslaagd

De nieuwe commissaris-generaal moet nog benoemd worden, maar nog voor dat gebeurt staat al vast dat de selectieprocedure aangevochten zal worden. 'Het is toch wel al te toevallig dat bijna al wie op vrijdag moest komen, gebuisd is en wie op zaterdag kwam geslaagd is?'

door Douglas De Coninck

Toen in 2007 zeven kandidaten deelnamen aan de tests om Herman Fransen op te volgen als commissaris-generaal van de federale politie, ging dat volgens toenmalig ACOD-vakbondsman Patrick Debel zo: "De kandidaten werden bij aankomst vriendelijk verzocht alle elektronische apparaten af te geven. Gsm's, laptops: alles in een zak, tot na het examen. De traditie bij de overheid wil dat zo'n examen wordt bijgewoond door de vertegenwoordigers van de representatieve vakbonden, zodat erop kan worden toegezien dat alles eerlijk verloopt."

Deze keer bestond de vijfkoppige selectiecommissie uit François Adam (Algemene Inspectie), Eddy Baelemans (de Antwerpse korpschef), Valère de Cloet (directeur-generaal gerechtelijke politie), Michèle Coninx (Eurojust) en Monique De Knop (Binnenlandse Zaken). Nu er zich tien kandidaten hadden aangediend voor de opvolging van Fernand Koekelberg had de commissie een beter plan. Ze besloot de examens te spreiden over twee dagen: vrijdag 30 september en zaterdag 1 oktober. Vooral Valère de Cloet drong erop aan de procedure over twee dagen te spreiden. Volgens hem was een dag te kort voor een deugdelijke beoordeling van tien kandidaten. In welke volgorde die voor de commissie zouden verschijnen, werd bepaald bij lottrekking. Vooral over het verloop van die lottrekking rijzen nu vragen.

Vrijdag: de pechvogels

Wim Liekens, de directeur Operationele politionele informaties bij de federale politie, was de ongelukkige die zich op 30 september als eerste moest melden op de vijfde verdieping bij de Algemene Inspectie aan de Triomflaan in Oudergem. Het papiertje met zijn naam op was als eerste uit de bokaal gevist. Liekens kreeg nu bij de mondelinge test volgende voor de voeten geworpen: "Stel dat de regering u een coupure oplegt in de begroting voor het komende werkjaar. Welke maatregelen gaat u treffen om doeltreffender en doelmatiger om te gaan met de werkingsmiddelen van zowel de federale als de geïntegreerde politie?"

Dit was de vraag waar de tien kandidaten spontaan een antwoord op moesten zien te bedenken, maar Liekens was de eerste die ze te horen kreeg. Het is niet bekend welke oplossing hij ter plekke bedacht. Zeker is enkel dat hij aan het eind door de selectiecommissie zou worden beoordeeld als zesde kandidaat. Hij werd door de commissie net nog wel geschikt bevonden voor het ambt van commissaris-generaal, maar minder geschikt dan vijf anderen.

Papiertje nummer twee droeg de naam van Michel Brasseur. Hij is een onvermoeibare stokebrand binnen de federale politie. De politiecommissaris uit Hoei is al tien jaar bijna voltijds aan het procederen bij de Raad van State. Tegen eerst de benoeming van Herman Fransen, inmiddels meer dan tien jaar geleden, en ook die van Fernand Koekelberg, ook al diende die inmiddels ontslag in. Brasseur zit op een zucht van zijn pensioen, maar ziet procederen bij de Raad van State als een principieel basisrecht. Tot iets als een bevredigend antwoord over hoe hij het probleem met de begroting zou aanpakken, kwam hij kennelijk niet. De kandidatuur van Brasseur werd door de commissie bestempeld als 'niet weerhouden'.

Nummer drie in de rij was Marc Van Laere, de directeur gerechtelijke operaties. Hij presteerde verrassend sterk en eindigde derde, ex-aequo met kandidaat Jaak Raes, die op zaterdag zou volgen.

Nummer vier was Glenn Audenaert, het hoofd van de federale politie in Brussel, en vooraf beschouwd als een van de grote kleppers. Tegen Audenaert werden de voorbije maanden enkele oude dossiers geopend, wat lijkt te wijzen op felle tegenstand tegen zijn persoon. Zijn uitleg over de begroting kon de commissie hoe dan ook niet bekoren, en ook zijn kandidatuur werd 'niet weerhouden'.

Als laatste van de dag kwam Jean-Marie Van Branteghem aan de beurt. Hij is directeur-generaal bij de federale politie, en geldt er sinds 2007 als de feitelijke nummer twee. Maar ook Van Branteghem ging verrassend af, en kreeg een 'niet weerhouden' mee.

Zaterdag: de gelukkigen

Op zaterdagochtend kwam Cathérine De Bolle als eerste aan de beurt. Over het examen van de korpschef van de lokale politie in Ninove viel achteraf te horen dat zij "er met kop en schouders bovenuit stak". De Bolle eindigde afgetekend eerste en maakt grote kans om de eerste vrouwelijke commissaris-generaal van de federale politie te worden. Na haar volgde Marcel Simonis, de korpschef van de lokale politie van Verviers. Ook zijn kandidatuur zou aan het eind van de rit niet worden weerhouden. Hij werd vooraf beschouwd als kansloos. Simonis was de enige op zaterdag die zou falen.

Nummer drie, die dag, was Olivier Libois, de directeur van de bestuurlijke politie en net als Van Branteghem sinds 2007 op post op het commissariaat-generaal. Libois bleek perfect voorbereid op de vraag wat te gaan doen als de regering hem zou vragen de begroting van het commissariaat-generaal te herzien. Hij eindigde als tweede. Na hem kwam Jaak Raes, de directeur-generaal van de Algemene Directie Crisiscentrum. Ook hij hoefde geen twee seconden na te denken over de vraag wat te doen in geval van begrotingswijziging en kwam met een hoogst bevredigend antwoord. Hij eindigde op een gedeelde derde plaats.

Als laatste in de rij kwam Fernand Koekelberg. Ook hij bleek zijn antwoord direct klaar te hebben en haalde nog een mooie vijfde plaats. Koekelberg had vooraf gezegd dat het lot hem gunstig gezind was, nu zijn naam als allerlaatste was getrokken.

Bezwaarschriften

De vier gebuisden hoeden zich voor het woord examenfraude, maar stellen zich achteraf wel grote vragen over het waarom van het spreiden van het examen. "Is het niet al te toevallig dat bijna al wie op vrijdag moest komen gebuisd is en wie op zaterdag kwam geslaagd?", zegt een vakbondsman. "Natuurlijk, de beoordeling was niet uitsluitend gebaseerd op het antwoord op die vraag over de begroting, maar wie vooraf ongeveer kon weten dat het daarover zou gaan, kreeg de kans zich in een aantal cijfers te verdiepen."

Alleen al de opmerkelijke verschillen met hoe de tests in 2007 verliepen, zijn mogelijk al een grond voor een procedure bij de Raad van State. "Het lijkt er bijna op dat men het met opzet zo heeft georganiseerd dat de benoeming achteraf zal worden vernietigd", zegt een vakbondsman. "Dan kan de hele procedure onder een volgende regering worden overgedaan."

De kandidaten hebben nu veertien dagen de tijd om bezwaarschriften in te dienen tegen hun resultaat. Nu al staat vast dat alle gebuisden dat gaan doen. Over één kandidaat, Olivier Libois, circuleert binnen de federale politietop nu al een anonieme brief

waarin met zin voor detail wordt uitgelegd hoe hij op vrijdag al uitgebreid door een

bevriende vakbondsman werd gebrieft hoe de eerste vijf examens waren verlopen. Libois zelf ontkent enige voorkennis te hebben gehad.