Nieuwe investeerder mikt op uitvaartsector
De uitvaartsector is in de ban van een fusiekoorts. Een nieuwe investeringsgroep heeft al acht familiebedrijfjes overgenomen. 'Net als met rusthuizen valt ook met begrafenissen veel geld te verdienen.'
Vlaanderen telt zo'n 300 begrafenisondernemingen. Vaak kleinschalige, familiale bedrijven die al decennia van vader op zoon worden voortgezet. Maar tijden veranderen en steeds meer begrafenis-ondernemers vinden geen opvolger meer. Bovendien neemt ook de werkdruk toe, omdat de eisen van de klanten steeds groter worden. "24 uur op 24 beschikbaar zijn, ook tijdens het weekend, en nooit vakantie kunnen nemen, wie wil dit nog doen?", luidt de meest gehoorde klacht.
Maar een goed jaar geleden maakte een totaal nieuwe speler zijn opwachting in de uitvaartwereld. Michel Verhaeren van investeringsfonds Vermec en Amaury Hendrickx van horecaconcept Ellis Gourmet Burger gingen in zee met begrafenisondernemer Bruno Quirijnen uit Brasschaat en samen richtten zij de nieuwe holding Sereni Capital op. Ondertussen heeft Sereni al acht uitvaartbedrijven in heel Vlaanderen, maar de groep maakt zich sterk dat in de nabije toekomst zich nog meer begrafenisondernemers zullen aansluiten bij de keten.
Bert Gooris uit Boortmeerbeek verkocht eind vorig jaar zijn zaak aan Sereni: "Onze drie kinderen hebben geen interesse." Ook Benno en Arlette Van Camp uit het naburige Hever zijn al overgestapt. Sinds de overname werken de begrafenisondernemingen van Bert Gooris en Benno Van Camp samen onder de vlag van Sereni. "We verdelen nu de wachtdiensten onder elkaar, wisselen soms personeel uit of we maken gebruik van elkaars infrastructuur", luidt het. "Sereni heeft de administratie van ons overgenomen en levert technologische knowhow. We helpen elkaar, terwijl we vroeger concurrenten waren."
Dat de fusiekoorts ook in het wereldje van de begrafenissen toeslaat, verbaast econoom Ivan Van de Cloot van denktank Itinera niet. "Het gaat om een zeer traditionele sector van familiebedrijfjes die verloren dreigen te gaan, omdat er geen opvolging is en er weinig middelen zijn om te moderniseren.
"Sereni springt net op de tijd op de kar, want ook buitenlandse investeerders weten dat met de uitvaartsector geld te verdienen valt."