Direct naar artikelinhoud

Hoe de globalisering de Republikeinen in de put duwde

Thomas L. Friedman

meent dat de conservatieven geen agenda voor de 21ste eeuw hebben.

Thomas L. Friedman is columnist van The New York Times.

‘Wanneer je in de put zit, stop dan met graven’, luidt een gezegde. Maar de Republikeinen stoppen niet. Ze blijven nee zeggen. Nee tegen de gezondheidswet, nee tegen alles behalve lagere belastingen en meer olieboringen. Volgens Thomas Friedman heeft conservatief Amerika niet eens een begin van antwoord op de uitdagingen van de 21ste eeuw.

‘Zeg-maar-nee-tegen-alles-behalve-lagere-belastingen-en-meer-olieboringen’. Zo luidt de strategie van de Republikeinen in de VS. De peilingen geven hen geen ongelijk, ik weet het. Overspoelt hen een golf van welwillendheid? Nee. Als de Republikeinen tegen 2012 met een geloofwaardige presidentskandidaat voor de dag willen komen, zullen ze uit een ander vaatje moeten tappen.

Daar zijn historische redenen voor.

Aan de ene kant is de Reagandoctrine met haar nadruk op belastingverlaging, deregulering en ‘de-overheid-is-het-probleem-niet-de-oplossing’ door George W. Bush tot een logisch einde gebracht (en nog wat verder). De bankencrisis, veroorzaakt door deregulering, heeft de limieten van het Reaganisme getoond. Aan de andere kant is met de goedkeuring van de gezondheidswet de New Deal van Franklin D Roosevelt tot een logisch einde gebracht. De twee grote partijen hebben hun belangrijkste doelstelling van de 20ste eeuw bereikt. De vraag is nu welke partij voor Amerika de brug naar de 21ste eeuw zal bouwen. Een brug die ons beter moet laten concurreren in de wereldeconomie en tegelijk zorgt voor meer fiscale discipline.

Obama heeft tenminste een agenda om de Amerikaanse droom onder de huidige omstandigheden na te streven. Ik ben het niet altijd eens met zijn beleid - ik zou meer nadruk leggen op innovatie en het opstarten van kleine ondernemingen - maar hij probeert tenminste. Die indruk krijg ik van de Republikeinen niet, en zeker niet van degenen die de Tea Party achternalopen.

Obama en de zijnen stellen dat we in een hyperconcurrentiële wereldeconomie leven, waar een land alleen zal bloeien als het de best opgeleide, creatiefste en meest diverse beroepsbevolking heeft en die combineert met de beste infrastructuur (bandbreedte, havens, luchthavens, hogesnelheidstreinen en goed bestuur). En we leven in een wereld met een klimaat dat opwarmt en een bevolking die groeit van 6,8 miljard mensen naar 9,2 miljard tegen 2050, dus de vraag naar schone energie rijst de pan uit. Daarom zal energietechnologie de nieuwe grote internationale industrie worden.

De overheid is dus belangrijk. Ze moet bedrijven aansporen om hun volgende fabriek in de VS te bouwen op een moment dat alle andere landen met subsidies staan te zwaaien; ze moet hooggeschoolde immigranten rekruteren; ze moet de standaard voor het nationale onderwijs zo hoog mogelijk leggen en basisonderzoek financieren; ze moet de juiste regels maken voor energie om meer schone-energiebedrijven te stimuleren.

En, waar Democraten noch Republikeinen al aan toe zijn, we moeten dat allemaal betalen door tegelijk sommige belastingen te verhogen, andere te verlagen en door sommige overheidsdiensten af te schaffen om de nodige nieuwe investeringen in infrastructuur en onderwijs te betalen. We komen er niet meer met een Republikeinse partij die de belastingen wil verlagen maar nooit duidelijk maakt welke overheidsdiensten ze wil afschaffen. Maar ook niet met een Democratische partij die meer overheidsdiensten wil met alleen belastingen voor de rijken.

“De gezondheidszorg was het laatste bedrijf van de New Deal,” stelt Edward Goldberg, die internationale economie doceert aan Baruch College en een boek aan het schrijven is over globalisering en Amerikaanse politiek. “In de 21ste eeuw zal een mengeling nodig zijn van besparen, investeren, innoveren en ondernemen zoals we die nog nooit gezien hebben.” Simpelweg beweren dat de overheid de oplossing niet is, “wanneer we eigenlijk vier oorlogen uitvechten - Irak, Afghanistan, de Grote Recessie en het hervormen van de Amerikaanse economie” - is belachelijk. Een intelligente overheid is de leider of de stille partner in elk van deze projecten.

Eén reden waarom de Republikeinen er niet in geslaagd zijn met een agenda voor de 21ste eeuw op de proppen komen, is omdat de globalisering de partij versplinterd heeft. De vleugel die het heeft voor Wall Street en de multinationals begrijpt dat er nood is aan immigratie, vrijhandel, schone energie en overheidssteun om tot een betere infrastructuur te komen en voor wetenschappelijk onderzoek, dat de bron voor vernieuwing is. De vleugel van de Tea Party is tegen bijna al die dingen. Het enige wat de twee vleugels verenigt, is hun gemeenschappelijke verlangen naar lagere belastingen - punt.

De globalisering heeft ook de arbeiders- en vakbondsbasis van de Democraten verzwakt, maar de Democraten hebben een nieuwe achterban gevonden die ontstaan is door de globalisering (wat Goldberg de “Newocracy” of nieuwocratie noemt) die de multinationale bedrijfsleiders, de technologie-ondernemers en -ingenieurs en al wie deel wil uitmaken van de meritocratie, verenigt.

Deze ‘nieuwocraten’ zouden vroeger bij de Republikeinen aangeleund hebben, maar nu staan ze dichter bij Obama. Ze zijn het niet eens met alles wat hij voorstelt, maar ze voelen dat hij werkt aan een brug naar de 21ste eeuw, terwijl de Republikeinen/Tea Party gewoon niet meespelen. Vandaag hebben we geen echte oppositiepartij die een eigen weg naar de 21ste eeuw heeft. Er is alleen oppositie.