Direct naar artikelinhoud

China kreunt onder tyfoon Nepertak

China wordt geteisterd door de hevigste overstromingen sinds 1998. velden staan blank, steden lopen onder. Tyfoon Nepartak houdt lelijk huis: al meer dan 200 mensen kwamen om het leven.

Roze varkenssnuiten, wanhopig happend naar adem in snel stijgend, grauw water. Hun eigenaar staat te janken bij zijn verdrinkende beesten. Chinese internetgebruikers volgden met tranen in de ogen het drama van duizenden varkens in nood, tot een bedrijf een reddingsactie opzette en de dieren evacueerde.

Grote delen van Zuid- en Midden-China staan blank na weken van extreme regens. De zomer brengt altijd stortbuien in het stroomgebied van de Yangtze, maar dit jaar stuwt tyfoon Nepartak een extra portie wolkbreuken het Chinese binnenland in. De eerste superstorm van het seizoen kwam met een windkracht van 200 kilometer per uur aan op de Chinese Zuid- en Oostkust. En zo kwam er nog meer regen, met een stevige storm eroverheen. Alsof de gezwollen meren en rivieren in de provincies Anhui, Hubei, Jiangsu, Jiangxi en Zhejiang het nog niet moeilijk genoeg hadden.

President Xi met opgestroopte broekspijpen en premier Li tot zijn knieën in het water: met zoveel hoogwaardigheidsbekleders bij een ramp is het menens. Dit zijn de hevigste overstromingen sinds 1998, toen ruim 3.000 mensen om het leven kwamen. In Xinjiang veroorzaakte de hevige regenval een aardverschuiving waarbij 35 mensen om het leven kwamen. In het oosten stierven zeker 186 mensen door modderstromen en overstromingen. In China zijn vijf grote luchthavens gesloten. Honderden vluchten zijn afgelast. Vlak voor het weekend passeerde Nepartak ook in Taiwan, met vijf doden tot gevolg.

Tegenwoordig evacueert China preventief grote aantallen mensen in potentiële rampgebieden; er zijn al 1,8 miljoen mensen uit hun onderlopende huizen gehaald. Zo is het dodental tot dusver beperkt gebleven tot 130 mensen, maar de economische schade is met ruim 5 miljard euro enorm. De oogst op 1,9 miljoen hectare landbouwgrond is naar de haaien. Of beter gezegd naar de alligators, want die zijn met tientallen uit een onderzoekscentrum weggezwommen. De plaatselijke autoriteiten in Wuhu hebben hun handen vol met het vangen van de reptielen.

In tegenstelling tot 1998 is China tegenwoordig een land van steden. En ook die lopen onder. Niet de premier met zijn natte broekspijpen of de varkens die aan hun oren worden meegetrokken naar een droger onderkomen zijn het typerende beeld van de watersnood anno 2016. Neen, dat zijn de absurde beelden van een verzopen metropool. Straten veranderen in golfslagbaden als er een bus langsrijdt. Beekjes kletteren over de roltrappen van metrostations. Een voetbalstadion loopt langzaam tot de nok vol.

Sponssteden

De stad Wuhan, met zijn tien miljoen inwoners, is verlamd door water. Hele woonwijken zitten zonder drinkwater en elektriciteit. Wuhan en vijftien andere steden hadden volgens prachtige plannen 'sponssteden' moeten worden, vol parken en grasvelden die overtollig hemelwater zouden absorberen. Daar zijn Chinese projectontwikkelaars en bouwcommissies nog even niet aan toe gekomen. Ze hebben het te druk met het bouwen van torenflats en bedrijfsterreinen. Riolering levert geen winst op, dus de ondergrondse infrastructuur is een sluitpost op de begroting. Zelfs als Wuhan nu plots door een droogte van Bijbelse properties wordt getroffen, duurt het nog vijf dagen voor het water uit de stad is afgevoerd.