Direct naar artikelinhoud

Kan burgerbeweging HART BOVEN HARD onze 'Syriza' worden?

Griekenland heeft Syriza, in Spanje maakt Podemos het mooie weer. Maar is er ook ruimte voor een groot, nieuw links front in Vlaanderen? Mogelijk komt het antwoord van Hart boven Hard, een progressieve burgerbeweging in volle ontwikkeling.

De vraag werd onlangs opgeworpen door deze krant. Zijn er ook in dit land partijen met het potentieel van Syriza of Podemos?

Het antwoord van de in het stuk opgevoerde politicologen valt vrij kort samen te vatten. Nee, zulke partijen heb je hier niet. Daarvoor zijn de linkse partijen hier te "centrum", te klassiek, te besmet, te "oud communistisch" of nog niet ingrijpend genoeg vernieuwd.

Maar dat wil niet zeggen dat het potentieel er niet is.

Wim Vermeersch, hoofdredacteur van het progressieve blad Samenleving & Politiek, wees in dit verband naar een nieuwe, nog groeiende burgerbeweging die in nauwelijks vier maanden tijd achttien lokale afdelingen wist uit te bouwen. "Hart boven Hard heeft getoond dat er ook in ons land ruimte is voor een beweging die de verontwaardiging tegen het besparingsbeleid vertolkt", zegt Vermeersch. "De wervende kracht van die beweging maakt tegelijk ook iets anders duidelijk: de kansen van links in Vlaanderen liggen misschien wel eerder bij nieuwe bottom-up initiatieven dan bij de traditionele partijpolitiek."

Opwelling

Hart boven Hard en nieuwe linkse partijen als Podemos of Syriza, de vergelijking is op minstens twee punten te wettigen. Net als Syriza verzet Hart boven Hard zich in de eerste plaats tegen strenge saneringen. Bovendien gaat het telkens over bewegingen of partijen die een aantal bestaande linkse of progressieve krachten hebben gebundeld.

Hart boven Hard verenigt enkele honderden middenveldorganisaties, waaronder de vakbonden, de mutualiteiten, culturele instellingen, talloze socio-culturele verenigingen en armoedeorganisaties.

Die bundeling van krachten maakt Hart boven Hard in theorie een van de grootste progressieve bewegingen die dit land ooit heeft gekend.

Progressieve frontvorming heet zoiets, en dat was ook precies wat medeoprichter en theaterrecensent Wouter Hillaert voor ogen had. "Het verhaal van Hart boven Hard is gestart met een nachtelijke mail, ergens begin augustus", vertelt Hillaert. "Het was de periode waarin de culturele sector voor het eerst lucht kreeg van de zware besparingsoperatie die op hen afkwam. Zoals gebruikelijk leidde het tot vragen over wat onze sector kon ondernemen. In een soort nachtelijke opwelling heb ik toen een mail geschreven waarin ik vertelde dat ik niet langer geloof in geïsoleerde acties die enkel een lans breken voor cultuur. De culturele sector is niet de enige die door besparingen wordt getroffen. Acties waarbij je het alleen voor je eigen winkel opneemt, werken stilaan contraproductief. Bovendien staan de vele saneringsoperaties niet los van elkaar. Als je bespaart op onderwijs, zal dat op iets langere termijn ook schadelijk zijn voor de culturele sector."

Een bredere oproep van Hillaert en ex-uitgever Hugo Franssen miste zijn effect niet. "Een week na die bewuste mail zaten we al samen met een vijftigtal mensen, uit alle mogelijke verenigingen en sectoren. Tijdens die vergadering hebben we vastgesteld dat we allemaal in hetzelfde schuitje zaten, en hebben we ons afgevraagd wat we samen kunnen doen. Over dat 'wat' was er van bij het begin discussie. Maar bovenal was er een groot enthousiasme over de samenwerking op zich, en de vaststelling dat onze bekommernissen in wezen dezelfde zijn."

Welke bekommernissen precies? Hillaert legt het uit met een metafoor. "Er wordt wel eens gezegd dat een overheid zich als een goede huisvader moet gedragen. Wel, vandaag krijgen we te maken met een huisvader die zich beperkt tot de rol van een strenge boekhouder. Wij geloven niet dat zo iemand een goeie huisvader is. Het is een huisvader die zijn visie op de mens volledig herleidt tot zijn economische meerwaarde."

Vriendelijke Reus

Hart boven Hard deed voor het eerst van zich spreken met een alternatieve Septemberverklaring, als antwoord op de Vlaamse beleidsverklaring van minister-president Geert Bourgeois. Inmiddels is het document door circa 16.000 verenigingen en burgers ondertekend.

De beweging was ook prominent aanwezig tijdens de betoging en stakingen eind vorig jaar. Zo zorgde ze ervoor dat er, naast de traditionele autobandverbrandingen, ook artiestiek vertier was. Een opmerkelijke verschijning was bijvoorbeeld kunstenaar en acteur Benjamin Verdonck, die aan de manifestaties deelnam in de gedaante van een Grote Vrien-delijke Reus. Daarnaast was er ook het engagement van het Gentse kunstencentrum Vooruit, dat zijn café tijdens de nationale staking omtoverde tot Hart boven Hardcafé.

Een logisch engagement, vindt Caroline Van Peteghem, behalve persverantwoordelijke van het kunstencentrum ook een van de trekkers binnen de Hart boven Hard-beweging. "Vooruit is altijd een plek geweest van sociaal debat en geloof in de utopie. Er is wél een alternatief. In die zin is ons engagement vandaag de voortzetting van een rol die we altijd hebben gespeeld, zij het dan in een nieuwe, niet expliciet syndicale of politieke vorm."

Dat het kunstencentrum op deze manier wél een duidelijk standpunt inneemt tegen de huidige regering, wil Van Peteghem graag nuanceren. "Ons engagement is geen partijpolitieke stellingname. Het gaat veel breder dan dat. Hart boven hard stelt kritische vragen bij een strikt economisch wereldbeeld. Ik denk dat Vooruit zijn functie zou uithollen als we die vragen niet samen met die beweging zouden stellen. We hoeven toch niet bang te zijn om onze nek uit te steken?"

Geld

Hart boven Hard kon behalve op veel enthousiasme ook al van bij het begin rekenen op stevige kritiek. Zo plaatste Geert Bourgeois kort na de Septemberverklaring al vraagtekens bij het spontante karakter van deze beweging.

"Daar zit geld achter", zei Bourgeois over Hart boven Hard. "Dit is niet het plotse, spontane studentenprotest, zoals wij in onze tijd, wanneer we een spontane actie organiseerden."

Hillaert zegt dat hij die kritiek altijd als een compliment heeft opgevat. "Blijkbaar was Bourgeois zo onder de indruk dat hij er een professioneel apparaat met heel veel geld achter vermoedde. Dat is absoluut niet het geval. De beweging draait nog altijd volledig op vrijwilligerswerk. Wij kregen enkel steun in natura, of haalden euro's op met de bus. Op onze rekening staat niet meer dan 1.000 euro."

Zonder geld, maar met de kracht van de overtuiging wil Hart boven Hard de komende maanden nog veel meer van zich doen spreken. Op 23 februari organiseert de beweging een wake tegen discriminatie en moslimhaat, als reactie op een manifestatie van een andere nieuwe burgerbeweging, Pegida Vlaanderen. Nog veel luider moet hun stem klinken op zondag 29 maart, als Hart boven Hard samen met de nog jongere Franstalige zusterbeweging Tout Autre Chose in Brussel De Grote Parade organiseert.

"Die Grote Parade wordt cruciaal", denkt Caroline Van Peteghem. "Hier zal duidelijk worden of het vuur van de verontwaardiging nog even fel brandt als in het najaar. Het is afwachten, maar ik heb er goeie hoop op."

Ook volgens Wim Vermeersch (Sampol) is die Parade het moment van de waarheid. "Hart boven Hard ging heel strijdbaar van start met de alternatieve Septemberverklaring. Maar ondertussen zitten we met een verdeeld vakbondsfront en sluipt er een zekere actiemoeheid in. Dat is niet onlogisch. De brandstof voor de woede in Spanje en Griekenland - een dramatische economie en ziekmakende corruptie - die heb je hier niet. Voor Hart boven Hard is het zaak een doorstart te maken."

Na De Grote Parade volgt hoe dan ook een evaluatie. "We hebben altijd gezegd dat we meer willen zijn dan één schicht", zegt Hillaert. "Tijdens die evaluatie zullen we ons beraden over de vraag in welke vorm we verder gaan."

Eenvoudig is die vraag zeker niet. Hart boven Hard groeit nog elke dag, en staat voor sociaal verzet dat duidelijk heel breed gedragen wordt. Maar wat koop je daarmee? Plannen om te vervellen tot een politieke partij à la Syriza zijn er heel duidelijk niet, en bij het sociaal overleg waren het als vanouds de vakbonden die mee aan tafel zaten. Of een beweging die zich beperkt tot de organisatie van manifestaties en discussieavonden wel een echte toekomst heeft?

Macht

Politicoloog Carl Devos gelooft er in elk geval niet in. "Ik heb de indruk dat deze kaars al wat aan het uitdoven is", zegt hij. "Ik wil hier zeker niet denigrerend over doen, maar ik vrees dat deze beweging vandaag al geconfronteerd wordt met een paar oude, onwrikbare wetten. Als een protestbeweging wil overleven, moet ze een stevige structuur en een gezicht hebben, iemand die het goed kan uitleggen en de weg kent in de wereld van de politiek en de media. Zo iemand heeft deze beweging niet.

"De samenwerking met de vakbond is op zich een nobele gedachte, maar evident is dat toch niet. Wie goed heeft opgelet, kon zien dat de vakbonden en Hart boven Hard ook niet echt samen zijn gaan betogen. Hart boven Hard was erbij, maar bleef aan de kant. Daar was een reden voor. Ze wou zich niet helemaal bij de syndicale strategie aansluiten, en de vakbonden zijn duidelijk niet van plan om zich te laten kannibaliseren."

Als puntje bij paaltje komt en het over echte macht gaat, zegt Devos, dan zijn de oude, traditionele vakbonden nog altijd de sterkste reële kracht binnen het sociale verzet. "Zeker, die oude spelers en structuren staan onder druk, en de macht van de bonden is zeker niet meer wat ze is geweest. Maar toch. Als het gaat over reële impact komt voorlopig nog altijd niemand in hun buurt. Hoe belangrijk nieuwe burgerbewegingen ook zijn, de toekomst van het sociaal verzet ligt volgens mij toch eerder in een gemoderniseerde vakbond. Al besef ik ten volle dat die vernieuwingsoperatie geen gemakkelijke oefening is. Over die vernieuwing wordt al jaren nagedacht, vooralsnog met weinig resultaat."

Burgeractivisme

Devos' pessimisme - of is het realiteitszin? - staat in schril contrast met het vrolijke - misschien naïeve - optimisme van Wouter Hillaert.

"Ik geloof niet dat de macht vandaag enkel en alleen bij de vakbonden en de partijen ligt. De macht van de aloude representatieve democratie is aan het eroderen. In de plaats zie je burgerbewegingen ontstaan die zich niet verbinden aan één partij of zuil. Je kunt dat een zwakte noemen, maar tegelijk is die onafhankelijkheid een grote kracht. Kijk naar bewegingen als Straten-generaal of Ringland. Ze haken hun wagonnetje niet vast aan een politieke partij, maar geven omgekeerd de partijen de mogelijkheid om hun wagonnetje aan hun beweging vast te haken. Wat mij betreft ligt de toekomst van Hart boven Hard in dat soort burgeractivisme, in gedeelde geestesverruiming en uitwisseling aan de basis. In principe kan dat activisme heel erg breed gaan. Omdat we zo breed gedragen worden, hebben we een enorm netwerk. Als ik iets wil weten over een thema dat met armoedebestrijding of ecologie te maken heeft, hoef ik maar een mail te sturen naar een vereniging die alle knowhow over dit onderwerp in huis heeft. Dat is een machtig wapen."

Urgent

Kan Hart boven Hard uitgroeien tot de Vlaamse pendant van Syriza? Het antwoord is heel duidelijk nee. "De vergelijking loopt mank omdat Vlaanderen niet dezelfde economische noodtoestand kent als Griekenland of Spanje", zegt socioloog Stijn Oosterlynck (Universiteit Antwerpen). "Dat maakt dat de behoefte aan sociaal verzet een stuk minder urgent aangevoeld wordt. Bovendien heeft Hart boven Hard niet de ambitie om aan politieke frontvorming te doen. Het doel en de meerwaarde van deze beweging liggen toch in de eerste plaats in de verbreding en vernieuwing van het middenveld.

"Het klopt dat de reële macht binnen het sociale verzet vandaag nog altijd in de eerste plaats bij de vakbonden ligt. Tegelijk hebben die vakbonden bij een deel van het publiek, ook bij progressieven, een legitimiteitsprobleem. De perceptie is dat ze vooral verworven rechten van specifieke beroepsgroepen verdedigen.

Die verdediging gebeurt ook met middelen die als zeer klassiek worden ervaren.

"Hart boven Hard probeert de schotten tussen verschillende sectoren en organisaties in het middenveld op te heffen, en slaagt daar ook gedeeltelijk in. Ze werken daarbij niet zozeer als een belangenorganisatie, maar als een netwerk van mensen en organisaties. Het etiket 'conservatief' blijft daardoor ook minder kleven op hun sociaal verzet tegen de besparingsplannen. Bovendien verbreden en vernieuwen ze het repertoire aan actiemiddelen. De manifestaties eind vorig jaar waren een goed voorbeeld van hoe dit kan werken. Je zag tijdens de acties van Hart boven Hard een publiek dat zich wellicht minder thuis voelt op een klassieke vakbondsbetoging."

Volgens medeoprichter Wouter Hillaert is er tijdens die manifestaties zelfs "iets wezenlijks" gebeurd. "We hebben daar een brug kunnen slaan tussen het traditionele, harde syndicalisme en mensen die wel dezelfde bezorgdheid delen, maar niet hetzelfde actiemodel. Door die twee werelden met elkaar te vermengen kwam het signaal dat het sociaal protest over veel meer ging dan alleen maar de traditionele syndicalistische strijdpunten als pensioenleeftijd of indexsprong." Het was het juiste signaal, besluit Hillaert. "Want dit verzet gaat veel breder."