Direct naar artikelinhoud

'Midden-Oosten moet vier miljoen jobs per jaar scheppen'

Het Midden-Oosten blijft volgens de ondervoorzitter van de Wereldbank onstabiel. Vooral de jeugdwerkloosheid is een tikkende tijdbom. 'Sinds een tiental jaren blijven investeringen in menselijke ontwikkeling achter.'

Brussel

Eigen berichtgeving

Frank Schlömer

Dat is de stellige overtuiging van Christiaan Poortman, de Nederlandse ondervoorzitter van de Wereldbank, die de activiteiten van de organisatie coördineert in de landen van het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Hij is de drijvende kracht achter het Mena-rapport (Middle East en North Africa), dat een handleiding voor regeringen en overheden moet vormen om tot goed bestuur en functioneren van de maatschappelijke instellingen te komen.

Zolang er geen einde is gekomen aan de twee belangrijkste conflicten in het Midden-Oosten (Irak en Israël-Palestina) zullen regeringen in de regio niet erg happig zijn om zich op maatregelen te werpen van goed bestuur. Maar dat belet de Wereldbank niet om raadgevingen te formuleren en actief te zijn, nu in de eerste plaats omtrent Irak.

Chris Poortman: "Het land zit nu in de eerste naoorlogse fase en de Wereldbank wil een rol spelen in de heropbouw. We zijn bezig met de studie van de noden van het land, maar het is een beetje moeilijk werken zonder een echte staf op het terrein. De Wereldbank probeert Irak zo goed mogelijk vanuit de buurlanden te bewerken, maar dat is niet evident."

Is uw instelling niet een verlengde arm van de Amerikaanse regering?

Poortman: "Dat wordt vaker gezegd, maar het is niet omdat we in Washington ons hoofdkwartier hebben dat we een uitvoerder van de Amerikaanse politiek zijn. Wij zijn een wereldorganisatie met 180 leden en streven de algemene en brede ontwikkeling na voor alle landen waar we actief zijn."

Is het voor landen in een woelige regio zoals het Midden-Oosten wel mogelijk om tot goed overheidsbestuur te komen?

"In een post-conflictsituatie komen we altijd dezelfde problemen tegen, dat hebben de Balkan en ook Afghanistan getoond. De heropbouw van bestuursorganen neemt tijd in beslag en vraagt een volgehouden inspanning. In Irak zou dat eigenlijk vlotter moeten verlopen omdat het in principe een rijk land is. Er is de olie, het heeft geen waterprobleem en beschikt over een goed geschoolde bevolking. Financieel zal het wel loslopen in Irak, maar er zijn wat ik de 'overgangen' wil noemen. De overgang van oorlog naar heropbouw, de overgang van staatseconomie naar vrije markt."

Israël is de enige parlementaire democratie in de regio. Leidt dat automatisch tot 'goed bestuur'?

"Over Israël zelf doe ik geen politieke uitspraak, maar een parlementair democratisch systeem leidt niet automatisch tot good governance. Dat is aan een reeks punten gebonden zoals het betrekken van maatschappelijke en religieuze groepen, vrouwen bijvoorbeeld, bij de besluitvorming. De doorzichtigheid ook waarmee een regering door de burgermaatschappij ter verantwoording kan worden geroepen."

Er is zo goed als geen economische groei in de regio Midden-Oosten, is dat geen handicap om tot beter bestuur te komen?

"Sinds een tiental jaren blijven de investeringen in menselijke ontwikkeling achter en is de werkloosheid gevaarlijk gestegen. Die treft vooral de jeugd en de vrouwen en daar moet dringend aan gewerkt worden. De komende tien jaar moet het Midden-Oosten vier miljoen jobs per jaar scheppen. En om competitief te zijn is een economische groei van vijf tot zes procent vereist. De werkloosheid moet dringend teruggeschroefd worden, anders komen er grote economische en politieke problemen."

U lijkt niet echt optimistisch?

"Ik wil liever zeggen dat ik erg bezorgd ben, meer bepaald over die jeugdwerkloosheid en het feit dat de opleiding op een moderner peil moet worden gebracht. Het Irak-dossier is niet opgelost en heeft invloed op de hele regio. En dan is er het probleem dat alles met elkaar verbonden is."

Zoals?

"Bijvoorbeeld dat de oorlog in Irak een zeer negatieve weerslag heeft gehad op het toerisme in Tunesië, dat toch heel dicht bij Europa ligt. Er is veel politieke moed nodig in de toekomst en de regeringen zouden hun inkomens vaak beter kunnen besteden. Maar er is ook een positief punt: de nabijheid van de Europese Unie helpt de landen in het Midden-Oosten, ook al zijn ze geen lid van die unie."