Direct naar artikelinhoud

Kortverhalen met een scherp randje

Een paar straten verderop waren ze de oude helden aan het eren en hier stonden de nieuwe al op het podium

Rock l sons and daughters HHHH

hypnotiseren botanique

Koen De Meester

Slechts een klein half uur muziek van Sons and Daughters kenden we. Die waren echter ruimschoots voldoende om ons zondagavond naar de Rotonde van de Botanique te lokken. Onze nieuwsgierigheid werd beloond, want het Schotse kwartet bleek een van de ontdekkingen van 2004.

Sons and Daughters komt bovendien met een aanbeveling van Franz Ferdinand en wij twijfelen niet aan de goede smaak van Alex Kapranos en zijn maats. Beide groepen kennen elkaar van het kunstenaarscollectief The Chateau uit Glasgow. In Sons and Daughters zitten trouwens twee oudgedienden van Arab Strap (zangeres Adele Bethel en drummer Dave Gow), naast bassiste Ailidh Lennon en gitarist Scott Paterson. Ze brachten vorig jaar in de VS de intrigerende mini-cd Love the Cup uit, die het woord 'veelbelovend' tot een eufemisme degradeert. De plaat werd dit jaar ook in Europa opgepikt.

Volgende maand begint het viertal aan de opnamen van zijn eerste volwaardige cd, maar eerst passeerde het in Brussel. Adele en Ailidh verschenen in zwarte baljurken die zo uit Brideshead Revisited geplukt leken en subtiel de muziek met een scherp randje accentueerden. Het ambigue gevoel liep mooi door in de songs, die zich tot broeierige kortverhalen ontpopten. Daarbij viel het veelvuldige gebruik van de mandoline op en de laatste keer dat die in de rockmuziek indruk maakte, was bij R.E.M.'s 'Losing My Religion'. Het opdondertje onder de instrumenten is in handen van Ailidh Lennon.

Haar getingel bepaalde samen met het vaak explosieve gitaarspel van Paterson en de manisch militante drums van Gow de sfeer. Die was niet bepaald happy en we zagen zangeres-gitariste Adele Bethel niet één keer glimlachen. Dat kan ook moeilijk als je de set opent met een liedje dat 'Fight' heet.

Wat volgde, was een vloedgolf aan puntige, bijtende songs waarin de stotterende gitaar en de ratelende mandoline nietsontziend de luisteraar naar de strot grepen. Een van de songs begon met dezelfde gitaaruithaal als U2's 'Desire', maar in plaats van een vrolijke paringsdans volgde er een bitter, duister nummer over vertrouwen en wantrouwen.

De muziek klonk bij wijlen even droog als een goede sherry. Slechts heel zelden kon er een 'lalala' af, zoals in 'La Lune', waarin gitarist Paterson zong als de jonge Iggy Pop. Een van de hoogtepunten was de single 'Johnny Cash', die gitzwart en geobsedeerd klonk, terwijl 'Start to End' als een liefelijke ballad begon, maar halverwege ontspoorde in vuige countryrock. Sons and Daughters doet dan ook denken aan een moderne versie van Lee Hazlewood en Nancy Sinatra. Een paar straten verderop waren ze de oude helden aan het eren en hier stonden al de nieuwe op het podium. Sons and Daughters, onthouden die naam.

WIE Sons and Daughters WAAR EN WANNEER Botanique, zondag 21 november.