Direct naar artikelinhoud

Fikry El Azzouzi schrijft schertsende roman over Marokkaans offerfeest

Tijdens zijn eenzame uren als bewakingsagent pende de door literatuur bezeten Fikry El Azzouzi zijn eerste roman bij elkaar. In Het schapenfeest kronkelt een elfjarig jongetje zich in de vreemdste bochten om maar niet te moeten deelnemen aan het Marokkaanse offerfeest.

Wie onlangs de bloemlezing Print is dead las, zal tussen die staalkaart van opkomend talent ook de naam van Fikry El Azzouzi hebben aangetroffen. De 32-jarige Temsenaar van Marokkaanse afkomst gaf er een korte voorproef van zijn debuutroman Het schapenfeest, die nu is opgenomen in de selectie van de Literaire Lente. Maar Azzouzi, zo leren we uit een aantal interviews, leverde eerder ook al columns af voor de interculturele organisatie Kif Kif en volgde de Schrijversacademie. Hij is ook een gretig lezer van de Nederlandse literatuur en weet daarbij zowel Elsschot, Walschap of pakweg Lanoye en Grunberg te smaken.

Sporen van deze vier auteurs zul je niet meteen kunnen aanwijzen in Het schapenfeest, maar zeker is dat Azzouzi met dit debuut niet over een nacht ijs is gegaan. Hij heeft ijverig geschaafd aan een soepele, eigen verteltoon. Tegelijk is hij beducht om al te steile verwachtingen te creëren met deze kleinschalige, pretentieloze roman over het familieleven in een Belgisch-Marokkaans gezin aan de vooravond van het offerfeest.

Het perspectief is dat van het dromerige elfjarige jongetje Ayoub. Hij dreigt voortdurend vermorzeld te worden door zijn twee geniepige zussen (“Mijn zussen zijn de boosdoeners, zij luisteren naar troela’s als Britney Spears”) en een autoritaire vader, die er als de kippen bij is om hem op de vingers te tikken. Slechts bij zijn moeder kan hij af en toe op respijt en medelijden rekenen. De snaak raakt bedreven in het zich onzichtbaar maken en zoekt zijn heil in een droomwereld. Zeker wanneer hij wordt opgevorderd om als echte man zijn eer te bewijzen op het Marokkaanse offerfeest en een schaap de keel over te snijden. Maar Ayoub kan de slachting helemaal niet over zijn hart krijgen. Meer zelfs, in een aantal fantasmagorische goocheltrucs van de auteur gaat hij zelfs in conversatie met het bedreigde dier, dat hij de Enige Echte noemt, en poogt het te vrijwaren van zijn droeve lot. De emoties omtrent het schaap culmineren in een haast babylonische spraakverwarring, oneindig gekibbel en een paar welgemikte schelmenstreken. Azzouzi voert een bont gezelschap op en bedenkt zijn personages met epitheta als Het Gedrocht, Al Jazeera en De Misbaksels. Tussendoor verliest hij zich in dromerijen over zijn beslissende wondergoal in Brazilië-Marokko.

In wezen is Het schapenfeest voor Azzouzi een alibi om een luchtige en lichtjes wrange familiegeschiedenis te berde te brengen, die af en toe zeker vertedering opwekt, maar niet genoeg spankracht bezit om te blijven boeien. Het is allemaal wat gezapig en goedmoedig schertsend, al zou je kunnen zeggen dat Azzouzi vrij taboeloos naar zijn in moslimmilieus toch gevoelige onderwerp kijkt. De jonge auteur wil allicht ook demonstreren dat het er in een Marokkaanse familie wezenlijk niet zoveel anders toegaat dan in een autochtoon gezin. Toch overheerst de indruk dat Het schapenfeest literair gezien eerder thuishoort in de categorie ‘jeugdroman’. Ook de vergezochte droomsequenties en ‘schapendialogen’ doen het dunne verhaaltje trouwens vaker kwaad dan goed.