Direct naar artikelinhoud

'Laat leraars meer lesgeven'

Minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) start ambitieus. Ze belooft leraren minder papierwerk, minder uitgebreide eindtermen en dus meer tijd om les te geven. En dat alles in tijden van besparingen. 'Ik wil weten of het niet anders en minder duur kan.'

Nog voor de start van het schooljaar heeft Crevits (47) huiswerk. Een van haar medewerkers, een gepensioneerde leraar, heeft voor de nieuwe minister van Onderwijs een verklarende woordenlijst gemaakt. "Er zijn onnoemelijk veel afkortingen en op die manier kan ik ze instuderen", zegt Crevits.

"Het zou dan ook zeer arrogant zijn om te beweren dat ik geen inlooptijd kan gebruiken. Mijn ouders zijn allebei leraar, dus ik heb voldoende affiniteit met onderwijs. Ik denk dat het een pluspunt is om die intuïtieve liefde voor het thema verder te zetten. Vergeet ook niet dat ik deze portefeuille zelf heel graag wilde. Ik had ook minister van Openbare Werken en Mobiliteit kunnen blijven."

Veel rust kreeg u niet: het hoger onderwijs stond al meteen op zijn kop vanwege de besparingen. Komt er hoger inschrijvingsgeld?

"Ik sta open voor een debat. In Wallonië betalen studenten al meer dan 800 euro. Maar dat betekent niet dat er geen sociale rechtvaardigheid moet blijven bestaan. Beursstudenten betalen nu een verlaagd inschrijvingsgeld. Dat moet uiteraard zo blijven en we bekijken ook of we de inkomensgrenzen voor de toekenning van die verlaagde tarieven niet lichtjes moeten aanpassen.

"Ik heb met de onderwijsverstrekkers gesproken en binnenkort komen de studenten langs. Ik hoop snel een consensus te vinden. De studenten en hun ouders hebben het recht om ruimschoots op tijd te weten welke verandering er zit aan te komen.

"Sowieso wil ik mijn tijd nemen om het volledige onderwijsveld te leren kennen. Ik wil weten welke gevoeligheden er zijn, zodat ik daarmee rekening kan houden in mijn beleidsnota. Die zou er binnen enkele maanden moeten zijn. En dat betekent meteen het einde van mijn inlooptijd."

Intussen moet u wel al knopen doorhakken over waarop nog bespaard gaat worden.

"Dat we als regering hebben gekozen voor een strak begrotingstraject is niet evident. Het zou onheus zijn om op een begroting van 11 miljard euro geen inspanning te vragen van onderwijs. We zijn nu volop in gesprek met het onderwijsveld. Ik wil weten of het niet anders en minder duur kan.

"Administratieve vereenvoudiging is bespreekbaar. Tot 2020 lopen de visitaties van de opleidingen aan de hogescholen en universiteiten samen met de nieuwe instellingsreview. Als richtingen in het verleden twee keer een positief advies kregen, dan overwegen we om die visitaties on hold te plaatsen.

"In het lager en secundair onderwijs moeten leraren dan weer meer les kunnen geven. Zij zijn professionals en hun trots mag niet verloren gaan door een overdaad aan administratie. Zij verdienen ademruimte en zodoende kunnen de eindtermen best een stuk minder omvangrijk."

De leerkrachten en leerlingen willen ook weten of hun middelbaar op de schop gaat. Kunt u zeggen of de hervorming wordt doorgezet?

"Het masterplan wordt onverkort uitgevoerd. Maar dat betekent stapsgewijs gaan. De vrijheid van onderwijs betekent ook dat de onderwijsverstrekkers voluit mee moeten willen doen. Nu screenen we alle richtingen in het secundair en kijken we welke kunnen afvallen. Er zijn er veel te veel en we bekijken momenteel al of ze een arbeidsmarktrichting of een doorstroomrichting zijn.

"In stap twee zullen we deze richtingen bundelen in een opdeling van praktisch tot abstract. Vervolgens volgt een evaluatie om te zien of de nieuwe richtingen meer kwaliteit hebben dan de huidige. Als die test positief uitvalt, dan kunnen we overgaan tot het weghalen van de schotten."

Dat zijn veel mitsen en maren.

"Wat er daadwerkelijk gaat gebeuren, weet ik niet. Ik heb geen glazen bol. In het masterplan zijn enkele evaluatiemomenten ingebouwd. Maar scholen worden nu al ingebed in grotere campussen. Dat is bijvoorbeeld in mijn stad Torhout gebeurd. Het zorgt ervoor dat kinderen niet door verschillende deuren lopen waarop aso, tso, bso of kso staat geschreven.

"Ze kunnen sneller van richting veranderen en er kleven minder etiketten op. De schotten zijn er al enigszins verdwenen. Daardoor kiezen meer leerlingen voor de technische richtingen en behalen zij eveneens betere resultaten. Een mooi beeld voor de toekomst."

Dat is ook wat onder meer het katholiek onderwijs wil. Krijgen zij geld om zulke schaalvergrotingen door te voeren?

"Er staat in het masterplan dat er financiële incentives zullen worden voorzien. We trekken de volgende vijf jaar ruim 500 miljoen euro uit voor scholenbouw. Eén parameter in het geval van de toekenning van de middelen zou gericht kunnen worden op de creatie van domein- of campusscholen.

"Zulke schaalvergrotingen kunnen helpen, maar we moeten niet denken dat het dé oplossing is. De loopbaan van de startende leraar is zo'n ander pijnpunt waaraan moet worden gewerkt. Ik hoop dat de niet-bindende toelatingsproef al een impact heeft op het imago van het beroep. We hebben tot 2018 de tijd om die proef uit te rollen."

Zullen die leerkrachten van morgen nog lesgeven in bijvoorbeeld het aso?

"Of het nu aso heet of niet, dat kan mij echt niet schelen. Het belangrijkste is dat kinderen hun talenten kunnen ontplooien. Laatst kreeg ik de vraag of de elitescholen zullen blijven bestaan. Natuurlijk zullen ze blijven bestaan, alleen heb ik een ander beeld voor ogen als ik die term hoor.

"Een eliteschool is voor mij een school die kinderen en jongeren maximale kansen geeft en hun talenten volop ontplooit, of dat nu in het aso, tso, bso of kso gebeurt."