Direct naar artikelinhoud

'Vind je dat wij verwend zijn?'

Qatarezen zijn steenrijk door olie- en gaswinning. Uit het jongste rapport van het VN-Ontwikkelingsprogramma komen ze zelfs naar voren als vermogendste natie ter wereld. Maar ooit komt daar een eind aan en dus moet de jeugd ervan worden doordrongen dat studeren moet. Met de SUV naar de campus.

K lokslag negen uur 's morgens staat Talal al-Naama voor de deur van het hotel en opent met een beep-beep de deuren van een beige Hummer H2. Talal is pas zeventien en mag eigenlijk helemaal niet autorijden, maar hij kan er niets aan doen, verontschuldigt hij zich: "Mijn chauffeur is niet beschikbaar; de Landcruiser moet nieuwe banden hebben." Daarbij is hij nog nooit aangehouden, zegt hij, en volgens zijn vrienden kom als Qatarees wel weg bij een eventuele politiecontrole.

Talal vond het een leuk idee, een dagje een journalist op sleeptouw nemen om te laten zien hoe zijn leven eruitziet. Nu moet er wel meteen bij gezegd worden: de tengere puber is een bijzonder pientere en vriendelijke knul die vol enthousiasme studeert aan de School for Foreign Service van de Amerikaanse universiteit van Georgetown, die een vestiging in Doha heeft. Daarmee valt hij niet onder het cliché van de 'rijke-Qatarees-die-de-hele-dag-maar-een-beetje-chilt'.

Maar die zijn er genoeg, geven zijn vrienden bij het ontbijt schoorvoetend toe: in Qatar wordt er van de wieg tot het graf voor je gezorgd. De enorme inkomsten die het land genereert uit olie- en gaswinning worden ruimhartig doorgesluisd naar de burgers en wie kan bogen op authentiek Qatarese afkomst, krijgt een torenhoog salaris ongeacht zijn functie - geen Qatarees hoeft zonder dikke auto door het leven.

"Vind je dat wij verwend zijn?", vraagt Talal plotseling zachtjes, na een gesprek waarin zijn vrienden uitleggen dat ze niet echt weten hoe het met studiebeurzen voor hun peperdure opleidingen zit, maar dat altijd wel iemand de rekening betaalt.

Kijken naar de toekomst

Het blijkt ze toch dwars te zitten. "Ja, er zijn er genoeg die verwend, hebzuchtig en onwetend zijn", zegt Talal. "Maar velen van ons proberen ook echt iets van het leven te maken, kijken naar de toekomst, nemen hun opleiding serieus. De overheid is het belang van onderwijs zo aan het pushen, dat er steeds meer op je wordt neergekeken als je niet naar de universiteit bent geweest." Een van zijn vrienden, Fahad al-Thani, knikt instemmend. "Ik wil niet alleen maar consumeren. Daarom studeer ik hier; ik wil bijdragen aan de ontwikkeling van mijn land."

Talal en zijn vrienden gaan prat op een goede opvoeding door sociaal betrokken ouders, maar zijn ook het product van een intense overheidscampagne die apathie en desinteresse onder de jeugd moet doorbreken - geesteskind van de Qatar Stichting onder leiding van de eerste vrouw van de sheik. In 1998 opende die stichting aan de rand van Doha het onderwijscomplex Education City, dat beoogt een "regionaal centrum van excellentie" te zijn en inmiddels afdelingen van verscheidene vooraanstaande Amerikaanse universiteiten huisvest.

Op de reusachtige campus, 14 vierkante kilometer groot, wemelt het van grote borden met woorden als 'denk', 'bereik', 'innoveer', 'ontdek','creëer'. Elders in de stad, zoals langs de boulevard die de Baai van Doha omringt, wordt de jeugd aan hun potentieel herinnerd door middel van grote, felgele letters op het trottoir. Ook op de Qaterese televisiekanalen worden spotjes met een gelijke strekking uitgezonden: zet je in voor de maatschappij en doe wat met je leven.

Gelukkig is er ook tijd om te spelen. "Talal, twee dagen zonder thob, wat is er met jou aan de hand?", grapt een vriend omdat Talal zijn witte gewaad heeft verruild voor een korte broek en baseballpetje. Talal glimlacht verlegen: het is vanwege de basketbalwedstrijd vanavond. Als hij in wit gewaad rondloopt, creëert dat een afstand. Alsof iedereen met zijn neus op de Qatarese tradities wordt gedrukt. En dat is niet bevorderlijk voor het juichen en de interactie, al helemaal niet als het gaat om het andere geslacht - en bij de wedstrijd zijn flink wat jonge vrouwen aanwezig.

Talal en zijn vrienden hebben mazzel: de Amerikaanse universiteiten zijn - in tegenstelling tot de Universiteit van Qatar - gemengd en ze kunnen gewoon met het andere geslacht praten. Er zijn buitenlandse meisjes en de meeste Qatarese schonen hebben de hoofddoek losjes achter op het hoofd hangen. Maar het blijft moeilijk, zegt Talal: "Je moet oppassen als je iemand benadert. Voor je het weet belt ze de politie en zegt dat ze wordt lastiggevallen."

Daarbij, zegt hij, doen ze in Qatar nauwelijks aan daten. Althans hij niet: de geijkte manier is nog altijd óf het gearrangeerde huwelijk, óf bij interesse de vader van de schone om haar hand te vragen, waarna een traditioneel traject naar het huwelijk wordt ingezet. Voor die tijd wordt er niet gerotzooid. "Zo zijn nu eenmaal onze tradities", zegt Talal.

'Sand duning'

Wanneer de werkweek voorbij is, maken de jongens plannen voor hun weekend. Een favoriet tijdverdrijf voor jonge Qatarezen speelt zich af in de uitgestrekte zandvlakten buiten de hoofdstad, waar jongeren met hun SUV's graag met hoge snelheden op, over en door de heuvels razen. "Sand duning", zegt Talal, met volwassen afkeur in zijn stem en jongensachtig enthousiasme in zijn ogen. "Zie je dat gebouw daar, vijf verdiepingen? Zo hoog komen die heuvels! Enorm gevaarlijk natuurlijk." Er worden nogal wat Qatarezen verwond - en een enkele keer gedood - bij het volksvermaak, meestal omdat de expeditie met auto en al van een heuvel valt nadat eenmaal boven blijkt dat het aan de andere kant loodrecht naar beneden gaat. De overheid probeert het in te dammen.

Het kampeerseizoen, waarin Qatarezen hele weekenden in luxueuze tenten in de woestijn slapen, is nog niet begonnen. Deze donderdagavond, het begin van het weekend, zoeken de jonge Qatarezen hun vertier nog binnen Doha. Terwijl Talal en de andere studenten uitbuiken van een heerlijk Marokkaans diner in het centrum van Doha, komt het gesprek op de toekomst.

Talal, gebrand op onderwijs als altijd, zegt zich terdege te realiseren dat deze luxe levensstijl eindig is: het geld raakt ooit op en de toekomst ligt in ontwikkeling en onderwijs. Maar Qatars gasreserves gaan nog zeker een eeuw mee en de kans dat Talal en zijn vrienden ooit niets te eten zullen hebben, is klein. Niemand maakt zich dan ook echt zorgen, concludeert een lijvige twintiger aan tafel. "Wij zijn Qatarezen", zegt hij met een glimlach vanonder zijn witte hoofddoek. "Wij zijn nu eenmaal gezegend."