Direct naar artikelinhoud

Oef, we worden niet kwaadaardig geboren

We worden gedreven door een drang om het goede te doen. Dat concluderen psychologen op basis van het experiment waaruit Stanley Milgram in de jaren zeventig concludeerde dat iedereen een stuk kwaadaardigheid in zich draagt. 'Maar in slechte situaties doen ook goede mensen slechte dingen', vat psycholoog Alain Van Hiel samen.

De experimenten die Stanley Milgram begin de jaren zeventig uitvoerde aan de Universiteit van Yale bezorgen ons tot vandaag kippenvel. Sociaal psycholoog Milgram wilde onderzoeken wat er aan was van Adolf Eichmanns stelling dat hij geen verantwoordelijkheid droeg voor de Holocaust, dat hij slechts bevelen van hogerhand had opgevolgd.

Bij het experiment kregen proefpersonen te horen dat ze meededen aan een onderzoek naar het effect van elektroshocks op het leerproces. Ze moesten een examen afnemen van andere proefpersonen en die bij elk fout antwoord een stroomstoot toedienen. Wanneer de leerling begon te krijsen en op de muur te bonken, twijfelden velen of ze moesten ophouden, maar de proefleider overtuigde hen toch door te doen: "De shocks kunnen geen kwaad, het is absoluut noodzakelijk dat u doorgaat."

Hoewel de meesten vóór het experiment stellig beweerd hadden dat ze nooit tot het uiterste zouden gaan, bleek twee derde van de proefpersonen het experiment tot het einde uit te voeren en de finale 450 volt door het lijf van de leerling te jagen. Daaruit concludeerde Milgram dat er in ieder mens iets slechts schuilt dat onder bepaalde omstandigheden de kop opsteekt.

Die conclusie klopt niet helemaal, zeggen psychologen nu in een artikel in The British Journal of Social Psychology. Blijkbaar is het experiment lange tijd verkeerd begrepen. Zo maken de onderzoekers op uit de feedback die 659 van de 800 toenmalige proefpersonen hebben gegeven nadat ze waren ingelicht over de ware toedracht van het experiment. Van echte stroomstoten was geen sprake, het slachtoffer was een acteur en het gekrijs en gegil waren vooraf opgenomen. In hun feedback bleken de meeste proefpersonen zeer blij dat ze hadden deelgenomen. Ze waren geenszins onthutst door de ervaring.

"De deelnemers hadden niet het gevoel dat ze iets verkeerd hadden gedaan", legt professor psychologie Alex Haslam (Universiteit van Queensland) uit. "Milgram was erin geslaagd hen ervan te overtuigen dat ze een belangrijke bijdrage aan de wetenschap hadden geleverd. Dat sluit aan bij ander bewijs dat daders meestal niet gedreven worden door een drang om kwaad te berokkenen, maar net geloven dat hun daden een goed en waardig doel dienen."

Professor sociale psychologie Alain Van Hiel (UGent) kijkt niet op van de nieuwe interpretatie. "In essentie komt het erop neer dat situaties een grote impact hebben op menselijk handelen. Sommige situaties zijn zo krachtig dat er nauwelijks nog impact is van de persoonlijkheid", legt hij uit. "Kijk bijvoorbeeld ook naar het experiment van Philip Zimbardo, waarop de film Das Experiment is gebaseerd. In slechte situaties doen ook goede mensen slechte dingen, zoals geweld plegen, terwijl ze dat anders nooit zouden doen."

Verzet is zeldzaam

Onze persoonlijkheid is pas van tel in ambigue situaties waar de normen niet duidelijk zijn en we zelf keuzes moeten maken. "Maar in het experiment van Milgram en de vele varianten erop maakt het niet uit of je goedaardig of kwaadaardig bent. Daar absorbeert de situatie het individu", zegt Van Hiel. "Het is zeer moeilijk om daaruit te stappen."

Maar nu zijn we toch allemaal individualistisch en zelfstandig en komen we toch sneller in opstand? Van Hiel gniffelt een beetje. "We denken dat we onafhankelijk zijn, maar in de feiten plegen we maar zelden verzet", zegt hij. "Conformiteit is sterk op de terugweg, maar gehoorzaamheid niet. Dat komt nog altijd zeer sterk voor als sociaal gedrag. Wanneer een geüniformeerde agent zegt dat je een papiertje moet oprapen, doet 90 procent dat nog altijd."