Direct naar artikelinhoud

Daar is de INDEXKORF weer

Economieminister Kris Peeters (CD&V) gaat de samenstelling van de indexkorf wijzigen. Hij wil gebruikmaken van de kassagegevens van supermarkten om de index te berekenen. Vandaag gist de overheid naar wat gekocht wordt en de exacte prijs ervan. Voor auto's bijvoorbeeld houdt ze rekening met de catalogusprijs, terwijl iedereen die een nieuwe auto koopt korting krijgt of een aantal gratis opties. Het nieuwe systeem houdt alleen rekening met wat gezinnen daadwerkelijk in hun winkelkar leggen en hoeveel elk product precies kost. Maar beschermt dat ook de koopkracht?

PRO

Peter Vanden Houte, ING

'De inflatie wordt correcter gemeten'

De aanpassing lijkt op het eerste gezicht logisch. Het doel van de index is de inflatie compenseren, zodat de koopkracht van gezinnen beschermd blijft. "Door de kassagegevens te gebruiken, wordt de inflatie correcter gemeten", vertelt Peter Vanden Houte, hoofdeconoom bij de bank ING. "Nu wordt de indexkorf ruw geschat samengesteld. Wat in de praktijk vaak tot overschatting leidt van hetgeen gezinnen kopen en bijgevolg van de inflatie."

Kort samengevat: door de berekeningswijze van de indexkorf zijn onze lonen in het verleden te snel gestegen door een aantal overbodige indexstijgingen. Het gevolg is dat de concurrentiekracht van onze economie verslechtert door te hoge loonkosten. Vanden Houte wijst naar de Boskin-commissie in de Verenigde Staten. Die berekende halverwege de jaren negentig dat de inflatie in het land consequent met ongeveer 1 procent werd overschat door het toenmalige Amerikaanse indexmechanisme.

De plannen van Peeters zijn dus goed nieuws voor onze competitiviteit. Maar voor de gezinnen wordt zijn ingreep wel even slikken, denkt Vanden Houte. De kans dat iemand binnenkort zijn loon ziet stijgen, is behoorlijk klein. De regering-Michel voert volgend jaar al een indexsprong in. En de nieuwe berekeningswijze van de indexkorf zal ervoor zorgen dat de lonen daarna allicht nog later geïndexeerd worden.

Vanden Houte: "Gezinnen zullen niet meer extra verwend worden via de index. Dat is natuurlijk niet fijn, maar het is nu eenmaal zo. In Scandinavië gebruikt men al langer de kassagegevens. Dat geeft nu eenmaal een correcter, realistischer beeld. En dat is toch de bedoeling van het indexmechanisme: dat er rechtvaardig wordt ingegrepen om de koopkracht te beschermen. Niet minder, maar ook niet meer dan dat."

CONTRA

Gert Peersman, UGent

'Je meet consumptie, niet de koopkracht'

Lang niet iedereen is voorstander. Econoom Gert Peersman (UGent) zegt dat inflatie meten en koopkracht meten twee verschillende zaken zijn. "Die twee worden meestal snel door elkaar gehaald. Vaak gaat het ook over hetzelfde. Maar in dit geval niet."

Volgens Peersman moet de index ervoor zorgen dat een consument voor en na een stijging van de prijzen exact dezelfde korf goederen kan kopen. Dezelfde fles wijn, jeans, citytrip, auto. Dat is koopkrachtbescherming. In het nieuwe systeem stapt men af van dit uitgangspunt. De samenstelling van de goederenkorf zal namelijk constant wijzigen, wat kan resulteren in nare bijwerkingen.

Peersman waarschuwt voor een negatieve spiraal, waarbij gezinnen hun eigen koopkracht onderuithalen. In crisistijden kopen we allemaal meer goedkope huismerken en koopjes. De nare bijwerking is dat dat koopgedrag zelf een negatief effect op de index heeft, waardoor ook de lonen minder snel stijgen en we in een negatieve spiraal kunnen terechtkomen. Omdat de lonen immers minder snel stijgen, daalt de koopkracht van de gezinnen, waarop die nog meer naar goedkope producten gaan grijpen, waarop de lonen nog minder snel zullen stijgen. "Als de regering deze nieuwe berekeningswijze invoert, lopen we het risico dat dit zal gebeuren."

Andersom kan het systeem ook positief uit de hand lopen. "Als de economie aantrekt, zullen gezinnen alsmaar meer dure producten inladen in hun winkelkarretje, waardoor de index veel sneller zou kunnen stijgen dan vandaag het geval is. De loonsverhogingen kunnen dan sneller op elkaar volgen, terwijl de producten zelf niet duurder worden. Door de kassagegevens te gebruiken, ga je in plaats van de koopkracht van gezinnen hun consumptiegedrag meten."