Direct naar artikelinhoud

Lepeltje-lepeltje liggen met Kris Peeters

De kans is groot dat de werken van de Vlaamse regering ondergesneeuwd zullen raken onder het federale geweld dat eigen is aan elke kiescampagne. Maar vergis u niet, de coalitiekleur van die Vlaamse regering is de ware inzet van de stembusslag. Daar zal duidelijk worden of België rechts- of linksom kantelt.

Het zal vandaag, maandag, de vaste 'campagnedag' in de drukke agenda van Kris Peeters (CD&V), moeilijk zijn om te weerstaan aan beelden waarop de Vlaamse minister-president danig in de weer is met het keuren van slipjes of het loshaken van een bh. Op zijn toer door Vlaanderen stapt Peeters vandaag immers af bij lingeriefabrikant Van de Velde in Schellebelle, en dat moet vast wel een paar leuke plaatjes opleveren.

Hoezo, kieskoorts? Peeters voert aan dat werkbezoeken bij zijn ambt horen en dat hij in de rest van zijn regeerperiode niet anders heeft gedaan. Dat klopt. We zouden er welhaast aan durven toevoegen: helaas. Net als zijn voorganger Yves Leterme (CD&V) heeft Kris Peeters van bij zijn aantreden zijn functie nogal ceremonieel omkleed. Van cyclocross tot landbouwbeurs en van industrieterrein tot Davos: een minister-president verkeert blijkbaar in permanente staat van campagne.

Die combinatie regeringsleider-campagneleider werkte zolang er op het Martelarenplein trouwe coalitiepartners rondliepen, die "het met Kris perfect" vonden, zoals Dirk Van Mechelen (Open Vld) in 2009 nog ootmoedig beweerde. Zoveel opofferingszin heeft Peeters de voorbije vijf jaar niet meer in zijn coalitie teruggevonden. Het gevolg is dat je erg diep moet nadenken om een grote verwezenlijking van de regering-Peeters II te vinden.

Je kunt dan, zoals CD&V op fluistertoon doet, wijzen op het gebrek aan politieke feeling van nieuwkomers Ingrid Lieten (sp.a), Philippe Muyters (N-VA) of ook Pascal Smet (sp.a). Maar is het rapport van pakweg Hilde Crevits (de filerecords) of Jo Vandeurzen (de niet te stelpen wachtlijsten in de zorg) dan zoveel beter? En als een voetbalploeg er niets van bakt, wordt doorgaans eerst naar de coach gekeken.

Twee opties

Eén zekerheid over de regering-Peeters lijkt nu al vast te staan. In de huidige samenstelling komt ze na 25 mei niet terug. Coalitiepartners N-VA en sp.a hebben nog net geen openlijk veto over elkaar uitgesproken, maar het is duidelijk dat de kloof tussen beide partijen inhoudelijk én emotioneel te breed is om ze deugdelijk te kunnen overbruggen.

Dat is vooral goed nieuws voor... Kris Peeters. Met haar plaatsje in het midden van het bed weet CD&V zich zo al bijna verzekerd van een ticket voor de volgende regering. Al mogen de christendemocraten nu ook weer niet te nonchalant worden. Je blijft niet wegkomen met hanengevechtjes zoals dat tussen Peeters en Pieter De Crem vorige week.

Cruciaal wordt de vraag naar welke kant van het bed CD&V zich zal keren. De kwestie wie na 25 mei lepeltje-lepeltje mag liggen met Kris Peeters is des te belangrijker, omdat de kans erg reëel is dat ze ook zal bepalen wie in de federale regering komt. De meeste partijhoofdkwartieren hebben al de wens uitgesproken dat in deelstaat- en federale regering dezelfde partijen zitten. Al was het maar om te vermijden dat de ene de andere vijf jaar lang moedwillig saboteert.

Eigenlijk zijn er dan maar twee opties. Ofwel komt er een regering van CD&V en N-VA (en eventueel Open Vld); ofwel komt er een klassieke tripartite van CD&V, Open Vld, en sp.a (in uiterste nood federaal aangevuld met Groen). Kijk je enkel naar de virtuele Vlaamse peilingcijfers, dan lijkt de centrumrechtse, 'Antwerpse' optie het meest aannemelijk. Toch zitten er ook aan die combinatie nogal wat mitsen en maren. Vooral in Franstalig België dan.

Zo is er nog altijd geen Franstalige partij (ook de MR niet) die zich met de confederaal-separatistische N-VA wil associëren, in het volle besef dat ze zichzelf tot ontploffing brengt als ze dat wel doet. Dat de federale regering niet geneigd lijkt een lijst te herziene grondwetsartikelen in te dienen (en zo elke nieuwe staatshervorming bij aanvang onmogelijk maakt), is een stevige indicatie. Daarbij komt dat een klassieke tripartite aan Franstalige kant, zoals ze er ook nu al federaal bestaat, al min of meer in de steigers staat. Dat kan de druk doen groeien op de Vlaamse zusterpartijen om hetzelfde te proberen.

Nu of nooit

Twee stembusuitslagen, al dan niet samenhangend, kunnen verhinderen dat de klassieke driekleur ook aan Vlaamse kant het pleit wint: een aardverschuivende zege voor N-VA en/of een zware nederlaag voor sp.a. Zelf heeft de N-VA de lat op 30 procent gelegd - ongeveer haar score in de diverse peilingen. Dat lijkt vooral een boodschap voor Kris Peeters: onder de 30 procent kun je ons loslaten, erboven niet. Veel zal snel duidelijk worden. Als N-VA als grootste Vlaamse partij met haar initiatiefrecht niet snel een Vlaamse regering van de grond krijgt, dreigt ze overal aan de kant te moeten blijven.

Van de N-VA kun je veel zeggen, maar niet dat ze niet energiek en offensief de uitdaging aangaat. Werkelijk alle bondgenoten worden naar het front geroepen om deel te nemen aan deze stembusslag van het 'nu of nooit'. Op lange termijn was het misschien nuttiger geweest als opiniemakers als Johan Van Overtveldt, Peter De Roover of Hendrik Vuye hun gulle mediatoegang als 'expert' konden blijven gebruiken om het 'linkse gevaar' te bestrijden, op korte termijn is elke stem die hun naam binnenbrengt al nodig.

Tegelijk probeert de partij en haar medestanders ook sp.a kopje onder te krijgen. Dat gebeurt soms openlijk, door Elio Di Rupo (PS) in beeld te trekken als tegenstrever - en zodoende sp.a uit het campagnescenario te schrijven. Hoe meer media meestappen in dat fictieve N-VA/PS-duel, hoe beter dat de partijen uitkomt, want het is een strijd die ze allebei alleen maar kunnen winnen in hun eigen taalgebied.

De poging om deze stembusslag te reduceren tot een duel tussen de N-VA en de 'PS-staat' is een bewuste herframing van de essentiële links-rechtskeuze tot een nationalistische Vlaams-Waalse kwestie. Die gelijkstelling van de breuklijnen Vlaams-Waals en rechts-links gaat misschien op voor de N-VA- en VB-kiezers, maar voor de 60 procent andere Vlamingen vooralsnog niet.

Soms wordt het subtieler gespeeld. Zo valt op hoe de ene na de andere economische spraakmaker zich geroepen voelt om de extreem linkse PVDA onder de aandacht te brengen. "Een doorbraak van klein, extreem of 'puur' links zou best wel eens een 'game changer' kunnen zijn", schreef Vlerick-voorzitter Louis Verbeke vorige week nog in De Tijd. Niet omdat het dringend tijd is voor marxistische recepten, voegde Verbeke er in alle eerlijkheid aan toe, maar om links te verdelen, zodat de "invloed van de socialistische partijen verzwakt". Versta: elke stem die de PVDA binnenhaalt, is een stem die centrumlinks niet kan verzilveren.

Cynisch

De tactiek is niet nieuw. Het dode parlementaire gewicht van extreem rechts heeft decennialang een gematigder rechts bestuur onmogelijk gemaakt. Hetzelfde wordt nu, op vooralsnog veel bescheidener schaal, op links geprobeerd.

Is dat alles cynische strategie? Misschien, maar het is ook de synthese van een fundamentele ideologische keuze waar het land voor staat: maakt het centrumbeleid in Vlaanderen en België de komende vijf jaar een draai naar rechts of naar links? Dit wordt een slopende, nerveuze, maar ongemeen boeiende kiescampagne. Faites vos jeux.