Direct naar artikelinhoud

Vandeurzen hervormt versnipperde jeugdhulp

Jongeren die hulp nodig hebben, lopen vandaag verloren in een kluwen van instanties en organisaties. Een nieuw decreet moet die hulp duidelijker en eenvoudiger maken.

De klachten over de jeugdhulpverlening in Vlaanderen zijn alom bekend: de sector is hopeloos versnipperd, met honderden organisaties die zorg aanbieden. Gezinnen weten vaak niet waar ze terecht moeten, jongeren glippen door de mazen van het net omdat ze niet netjes binnen een bepaalde groep vallen of ze worden van hot naar her gesleurd, terwijl ze op hun kwetsbaarst zijn. Bovendien vinden veel kinderen en jongeren geen plaats, omdat er lange wachtlijsten zijn.

Om een antwoord te bieden aan die problemen, wordt de sector volgend jaar grondig hervormd. Samen met zijn collega van Onderwijs Pascal Smet (sp.a) stelde Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V) gisteren het kaderdecreet voor dat de grote lijnen uitzet. "We plaatsen de jongeren centraal", zegt Vandeurzen. "We vertrekken vanuit hun noden, en niet van de logica van de organisaties."

Concreet worden de verschillende diensten beter op elkaar afgestemd. Vandeurzen zal daarvoor de regels flexibeler maken. "We willen voortaan zo veel mogelijk zorg op maat bieden en daarbij vertrekken we van de sterktes van het gezin." Van de hulpverleners wordt verwacht dat ze in eerste instantie de mogelijkheden van de jongere en zijn gezin aanspreken. Daarbij kijkt Vandeurzen vooral naar organisaties als Kind en Gezin, het CLB of een Centrum voor Algemeen Welzijns-werk. Opname in een zorginstelling moet het laatste redmiddel zijn.

Is er toch meer hulp nodig, dan komt de intersectorale toegangspoort in beeld. Die nieuwe 'poort' moet beslissen welke vorm van hulp het meest geschikt is voor de jongere, en kan ook een combinatie samenstellen van verschillende soorten hulp. Op die manier moet er meer continuïteit en transparantie komen. Het feit dat nog maar één instantie de aanvragen bekijkt, moet er ook voor zorgen dat de dringendste dossiers voorrang krijgen.

Vandeurzen maakt zich sterk dat de hervormingen een aantal knelpunten kunnen oplossen: "De sector wordt meer flexibel, waardoor hij sneller kan inspelen op de noden. Op die manier zal er vanzelf meer capaciteit vrijkomen."

De sector is tevreden met de hervorming, al blijft het wachten op de concrete uitwerking. "Over deze omwenteling wordt al sinds 1999 gepraat", zegt Ludo Serrien, directeur van het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk. "Het belangrijkste is dat er nu eindelijk één duidelijk aanspreekpunt is." Ook Roppov, een organisatie voor ouders van kinderen in de jeugdhulp, is tevreden. Wel vragen ze meer inspraak van de ouders en jongeren zelf.