Direct naar artikelinhoud

GRIET OP DE BEECK

Griet Op de Beeck (°1973) graaft in het veld tussen cultuur en samenleving. Haar nieuwste boek Gij nu kwam uit in februari 2016.

En dan staat de wereld stil. Achteloos check ik het nieuws op mijn telefoon, die ochtend, en plots lees ik: knallen gehoord, onduidelijk wat dat verder betekent, en dan in de berichten, almaar erger: ook nog een ontploffing in metrostation Maalbeek, en het dodental blijft oplopen: minstens één, dan vijf, tien, vierendertig doden en meer dan tweehonderd zwaar- en lichtgewonden, dreigingsniveau vier, uitgestorven stadsbeelden, mensen die binnen moeten blijven. Onwerkelijk allemaal. Ook na alle voorgaande feiten blijft het iets waarvan je eigenlijk niet kunt geloven dat het gebeurt. En de keel schroeft zich dicht, een ondraaglijk gewicht drukt op de borstkas, een vreemd soort kou maakt zich van mij meester.

Al die levens, zo abrupt afgebroken, al die nabestaanden wier leven nooit meer zal zijn zoals voorheen. Onverdraaglijk is het. Ik volg de nieuwsberichten, doe mijn Facebook open, en wat opvalt: de primaire focus ligt bij de daders. Wie heeft het gedaan? Hoe is het gebeurd? Uitgeschreeuwde woede tegen blinde vormen van agressie, falende systemen, en hier en daar ook haat jegens uiteenlopende groepen en figuren, vingers die wijzen naar Salah Abdeslam, mensen tweeten dat we geen wapens hebben, maar wel ballen van staal, met daarbij een foto van het Atomium. In persmededelingen wordt er in één zin gezegd dat gedachten uitgaan naar de slachtoffers en hun nabestaanden, en dan meteen over tot de orde van die vreselijke dag.

Raar vind ik dat. En ook niet. Dat is wat mensen geneigd zijn te doen: moeilijke emoties wegwuiven, overstemmen met iets anders. Roepen in plaats van stilvallen. Kwaad zijn in plaats van triest. Omdat we er geen blijf mee weten, met al die onbestemde machteloosheid, omdat we geraakt worden in onze diepste angst, die voor de eindigheid. In de feiten is de kans eindeloos veel groter dat we in een verkeersongeval sterven dan door een explosie, maar irrationeel voelen we ons op dit soort momenten enorm onveilig - terwijl we wél fluitend op fietsen en in auto's stappen.

Ik denk dan: laten we alle emotie die horror als deze met zich meebrengt, durven laten bestaan. Niet alleen de hoop en de troost, maar ook het verdriet en de pijn. Omdat de slachtoffers die aandacht verdienen. En laten we ook angst laten zijn, omdat dat kan helpen, maar laten we dat gevoel ombuigen tot iets beters, omdat het zo'n verwoestende kracht in een mensenleven is.

Op onbevattelijke momenten als deze, in het licht van een problematiek die zo complex is dat er ook niet morgen hapklare oplossingen zullen worden gevonden, hebben we maar één wapen, denk ik dan. Net niet overgaan tot de orde van de dag, zoals we in de media van allerlei experts als goede raad krijgen, maar verdorie beseffen hoe belangrijk het is om het leven te koesteren, aan te gaan, vast te pakken, en zo te zorgen dat het telt, dat het méételt voor al die landgenoten die het niet meer hebben.

We gaan vaak zo morsig om met de dagen. We zijn zo bang voor zoveel. En hoe pervers het ook mag klinken: we zijn zelfs banger voor het geluk dan voor het verdriet, banger voor het welslagen dan voor het falen of het tekortschieten, omdat we toch geneigd zijn om te grijpen naar wat we het beste kennen, en dat is zelden het grote ego-feest waarop we onszelf geweldig zitten te vinden.

En dus doen we wat we altijd al deden, en we schikken ons naar wat we gemakshalve dan maar ons lot noemen. We stellen onszelf geen vragen, en al zeker geen lastige, we gaan niet op zoek naar waarom we zijn geworden wie we zijn geworden, zodat we ook niet dat wat ons in de weg zit, kunnen vastpakken en veranderen.

We hebben in onze relationele levens van elegant langs elkaar heen bestaan onze nationale sport gemaakt. We gaan keuzes uit de weg, zien het geluk niet liggen als het zich aandient, of durven het niet te grijpen. Laten we daar mee ophouden, beter leren weten, en daarnaar handelen. Ook in naam van al diegenen die er niet meer zijn.