Direct naar artikelinhoud

‘Zonne-energie is geen goudmijn’

Slechts een klein deel van de groenestroomsubsidies in Vlaanderen gaat naar zonne-energie. ‘Wie denkt dat onze sector met het grote geld gaan lopen, heeft het verkeerd’, zegt ceo Steven De Tollenaere van Enfinity Group, een van de grote spelers op het vlak van zonne-energie in Vlaanderen. Volgens De Tollenaere kan zijn sector over vijf jaar zonder enige vorm van subsidies overleven.

De commissie Leefmilieu in het Vlaams parlement buigt zich vandaag over een verlaging van de subsidies voor zonnepanelen. Op voorstel van minister van Energie Freya Van den Bossche (sp.a) wordt de overheidssteun voor zonne-energie de komende jaren teruggedraaid. De gulle subsidiëring in de voorbije jaren zetten bedrijven en particulieren ertoe aan hun daken vol te timmeren met zonnepanelen. In Vlaanderen zijn er nu 100.000 bedrijven en particulieren die stroom halen uit zonne-energie. Dat is een onverhoopt succes, maar wel eentje met een hoog kostenplaatje. De consument draait op voor de rekening. Zijn maandelijkse factuur gaat tot 6 euro hoger om alle extra kosten voor zonnepanelen te kunnen bekostigen.

De duurdere energiefactuur zorgde voor een storm van protest. Consumenten zonder zonnepanelen draaien op voor de winsten van de eigenaars, luidt de kritiek. Bij Enfinity, marktleider in zonne-energie in Vlaanderen, is men niet blij met die reactie. “We vinden het jammer dat de sector van de zonnepanelen zo geviseerd wordt. We zijn kop van jut”, zegt De Tollenaere.

Enfinity heeft het er moeilijk mee dat de sector van de zonne-energie wordt afgeschilderd als zakkenvullers. “Wie denkt dat wij met het grote geld gaan lopen, heeft het fout. Slechts een beperkt deel van de groenestroomsubsidies in Vlaanderen gaat naar zonne-energie. De rest gaat naar isolatie en dubbel glas en andere hernieuwbare energiebronnen zoals wind en biomassa.”

Toegeven aan de kritiek en de subsidies al te fors afbouwen zou volgens Enfinity het verkeerde signaal zijn. “Zonne-energie is de enige vorm van stroomopwekking die particulieren zelf kunnen opzetten. Ze kunnen er zelfs financieel voordeel uit halen. Bovendien krijg je dankzij zonne-energie meer concurrentie op de markt”, zegt De Tollenaere.

Volgens Enfinity is er ook geen weg meer terug. “Met de stijgende energieprijzen moeten we verder gaan met de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen. Toegegeven, de productie van kernenergie is zeer goedkoop, maar met de kernrampen in Tsjernobyl en in Japan in het achterhoofd kun je kernenergie nog nauwelijks een optie noemen.”

Tijdelijke terugval

Enfinity is de voorbije jaren sterk gegroeid met het plaatsen van zonnepanelen aan bedrijven en particulieren in Vlaanderen. In 2010 zette het bedrijf 227 miljoen euro om. De groep telt 270 werknemers. Winstcijfers geeft Enfinity niet prijs. De jongste heisa over de kosten van zonnepanelen legt het bedrijf alvast geen windeieren. “De vraag naar zonnepanelen is de jongste week sterk toegenomen. Onze verkopers kunnen de vraag niet meer bijhouden.”

Toch verwacht het bedrijf problemen in de toekomst door de versnelde afbouw van de subsidies die Van den Bossche beoogt. “De subsidies dalen sneller dan de prijs van de zonnepanelen. Dat brengt de rendabiliteit van de investeringen in het gedrang”, zegt het bedrijf.

Vandaag rekenen investeerders op een rendement van 10 procent. Vanaf volgend jaar zal dat in snel tempo dalen tot onder de 7 procent. “Voor grote projecten zullen we dan de vraag zien afnemen.” Voor de 800 bedrijven in de sector en zijn 10.000 werknemers is dat slecht nieuws. Enfinity verwacht vanaf volgend jaar een daling van de werkgelegenheid in de komende jaren.

Enfinity verwacht slechts een tijdelijke terugval. De Tollenaere: “De prijzen van zonnepanelen zijn nog te duur om zonder subsidie te kunnen concurreren met klassieke stroomproducenten. Maar over vijf jaar zulllen we geen subsidies meer nodig hebben. We verwachten dat de prijzen voor zonnepanelen goedkoper worden zodat subsidiëring overbodig wordt. Zelfs al hebben we minder zonneschijn dan in Spanje, we kunnen de concurrentie aan. Het zou dus zonde zijn om de sector voor een paar jaar onleefbaar te maken vooraleer subsidiëring overbodig wordt.”