Direct naar artikelinhoud

Armoede blijft verjongen

Het aantal Belgen dat met een leefloon moet rondkomen, blijft stijgen. In 2014 overschreed het maandelijks aantal leefloners voor het eerst de kaap van 100.000. Vooral jongeren zijn een risicogroep.

Het is een trend die al enkele jaren aan de gang is: steeds meer Belgen moeten een beroep doen op een leefloon om rond te komen. Ook voor 2014 is er opnieuw een stijging tegenover de voorbije jaren. Dat blijkt uit het jongste rapport van de programmatorische federale overheidsdienst (POD) Maatschappelijke Integratie.

Waar er voor 2013 een groei van 3,5 procent leefloners was ten opzichte van 2012, is de eerste twee maanden van 2014 een stijging van 4,3 procent vastgesteld tegenover 2013. In absolute cijfers zijn dat er gemiddeld 98.776 per maand in 2013 en 102.583 in 2014. De toename is voornamelijk merkbaar in grote steden zoals Gent en Antwerpen.

Watervalsysteem

De opmerkelijke stijging kent meerdere oorzaken, zo zegt voorzitter Julien Van Geertsom. "Ten eerste heeft het te maken met de crisis. Eerst werd de werkloosheid getroffen en nu, in tweede orde, volgt de sociale bescherming. En het is vooral de middenklasse die geërodeerd wordt. Kijk naar de werknemers die bij Ford Genk ontslagen werden. Mensen die een goede baan hadden en op basis daarvan een hypotheek namen. Nadat ze afgedankt werden, kwamen ze in de werkloosheid terecht, maar hun lening moest wel nog afbetaald worden. Via hun schuldenproblematiek komen zij nu uiteindelijk bij het OCMW of in de armoede terecht."

"Een tweede probleem zijn de consumptiekredieten. Mensen die met betaalkaarten van supermarkten allerlei aankopen op afbetaling doen, cumuleren op die manier hun schulden."

Wat vooral zorgen baart, is dat het aantal jongeren met een leefloon blijft stijgen. 30,8 procent van de totale leefloonpopulatie is jonger dan 25 jaar. Zeven procent is ingeschreven als student. "Het gaat vooral om jongeren die zelf geen kwalificatie verworven hebben in het middelbaar onderwijs", aldus Geertsom. "Door de crisis is het voor die jongeren zeer moeilijk om een job te vinden. Het feit dat dit cijfer zo hoog is, wijst op een faling van het onderwijs met watervalsysteem. Het is belangrijk om in de bestrijding van armoede specifiek aandacht voor kinderen en jongeren te hebben."

Geen beterschap

Voor professor Ides Nicaise (KU Leuven) van het Hoger Instituut voor Arbeid (HIVA) komen de cijfers niet als een grote verrassing. "We zien al een tijdje dat armoede aan het verjongen is", zegt hij. "Door de crisis is dat in een stroomversnelling gekomen. Dat weegt op jongeren omdat zij de nieuwkomers zijn op de arbeidsmarkt."

Verwacht wordt dat de cijfers het komende jaar niet meteen zullen dalen. Hiervoor zal vooral op vlak van onderwijs iets moeten veranderen. "De kans op armoede halveert als je een diploma secundair onderwijs behaald hebt", aldus Nicaise. "Die kans halveert opnieuw met een diploma hoger onderwijs. Een diploma is een belangrijke hefboom om uit armoede te geraken."

Juist daarom lanceert Maatschappelijke Integratie de oproep om in de hervormingen van het secundair onderwijs te beslissen dat aan het einde van de rit geen enkele jongere zonder kwalificaties afgeleverd mag worden. "Ook de capaciteiten van de OCMW's naar begeleiding moet versterkt worden."