Direct naar artikelinhoud

'Huurgarantie-fonds strookt niet voldoende met realiteit'

Het huurgarantiefonds van de Vlaamse regering is voor verbetering vatbaar. Dat stelt de beroepsorganisatie van vastgoedmakelaars. "Het huidige concept verplicht ons om sneller de juridische weg te bewandelen", klink het.

Elk jaar worden goed 12.000 huurders voor de vrederechter gedaagd omdat ze de huur niet langer kunnen betalen. Ongeveer een op de drie huurders wordt ook effectief uit zijn huis gezet. Om de verhuurders te beschermen tegen wanbetalers keurde de Vlaamse regering de oprichting van een huurgarantiefonds goed. De Vlaamse overheid spijst dat fonds voor een bedrag van zo'n 1,65 miljoen euro, de rest van de kas moet worden aangevuld met bijdragen van verhuurders.

Met dat fonds wil de overheid twee dingen bereiken: In plaats van een huurder meteen uit zijn huis te zetten, kan een vrederechter beslissen om de verhuurder voor de maximumduur van één jaar rechtstreeks uit het fonds te vergoeden. Het fonds moet ook voorkomen dat verhuurders, die vrezen dat ze hun geld niet zullen zien, hun woning sneller gaan verkopen, waardoor de huurmarkt verder gaat krimpen. Of dat de verhuurders een risicopremie in de huurprijs doorrekenen, waardoor de prijzen stijgen.

De oprichting van het huurgarantiefonds is principieel goedgekeurd, en het besluit wordt nu voor advies voorgelegd aan de Vlaamse Woonraad en gaat daarna voor advies naar de Raad van State. Maar de inkt van het besluit was nog niet droog of er was al protest. Dajo Hermans, van de Beroepsinstituut van Vastgoedmakelaars: "We willen het huurgarantiefonds alle kansen geven. Maar zoals het er nu uitziet, strookt het niet voldoende met de realiteit."

Concreet worden er vraagtekens geplaatst bij het feit dat verhuurders per contract slechts eenmaal van het fonds gebruik kunnen maken. Zelfs wanneer het om contracten gaat die langer dan negen jaar lopen. Bovendien zijn er bezwaren tegen de strikte voorwaarden die worden opgelegd bij een tijdige ingebrekestelling. Zo moet de verhuurder bij de derde maand betalingsachterstand al na tien dagen de juridische procedure opgestart hebben. Zo niet verliest hij zijn recht op tussenkomst van het fonds. "Zo worden verhuurders verplicht om sneller de juridische weg te bewandelen", klinkt het.