Direct naar artikelinhoud

Op safari vlak bij huis

Wie op safari wil hoeft niet zo nodig naar de Serengeti, ook bij ons vind je massa's wilde beesten en spectaculaire, ongerepte natuur. Dat bewijst de bioscoopdocumentaire De Nieuwe Wildernis. 'De vos is met de camera gaan lopen.'

Wilde dieren die elkaar meedogenloos te lijf gaan. Hele kuddes die om je heen draven. Uitgestrekte vlakten en ruige begroeiing. Wie niet beter zou weten, waant zich zo in de Afrikaanse steppe. En dat op amper twee uur rijden van Antwerpen. Goed verstopt tussen Almere en Lelystad liggen de Oostvaardersplassen, 6.000 hectare onbedorven wildernis met honderden diersoorten die er ongemoeid leven.

Moeilijk in te denken dat deze groene vlek ooit bedoeld was als industrieterrein. Gelukkig voor natuurliefhebbers stak de economische crisis in de jaren zeventig daar een stokje voor: de bedrijven kwamen niet, en ondertussen groeide het moerasland uit tot een ecologische parel. Sinds 1974 is het officieel natuurgebied. Ideaal voor een 'dichtbijsafari'. Alleen zijn 'the Big Five' hier geen leeuwen en olifanten, wel vossen, edelherten, oerrunderen, konikpaarden en zeearenden. Iets minder exotisch, maar even wild en indrukwekkend.

Zo indrukwekkend dat Nederlands ecoloog/fotograaf Ruben Smit en documentairemaker Mark Verkerk er meteen een bioscoopfilm in zagen. Twee jaar lang filmden ze het leven in deze 'nieuwe wildernis'. Het resultaat kan makkelijk concurreren met de National Geographic-reportages, inclusief onderwatershots, indringende close ups en panoramische beelden. De lage landen zoals je ze nog nooit zag. Met een voice-over van acteur Johan Heldenbergh, en de vier seizoenen als leidraad. Van het lenteontwaken van de zijdebij en paringsdans van de ijsvogel, over de zomerse krachtmetingen tussen konikhengsten, tot de genadeloze winter. Als alle vetreserves op zijn, de pootjes van pasgeboren kalveren bevriezen en "de dood overal op de loer ligt".

De toon wordt van bij de eerste minuut van de film gezet, als het eerste veulen ter wereld komt: "Vanaf het moment dat je geboren wordt, is het knokken om te overleven." Hier mogen dan geen luipaarden en zebra's rondlopen, het spel tussen jager en prooi wordt er niet minder fascinerend door. Het beste voorbeeld is de slow-motionscène waarop een vos een ganzenkoppel en hun kroost doet vluchten voor hun leven. Spartelende pootjes, rondvliegend dons. Gepiep dat door merg en been snijdt. Niet voor tere zieltjes.

De filmmakers zitten aalscholvers en bruine kikkers op de huid, volgen hoe zeearenden hun nesten bouwen en konikpaarden elkaar moeten bevechten voor een plek in de hiërarchie. Beelden waarvan je je afvraagt: hoe hebben ze dit in godsnaam gefilmd?

"Met geduld, veel geduld", legt regisseur Ruben Smit uit. "Toeval had er weinig mee te maken, goede voorbereiding des te meer. Een jaar zijn we bezig geweest met te achterhalen waar de dieren sliepen, hoe ze leefden, wat ze aten.

"Daarna moesten we op zoek naar inventieve cameratechnieken. Want je kunt als cameraman onmogelijk gewoon richting dieren stappen. Dat zou ze niet alleen wegjagen, het zou ook het natuurlijke leven verstoren. En dat wilden we net niet." Losse camera's werden in karkassen of achter camouflage verstopt. Soms met afstandsbediening, soms zetten ze zo'n camera met drie uur batterij gewoon neer, en liepen ze snel weg. Op hoop van zege. De tienkoppige filmcrew verzamelde zo driehonderd uur ruw beeldmateriaal.

Smit: "Daaruit hebben we de mooiste beelden gefilterd, de sterkste verhaallijnen en personages die geregeld terugkomen. Zoals het zwarte veulen, de jonge vos, de ijsvogel. Pas op: het ecosysteem blijft centraal. We wilden er een familiefilm van maken, geen Disney."

Natuurpunt België

Jaarlijks zakken zo'n 300.000 bezoekers af naar de Oostvaardersplassen voor geleide rondgangen. Bij het Nederlandse Staatsbosbeheer hopen ze dat de bioscoopfilm de interesse vergroot. Zodat mensen en vooral jongeren weer enthousiast worden voor de natuur van de lage landen. Zich betrokken voelen en zich engageren voor het milieu. Voor kinderen en scholen worden bijbehorende educatieve pakketten voorzien.

Ook de Belgische vereniging Natuurpunt is om die reden een partnerschap met de filmmakers aangegaan. Voor elk verkocht bioscoopticket gaat er een euro naar het Grote Netewoud in België. De Nieuwe Wildernis mag dan niet in ons land zijn gefilmd, het had net zo goed gekund, op die zeearend na.

"De natuurreservaten bij ons zijn zeer rijk maar erg versnipperd", zegt Chris Steenwegen, directeur bij Natuurpunt. "Zo'n groot gebied als de Oostvaardersplassen is bij ons niet mogelijk. Niettemin is er nog veel potentieel om uit te breiden, bijvoorbeeld in de vallei van de Nete. Hopelijk weet deze film politici te overtuigen dat zo'n uitbreiding prachtige dingen meebrengt. Ook met het oog op toerisme is dat interessant."

Het Staatsbosbeheer kreeg in het verleden al enkele Afrikaanse experts over de vloer die hun ervaring en kennis over het runnen van grote natuurparken kwamen delen. Al zijn de boswachters er beducht voor dat het natuurlijke leven hier niet te fel wordt verstoord. "We doen aan vroegreactief beheer", vertelt Peter Boelens, die de 'dichtbijsafari' vandaag begeleidt. Moeilijke taal voor: we laten alles hier zo veel mogelijk zijn gang gaan. "Hoe hard de natuur ook kan zijn. Zieke dieren verzorgen heeft geen zin, dat is de natuur die zelf een selectie maakt. Voor zwakke dieren is hier geen plek. De film toont die realiteit, zonder te choqueren."

Wel is er een omheining gezet rond het gebied. "Daar krijgen we vaak kritiek op. Maar het is om de dieren te beschermen tegen het drukke verkeer rond het domein."

Hertenkalfje

Het safaribusje houdt halt. Een hertenkalfje, moederziel alleen, trippelt voorbij. Nog narillend van de felle regenbui die tien minuten geleden alles en iedereen wegspoelde. "Een vogel voor de kat", taxeert Boelens. "Die haalt de winter niet. Of misschien zelfs het einde van de week niet. Normaal schieten we zulke zieke beestjes wel af als we ze geïsoleerd aantreffen. De natuurlijke gang respecteren is een ding, maar we zijn geen dierenbeulen. Al gaan we geen dierenpopulaties actief uitdunnen als er te veel van zijn."

Ook Ruben Smit heeft het hertje gespot. "Had ik mijn camera maar bij me. Een verzopen kalfje, pasgeboren en nu al ten dode opgeschreven: hier zit het verhaal dat je als natuurdocumentairemaker zoekt. Dit is een storyline. Dit is emotie. Dit is dramatiek! (zucht) Sinds ik gestopt ben met filmen kom ik de meest fantastische scènes tegen."

Smit maakt zich sterk dat niets in De Nieuwe Wildernis gemanipuleerd is of in scène gezet. Al ging dat niet altijd zonder slag of stoot. Voor de jachtscène met de vos heeft de filmploeg een jaar moeten wachten. "Het eerste jaar lukte het nooit. Maar na maanden research wist ik precies hoe de vos jaagde, wist ik tot op de vierkante centimeter van waar hij zou komen aansprinten en hoe hij zou aanvallen en waar ik de camera moest plaatsen. Toen was het meteen gepiept."

Een camera zijn ze wel kwijtgeraakt. "Daar is de vos mee gaan lopen. Die diefstal heeft nog mooie beelden opgeleverd, want die vos is die een tijd blijven meesleuren. De eerste foxcam." Kostprijs van de film: anderhalf miljoen euro. "Niet slecht als je weet dat een gelijkaardige BBC-productie al snel 40 miljoen kost."

Voor zijn volgende project trekt Smit naar de Waddenzee. Geen Afrikaanse vlakten voor deze regisseur. "Dat boeit me minder. De uitdaging is veel minder groot. Nee, ik ben een man met een missie: ervoor zorgen dat de mensen zich weer verwonderen over de natuur van bij ons."

Vanaf 25 september ook in Belgische bioscopen.