Hulpverleners in Pakistan bedreigd

Talibanstrijders plannen aanslagen op buitenlanders die noodlijdende bevolking willen helpen

Intussen verplaatsen de overstromingen van de afgelopen maand zich naar het zuiden, waardoor regio’s die niet eerder getroffen werden, onder water komen te staan. Vierhonderdduizend inwoners worden sinds gisteren geëvacueerd na een dijkbreuk. Drie steden dreigen overspoeld te worden.

De Verenigde Naties kondigden gisteren aan dat ze hun veiligheidsmaatregelen voor hulpverleners in Pakistan zullen verscherpen nadat de Tehrik-e Taliban, de Pakistaanse tak van de taliban, met aanslagen hebben gedreigd. Dat blijkt uit inlichtingen die de Amerikaanse regering heeft ontvangen.

Gisteren liet de Britse zender BBC een Amerikaanse regeringsmedewerker aan het woord die zei dat de taliban aanslagen beraamden op buitenlandse hulpverleners. “De Tehrik-e Taliban plant aanslagen tegen buitenlanders die meedoen aan de hulpoperaties in Pakistan”, aldus de functionaris, die anoniem wenste te blijven. De bron zei voorts dat de Amerikaanse regering ook vreesde dat federale en provinciale regeringsleden in Pakistan een risico liepen.

Er zijn sinds het begin van de overstromingen geen aanslagen geweest tegen buitenlandse hulpverleners in Pakistan, hoewel de taliban opriepen tot het boycotten van alle westerse hulp. Buitenlandse hulp en de aanwezigheid van buitenlandse hulpverleners worden door de taliban beschouwd als een westerse inmenging in hun land en de taliban eisten in een mededeling dat de organisaties het land moesten verlaten. Dat gebeurde niet, en nu dreigt de groepering dus met doelgerichte aanslagen.

Een woordvoerder van de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) verklaarde aan de BBC dat de hulpverlening in Khyber-Pakthunkhwa (de voormalige North West Frontier Province, waar Peshawar de hoofdstad van is) en Balochistan al sterk gehinderd werd door allerlei veiligheidsmaatregelen. “Deze nieuwe dreiging betekent dat we de operaties op een nog lager pitje moeten zetten, waardoor nog minder slachtoffers zullen worden bereikt”, aldus Ahmed Farah Shadoul. Ook Maurizio Giuliano, de VN-medewerker ter plaatse, zei dat VN-hulpverleners in het verleden al eerder het doelwit waren van de taliban. “De regering is tevreden over ons”, zei Giuliano. “Het zou onmenselijk zijn om mensen die dag en nacht werkten om levens te redden, te kidnappen of aan te vallen.”

De Tehrik-e Taliban is de gewelddadigste van militante groeperingen in Pakistan en houdt zich vooral schuil in de tribale gebieden, aan de grens met Afghanistan. De groepering voerde de afgelopen jaren aanslagen uit op buitenlandse en Pakistaanse doelwitten in het land en heeft nauwe banden met Al Qaida.

Gisteren verklaarde een woordvoerder van de taliban dat de VS en andere landen in Pakistan niet alleen aan hulpverlening deden maar ook “andere bedoelingen” hadden. “De getroffenen krijgen helemaal geen hulp”, zei Azam Tariq. “Deze horde van buitenlanders is helemaal niet aanvaardbaar voor ons. We zullen geen Amerikaanse steun dulden.”

Een woordvoerder van het Pakistaanse leger zei dat volgens hem de taliban niet zou aanvallen omdat dat de groepering bijzonder impopulair zou maken bij de bevolking. “De lokale bevolking verwelkomt de hulpverleners”, aldus de legerwoordvoerder. “In deze tijden van stress is iedereen welkom.”

Het water in het noorden van Pakistan trekt stilaan weg, maar in het zuiden dreigen er nu grotere problemen. Door de hoge golven in de Arabische Zee kan de Indus niet goed wegstromen en wordt gewaarschuwd voor nieuwe, grote overstromingen. De gezwollen rivier brak woensdagavond laat door de rivierdijk en het water stroomt sindsdien in de richting van Sujawal, Daro en Mir Pur Batoro. De drie steden en de omgeving errond waren tot nu toe nog niet getroffen door de overstromingen die bijna een maand geleden begonnen. Maar nu dreigt er gevaar, aldus de Pakistaanse overheid. Vier-honderdduizend inwoners uit de regio werden al geëvacueerd, maar er blijven nog enkele duizenden Pakistanen achter.

Meer dan 8 miljoen mensen hebben dringende behoefte aan hulp in Pakistan. Het officiële aantal doden ligt nog rond de 1.600. De ramp is de grootste ooit in de Pakistaanse geschiedenis. Er is massale economische schade, vooral aan de landbouw. Volgens de VN zijn nog steeds achthonderdduizend mensen afgesloten van de wereld en enkel bereikbaar via de lucht. Vijf miljoen mensen hebben geen dak boven het hoofd nadat zo’n 1,2 miljoen huizen door het water werden vernietigd.